Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Ruimte voor de energietransitie

In de energietransitie speelt ruimte een grote rol. Zo is bijvoorbeeld de schaarse beschikbare ruimte een obstakel voor het aanleggen van energie-infrastructuur en nieuwe wind- en zonneparken. Voor het halen van de klimaatdoelen is het wel van belang dat er gewerkt wordt aan een duurzaam energiesysteem. Om dit te realiseren bestaan programma’s zoals bijvoorbeeld de Regionale Energiestrategie (RES) en het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK), evenals een aantal wetten en regels zoals de aankomende Energiewet.

Nieuwe wetgeving

De wetgeving rondom energie en ruimte is in beweging. In 2026 zal bijvoorbeeld de nieuwe Energiewet ingaan. De Energiewet bundelt de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet. Bovendien wordt Europese regelgeving ook verwerkt in de nieuwe wet. Deze wet regelt onder andere elektriciteitsproductie, de ruimtelijke inpassing van grootschalige energie-infrastructuur, de taken van systeembeheerders (voorheen netbeheerders) en bepaalde maatregelen om netcongestie tegen te gaan.

Ook de Warmtewet zal op den duur vervangen worden door de Wet collectieve warmte (Wcw). Het is nog onbekend wanneer deze precies in zal gaan, maar wanneer dit gebeurt zal deze wet onder andere de verduurzaming van warmtevoorziening gaan regelen. In deze wet is bijvoorbeeld aandacht voor collectieve warmtenetten, waarbij de gemeentelijke rol wordt benadrukt. De gemeentelijke rol in de warmtetransitie zal nog centraler komen te staan wanneer de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) in werking treedt. Naar verwachting is dat begin 2026. Onder de Wgiw wordt de transitievisie warmte vervangen door het warmteprogramma. Met een warmteprogramma kan een gemeente regels stellen voor verduurzaming binnen hun grondgebied. Ook kunnen gemeenten onder deze wet aardgasloze wijken aanwijzen in het omgevingsplan.

Nationale sturing

Naast deze wetgeving zijn er ook een aantal nationale programma’s en initiatieven om sturing te bieden voor de ruimtelijke inpassing van de energietransitie.

Nationaal Plan Energiesysteem en het Programma Energiehoofdstructuur

Het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) is in 2023 opgesteld om de visie voor het energiesysteem van Nederland in 2050 vorm te geven. Dit energiesysteem zal meer decentraal zijn en gebaseerd op hernieuwbare energie. Op deze manier wordt er met dit plan gewerkt aan een klimaatneutrale samenleving in 2050. De visie die in het NPE beschreven wordt zal het nodige vragen van de beschikbare ruimte in de fysieke leefomgeving. Om dit zo goed mogelijk in te passen in de ruimte is het Programma Energiehoofdstructuur (PEH) ontwikkeld. Hierin worden richtlijnen gegeven voor “alle onderdelen van het energiesysteem die ruimtelijk van nationaal belang zijn.” Denk bijvoorbeeld aan hoogspanningsverbindingen, waterstofopslag en grootschalige batterijen.

Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat

Het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK) is bedoeld om verschillende sectoren te ondersteunen in hun energievraag door voor bepaalde projecten waar mogelijk knelpunten en belemmeringen weg te nemen. Op jaarlijkse basis worden projecten opgenomen in het programma. Deze projecten komen vervolgens in aanmerking voor versnelling. Projecten kunnen worden aangedragen via de Cluster Energiestrategieën (CES), de provinciale MIEK (pMIEK) en de systeemroute.

Landelijk Actieprogramma Netcongestie

Het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN) is eind 2022 opgericht om de druk op het elektriciteitsnet aan te pakken. Een van de actielijnen van het programma, ‘sneller bouwen’, draait om het uitbreiden van het elektriciteitsnet door nieuwe energie-infrastructuur aan te leggen. Het tekort aan ruimte speelt daarbij uiteraard een rol. Doormiddel van samenwerkingsafspraken en het inzetten van beleidsinstrumenten en praktische tools moet het LAN zorgen voor beleids- en bouwversnelling op dit gebied.

Regionale sturing

Ook op regionale basis wordt gewerkt aan een toekomstbestendig energiesysteem. Het voornaamste instrument hiervoor is de Regionale Energiestrategie (RES).

Regionale Energiestrategie

De RES is afkomstig uit het Klimaatakkoord, waarin het doel staat om in 2030 minstens 35TWh aan grootschalige duurzame energie op land op te wekken. Het Nationaal Programma RES (NP-RES) ondersteunt de 30 regio’s die samenwerken om dat doel te halen. In 2021 hebben de regio’s elk hun eerste RES vastgesteld, waarin de hogere ambitie van 55TWh is vastgelegd. In de RES staan gezamenlijke keuzes over het realiseren deze doelen gebaseerd op onderzoek naar de mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan het onderzoeken waar ruimte is voor grootschalige duurzame energieopwekking, de keuze voor zonnepanelen of windturbines, warmtebronnen voor aardgasloze wijken en aansluiting op het elektriciteitsnet. Elke twee jaar wordt in het RES Voortgangsdocument beoordeeld of de doelen voor 2030 nog haalbaar zijn. Wanneer nodig kunnen regio’s de RES Herijken in een RES 2.0.

In dit dossier vind je het laatste nieuws, verdiepende artikelen en belangrijke achtergrondinformatie over het ruimtelijk aspect van de energietransitie. Ook vind je hier relevante rapporten, beleidsstukken en jurisprudentie. Daarnaast zijn er ook vaak-gestelde vragen, video’s, handreikingen en praktische tools te zien in dit dossier.