Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Wel of niet omgevingsvergunning van rechtswege op de valreep vóór de inwerking Omgevingswet?

Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is afscheid genomen van de rechtsfiguur van de omgevingsvergunning van rechtswege die in de Wabo wel gold. In artikel 4.3 onder a Iw Ow wordt artikel 3.9, lid 3 eerste zin Wabo van de werking van het overgangsrecht uitgezonderd. De wetgever heeft op deze manier geregeld dat aanvragen om omgevingsvergunningen die vóór 1 januari 2024 zijn ingediend nog volgens de Wabo worden afgehandeld, maar heeft de regeling voor de omgevingsvergunning van rechtswege per 1 januari 2024 met onmiddellijke werking laten vervallen. Van rechtswege verleende omgevingsvergunningen kunnen nog aan de orde zijn als de beschikking vóór 1 januari 2024 van rechtswege is gegeven.

18 April 2025

Samenvatting

Samenvatting

Een voorbeeld van de toetsing of nog net voor de valreep van de inwerkingtreding van de Omgevingswet een omgevingsvergunning van rechtswege is ontstaan was aan de orde in de uitspraak van de rechtbank Limburg van 18 april 2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:3366.

Op 1 januari 2024 is de Wabo ingetrokken en de Omgevingswet in werking getreden. Het oude recht blijft op grond van artikel 4.3 van de Invoeringswet Omgevingswet van toepassing op de aanvraag van eiser, totdat het besluit onherroepelijk wordt. De wetgever heeft geregeld dat aanvragen om omgevingsvergunningen die vóór 1 januari 2024 zijn ingediend nog volgens de Wabo worden afgehandeld, maar heeft de regeling voor van rechtswege verleende omgevingsvergunningen per die datum met onmiddellijke werking laten vervallen. Dit heeft tot gevolg dat van rechtswege verleende omgevingsvergunningen alleen nog aan de orde kunnen zijn, als het besluit vóór 1 januari 2024 van rechtswege is gegeven in de zin van artikel 4:20b, eerste lid, van de Awb.

Eiser stelt verder dat de vergunning van rechtswege is verleend. Op de aanvraag had namelijk de reguliere voorbereidingsprocedure moeten worden toegepast en niet de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Op de aanvraag is volgens eiser niet beslist binnen de termijn die geldt voor de reguliere procedure. Op het moment dat de beslistermijn van de reguliere procedure verstreek, is daarom volgens eiser van rechtswege een vergunning verleend.

De rechtbank is van oordeel dat verweerder ten onrechte de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft toegepast. De rechtbank stelt daarbij voorop dat verweerder niet zelf mag bepalen welke procedure wordt toegepast. Het stelsel van de Wabo bepaalt exclusief welke procedure op een aanvraag om een omgevingsvergunning van toepassing is. Verweerder is daarbij gebonden aan de toepassing van de voorbereidingsprocedure zoals die uit de Wabo voortvloeit (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van 22 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2935).

Op grond van artikel 3.9, eerste lid, van de Wabo geldt voor de beoordeling van een aanvraag waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is een beslistermijn van acht weken die ingevolge het tweede lid eenmaal met ten hoogste zes weken kan worden verlengd. De rechtbank overweegt verder dat in artikel 3.9, derde lid, van de Wabo de regeling uit de Awb dat bij het niet tijdig beslissen op een aanvraag van rechtswege een vergunning is gegeven, van toepassing is verklaard op omgevingsvergunningen die met de reguliere voorbereidingsprocedure tot stand komen. Bij overschrijding van de beslistermijn in de reguliere procedure ontstaat dus een vergunning van rechtswege (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 23 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:179). De inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft in dit geval tot gevolg dat een van rechtswege verleende omgevingsvergunning alleen nog aan de orde kan zijn, als het besluit vóór 1 januari 2024 van rechtswege tot stand is gekomen.

De rechtbank leidt uit de gedingstukken af dat de aanvraag dateert van 26 oktober 2023 en ook door verweerder op die datum is ontvangen. Daaruit valt voor de rechtbank verder af te leiden dat verweerder de beslistermijn per 8 december 2023 met vier weken heeft opgeschort. Bij brief van 8 december 2023 heeft verweerder naast de ruimtelijke onderbouwing voor de activiteit ‘afwijken bestemmingsplan’, onder verwijzing naar de eerdere brief van 4 december 2023, ook een bouwkostenberekening bij eiser opgevraagd en principedetails van gezichtsbepalende delen van het bouwwerk voor de activiteit ‘bouwen’.

De rechtbank is van oordeel dat verweerder de beslistermijn onterecht heeft opgeschort. Nu de ruimtelijke onderbouwing niet was vereist, heeft verweerder de beslistermijn gelet op het voorgaande op die grond ten onrechte opgeschort. Ten aanzien van de door verweerder gevraagde bouwkostenberekening en principedetails concludeert de rechtbank eveneens dat verweerder de beslistermijn ten onrechte heeft opgeschort. Deze gegevens waren namelijk bij verweerder bekend uit de eerder door eiser aangevraagde omgevingsvergunning, die in eerste instantie ook door verweerder is verleend. Verweerder heeft ter zitting ook niet kunnen toelichten waarom die gegevens, ondanks de eerder aangevraagde en verleende omgevingsvergunning, opnieuw zijn opgevraagd en op welke (wettelijke) indieningsvereisten die gevraagde gegevens zien. De rechtbank betrekt de opschorting van de beslistermijn, voor zover die zag op de gevraagde bouwkostenberekening en principedetails, dan ook niet bij de beoordeling van de vraag of de beslistermijn is overschreden. De beslistermijn is dus niet verlengd of opgeschort / verweerder had dat niet mogen doen. De beslistermijn van acht weken heeft hierdoor vanaf 27 oktober 2023 (de dag na de indiening van de tweede aanvraag) ononderbroken gelopen, zonder dat verweerder een inhoudelijke beslissing heeft genomen op de aanvraag.

De rechtbank stelt vast dat de eerste dag van de beslistermijn van acht weken 27 oktober 2023 is (de dag na de indiening van de tweede aanvraag). De laatste dag is 21 december 2023. Omdat verweerder niet mocht opschorten / niet tijdig op de aanvraag heeft beslist is op 22 december 2023 een omgevingsvergunning van rechtswege ontstaan voor de bouw van het bijgebouw / de loods voor de klauwbekapservice.

Artikel delen