Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De fysieke leefomgeving heeft invloed op de gezondheid van mensen. Als de leefomgeving zo ingericht wordt dat schadelijke omgevingsfactoren worden beperkt en gezond gedrag wordt gestimuleerd, dan zullen de inwoners ook gezonder zijn. Gemeenten en omgevingsdiensten dragen bij aan een gezonde leefomgeving door de leefbaarheid in beeld te houden bij het maken van beleid. Met de Omgevingswet heeft de gezonde leefomgeving als begrip ook meer nadruk gekregen.

Wat hoort er allemaal bij een gezonde leefomgeving?

Voor een gezonde fysieke leefomgeving zijn veel verschillende omgevingskwaliteitsfactoren van belang. Zo is een gezonde leefomgeving ingericht om gezond gedrag te stimuleren. Denk bijvoorbeeld aan veilige verkeerssituaties om lopen en fietsen aan te moedigen, of aan de toegankelijkheid van gezonde voeding.

Schadelijke omgevingsfactoren moeten beperkt worden in een gezonde leefomgeving. Denk hierbij aan luchtverontreiniging door verkeer, houtkachels, industrie, etc. Overlast door geluid, trillingen en geur moet zo veel mogelijk voorkomen worden. Ook klimaatadaptieve maatregelen moeten worden verwerkt in de fysieke leefomgeving om negatieve effecten van klimaatverandering, zoals bijvoorbeeld hittestress, te beperken. Het binnenklimaat van de gebouwen in de gezonde leefomgeving is aangenaam en niet schadelijk voor de gezondheid.

Tot slot is een gezonde leefomgeving ook in bredere zin fijn om in te verblijven. Zo zijn er aantrekkelijke plekken om samen te komen, is er voldoende groen en hebben gebouwen een prettig en, waar mogelijk, natuurlijk uitzicht. Er is een gevarieerde samenstelling van voorzieningen dichtbij de inwoners en er zijn goede fiets- en OV-verbindingen om zo het vervoer te verduurzamen en overlast van verkeer te verminderen. De omgeving is toegankelijk voor iedereen, ook voor bijvoorbeeld ouderen en mensen met een beperking.

Al deze aspecten worden ook door de GGD GHOR beschreven in de Kernwaarden Gezonde Leefomgeving. Deze tien kernwaarden zijn ontwikkeld om handvatten te bieden voor gemeenten bij het inrichten van een gezonde leefomgeving.

Wetgeving voor een gezonde leefomgeving

Een groot deel van de regelgeving over de omgevingskwaliteit, met name wat betreft de gezondheid en het milieu, is vastgelegd in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Hierin staan de omgevingswaarden voor bijvoorbeeld lucht- en waterkwaliteit. Ook staan er in het Bkl instructieregels voor programma’s, omgevingsplannen, omgevingsvergunningen, omgevingsverordeningen, waterschapsverordeningen en projectbesluiten.

In het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staan algemene regels over de fysieke leefomgeving, voornamelijk over milieukwaliteit. Een deel hiervan is voor de omgevingskwaliteit en gezondheid uiteraard ook van belang. Zo staan in het Bal onder andere regels over luchtkwaliteit, geluidsoverlast, erfgoed en afval.

Onder de Omgevingswet heeft de gezonde leefomgeving als begrip meer aandacht gekregen. Gezondheid is namelijk een van de maatschappelijke doelen van de Omgevingswet (artikel 1.3). De Omgevingswet stelt dat er rekening gehouden moet worden met de gezondheid bij het maken van een omgevingsvisie (artikel 3.3), bij de evenwichtige toedeling van functies in het omgevingsplan (artikel 2.1 lid 4) en bij de omgevingsvergunning (artikelen 5.32 en 5.42 lid 4).

 

In dit dossier vind je het laatste nieuws over alles wat komt kijken bij de gezonde leefomgeving. Daarnaast is hier een overzicht te vinden van belangrijke publicaties, beleidsstukken en jurisprudentie. Ook staan er in dit dossier praktische handreikingen en tools om mee aan de slag te gaan.