Van handhavingsverzoeker mag worden verwacht dat het verzoek concreet is en ziet op een specifieke locatie en concrete overtreder: als het om meerdere bedrijven gaat moeten meerdere afzonderlijke handhavingsverzoeken worden ingediend
Nog een interessante rechtsoverweging uit de uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland van 25 april 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:1660, over een onvoldoende concreet handhavingsverzoek.
Jurisprudentie – Samenvattingen
Meten=Weten voert aan dat er geen sprake is van doeltreffende en effectieve rechtsbescherming, anders dan door het indienen van een (algemeen geformuleerd) handhavingsverzoek. Volgens Meten=Weten is dat voor haar de enige mogelijkheid om de inbreuk op artikel 6, tweede lid van de Habitatrichtlijn ter rechterlijke toetsing voor te leggen.
De rechtbank volgt Meten=Weten hierin niet. De rechtbank ziet namelijk niet in dat Meten=Weten haarverzoek niet concreter had kunnen maken. Meten=Weten had de aard van de overtreding (los van de specifieke stof waar het in dat concrete geval om gaat) voldoende kunnen duiden en haar verzoek verder kunnen concretiseren naar locatie, tijd en overtreder. Dat dit tot gevolg zou hebben dat Meten=Weten meerdere handhavingsverzoeken moet indienen, is eigen aan de handhavingspraktijk zoals die in Nederland geldt. Een handhavingsverzoek dient het bestuursorgaan dat met handhaving is belast voldoende houvast en richting geven. Dat vereiste is naar het oordeel van de rechtbank niet onredelijk. De rechtbank is dus niet gebleken dat het indienen van een concreet handhavingsverzoek in dit geval onmogelijk of onnodig moeilijk zou zijn. De rechtbank vindt hiervoor steun in een uitspraak van de Afdeling van 2 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1428, waar een concreet verzoek om handhavend op te treden tegen de lelieteelt op een concrete locatie inhoudelijk is beoordeeld.