Het omgevingsplan is een van de kerninstrumenten van de nieuwe Omgevingswet. In deze nieuwe wet komen alle regels over onze fysieke leefomgeving samen. De bedoeling hiervan is duidelijke regelgeving, ruimte geven aan nieuwe initiatieven en lokaal maatwerk mogelijk maken.
Gemeenten moeten volgens artikel 2.4 van de Omgevingswet één omgevingsplan opstellen voor hun hele grondgebied. In het omgevingsplan komt de uitwerking te staan van hoe die gemeente haar fysieke leefomgeving wil ontwikkelen en beschermen. In het omgevingsplan staan dus regels over bouwwerken, infrastructuur, water, bodem, lucht, landschappen, natuur, cultureel erfgoed en werelderfgoed. Denk ook aan regels over activiteiten die gevolgen (kunnen) hebben op de leefomgeving.
Het omgevingsplan vervangt bestemmingsplannen, beheersverordeningen en diverse gemeentelijke verordeningen. Een van de doelen van de Omgevingswet is om de omgevingsplannen ‘globaler en flexibeler’ in te richten dan de huidige bestemmingsplannen.
Je kunt het omgevingsplan dus zien als de verbrede opvolger van het bestemmingsplan: waar het bestemmingsplan vooral ging over ‘goede ruimtelijke ordening’, bevat het omgevingsplan regels die de gehele fysieke leefomgeving aangaan.
In het omgevingsplan kan de gemeente voor ieder gebied zeggen welke activiteiten zij wel of niet toestaat, bijvoorbeeld verblijven, recreatie of bedrijvigheid. Ook geeft de gemeente aan welke regels zij aan de activiteiten stelt. Hierbij is gemeente gebonden aan het criterium dat de regels samen leiden tot ‘een evenwichtige toedeling van functies voor locaties’. Dat betekent dat er balans moet zijn tussen het in stand houden van een gezonde leefomgeving en het gebruik daarvan. Lees hier meer over die evenwichtige toedeling. Ook gelden de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
De gemeente hoeft niet specifiek vast te leggen wat er in welk gebied komt. Ze kan voor een ontwikkelingsgebied kiezen voor een meer algemene beschrijving met randvoorwaarden.
Wat is het ‘tijdelijk deel omgevingsplan’ of ‘het omgevingsplan van rechtswege’? Bij ingang van de Omgevingswet bestaat het omgevingsplan van elke gemeente direct uit de bestaande ruimtelijke plannen en regels die eerst onder het Rijk vielen. Het gaat hierbij voornamelijk over regels met betrekking tot lokale vraagstukken.
Het was te veel werk om al deze lokale vraagstukken voor het ingaan van de Omgevingswet te verwerken. Daarom is de bruidsschat ingevoerd. Dit is een pakket aan regels dat automatisch deel uitmaakt van het omgevingsplan. Gemeenten hebben vrij spel in het wijzigen of laten vallen van bruidsschatbepalingen. Eind 2032 moet de omzetting van dit tijdelijke deel klaar zijn. Lees hier meer over het inrichten van het nieuwe deel van het omgevingsplan.
In dit dossier vindt u nieuws en achtergrond met betrekking tot de ontwikkelingen rondom het omgevingsplan, evenals beleidsstukken, publicaties, video’s, vraag & antwoord en handreikingen.
Ook collega’s in de NEE-stand?
BlogOmgevingsplan Utrecht een voortvarende start met STOPTPOD
BlogTijdelijke alternatieve maatregelen (TAM) en overgangsrecht voor aantal instrumenten verlengd
Nieuws-persberichtHandhaving aanbouw strandpaviljoen: valt dit onder het 'bestaande oppervlak' uit het bestemmingsplan? Gevolgen voor concreet zicht op legalisering?
Jurisprudentie – SamenvattingenDe reis naar het Omgevingsplan (stap 7) – Gemeentelijke verordeningen
BlogOvergangsrecht Omgevingswet: van 'inrichting' naar 'milieubelastende activiteit'
BlogAntwoorden vragen over wijzigingsbesluit industriële emissies Bal
Kamerstuk: kamervraagGrenzen aan open normen in een bestemmingsplan
Samenvatting