Juristen zijn rechtlijnig denkende wezens. Als er niet in de wet staat, dat het belangrijk is bij wie de grond in eigendom is als er gebouwd wordt, gaat de rechter daar dus in beginsel aan voorbij. Gevolg: in 2009 vond de Afdeling bestuursrechtspraak het voor vergunningverlening (en dus realisatie) niet relevant dat een bouwplan was gesitueerd op andermans grond (rechtsoverweging 2.3.2). Maar een weldenkend mens vindt het natuurlijk wél raar dat de buurman of iemand anders zomaar ineens op zijn of haar grond zou kunnen gaan bouwen.