Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Wat betekent een aanwijzing als archeologisch (rijks)monument?

Bij het begrip 'monument' wordt al snel gedacht aan oude statige gebouwen. Deze kunnen door toekenning van een speciale monumentenstatus worden beschermd. Dit betreft zogenaamde gebouwde monumenten. Naast gebouwde monumenten wordt in Nederland verder onderscheid gemaakt in natuurmonumenten, landschapsmonumenten en aardkundige monumenten.

12 september 2018

Bescherming van archeologische monumenten

Archeologische (gebouwde) monumenten kunnen zich op en/of in de bodem en/of onder het wateroppervlak bevinden. Sommige archeologische monumenten zijn dus zichtbaar, andere niet. Overblijfselen uit het verleden, zoals archeologische vindplaatsen, kunnen worden beschermd door toekenning van de status 'archeologisch monument'. De toekenning van zo'n status gebeurt bij besluit van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en door inschrijving in het rijksmonumentenregister (rijksmonument), bij besluit van provinciale staten en door inschrijving op de provinciale monumentenlijst (provinciaal monument) of bij besluit van de gemeenteraad en door inschrijving in het gemeentelijk monumentenregister (gemeentelijk monument). De meeste archeologische monumenten worden aangewezen namens het Rijk. Hierna ga ik met name in op archeologische rijksmonumenten.

Eind 2017 beschikte Nederland over 1.457 archeologische rijksmonumenten, zo blijkt uit gegevens van de Erfgoedmonitor. De meeste bevinden zich in de provincies Gelderland en Groningen. Deze archeologische rijksmonumenten bevinden zich veelal op de bodem en zijn zichtbaar. Voorbeelden hiervan zijn grafheuvels, terpen en hunebedden. Andere archeologische rijksmonumenten zijn niet zichtbaar, doordat deze zich in de bodem of onder het wateroppervlak bevinden.

De bescherming van (archeologische) rijksmonumenten werd voorheen geregeld door de Monumentenwet 1998. Deze wet is op 1 juli 2016 overgegaan in de Erfgoedwet. De bescherming van overige (archeologische) monumenten wordt beheerst door lokale wet- en regel¬geving van provincies en gemeenten.

In de Erfgoedwet is een archeologisch (rijks)monument als volgt gedefinieerd: "terrein dat deel uitmaakt van cultureel erfgoed vanwege de daar aanwezige overblijfselen, voorwerpen of andere sporen van menselijke aanwezigheid in het verleden, met inbegrip van die overblijfselen, voorwerpen en sporen".

De minister van OCW kan ambtshalve besluiten tot aanwijzing van een archeologisch monument als rijksmonument, indien "het monument van algemeen belang is vanwege zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde". Bij het nemen van haar besluit kan de minister advies inwinnen bij het betreffende college van burgemeester en wethouders of bij gedeputeerde staten. Op de voorbereiding van een besluit tot aanwijzing van een archeologisch rijksmonument is de uniforme openbare voorbereidings¬procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Betrokkenen bij het besluit worden door middel van een kennisgeving geïnformeerd van het ontwerp besluit. Vanaf de start van een aanwijzingsprocedure geldt reeds een 'voorbescherming' op het archeologisch rijksmonument, om onherstelbare beschadiging in de tussentijd te voorkomen.

De voorbescherming en de definitieve aanwijzing als archeologisch rijksmonument worden ingeschreven in het rijksmonumentenregister en in de openbare registers van het Kadaster. In de eigendomsinformatie van het Kadaster is de aantekening als rijksmonument te raadplegen. Op het moment dat discrepantie tussen de openbare registers en het monumentenregister bestaat, gaat de informatie uit de openbare registers voor, zo is bepaald in artikel 3.6 van de Erfgoedwet.

Beperkingen door de status 'archeologisch monument'

De status van archeologisch (rijks)monument brengt beperkingen voor het betrokken gebied met zich mee, met name als er plannen zijn voor herontwikkeling.

Enerzijds is voor verschillende activiteiten ter plaatse van een archeologisch monument een vergunning vereist. Dit wordt geregeld door het ter plaatse vigerende bestemmings¬plan. Het bestemmingsplan kent de bestemming 'Waarde archeologisch monument' of iets van soortgelijke strekking toe voor het gebied dat aangewezen is als beschermd cultureel erfgoed. Vergunningplichtige activiteiten zijn bijvoorbeeld (ver)bouwen van een bouwwerk, aanleg van verharding, diepploegen, aanleg van drainage, aanleg van kabels en leidingen zowel bovengronds als ondergronds, verlaging van het grondwaterpeil en omzetting van grasland in een andere agrarische activiteit.

Anderzijds reguleert de Erfgoedwet het doen van opgravingshandelingen van een archeologisch (rijks)monument. Het doen van opsporings-, onderzoeks- of verwervingshandelingen naar (onderdelen van) een archeologisch monument, die tot verstoring van de bodem of het archeologisch monument of verplaatsing danwel verwijdering daarvan kunnen leiden, is alleen toegestaan indien hiervoor een certificaat is verstrekt. De minister van OCW wijst een instelling aan die bevoegd is om te besluiten op een aanvraag tot verstrekking van een certificaat.

Doordat de toekenning van de status archeologisch (rijks)monument beperkingen met zich meebrengt, kan deze beperking invloed op de waarde en de verkoopbaarheid van het betrokken gebied hebben. Dit kan zich met name voordoen op het moment dat de continuering van huidig gebruik of verandering van het gebruik belemmerd wordt.

Artikel delen