Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Warmtewet 2: Welke rol voor gemeenten?

Zoals in een eerder blog (Warmtewet 2.0) beschreven zet de regering in op collectieve warmtenetten als alternatief voor de huidige warmtevoorziening.

23 november 2020

Artikelen

Artikelen

Het (concept voor een) wetsvoorstel Collectieve Warmtevoorziening (Warmtewet 2) moet daarvoor de instrumenten bieden. De Warmtewet 2 moet een volgende stap zijn in de verduurzaming van de gebouwde omgeving. De Minister ziet in de Warmtewet 2 een belangrijke rol voor gemeenten. Wij zullen in een blogserie, waarvan dit blog de tweede is, de belangrijkste elementen en wijzigingen van de Warmtewet 2 toelichten. In deze blog: welke veranderingen brengt de Warmtewet 2 voor gemeenten?

Wijkgerichte aanpak

De regierol in de energie- en warmtetransitie, die volgens het Klimaatakkoord met name bij de gemeenten ligt, wordt in de Warmtewet 2 wettelijk verankerd. De gemeente bepaalt straks waar en wanneer een collectief warmtesysteem komt te liggen. Gemeenten kunnen hierbij de regie voeren op basis van een wijkgerichte aanpak. Op grond van het Klimaatakkoord moeten zij daartoe, samen met betrokken stakeholders, uiterlijk in 2021 een Transitievisie Warmte vaststellen. Dit is een beleidsdocument waarin gemeenten hun stapsgewijze aanpak bepalen voor het faciliteren van een aardgasvrije gebouwde omgeving.

Vaststellen warmtekavel

De gemeente krijgt de bevoegdheid om een zogenaamd ‘warmtekavel’ vast te stellen. Dit kavel betreft een gebied dat zodanig van omvang is dat een warmtebedrijf er een collectief warmtesysteem op een doelmatige wijze kan aanleggen en exploiteren en waarbinnen de leveringszekerheid voldoende gewaarborgd is. Het kavel moet voorts nog aan andere criteria voldoen om te waarborgen dat het collectieve warmtesysteem zelfstandig opererend, duurzaam, betaalbaar en betrouwbaar is. Een van de opgenomen criteria is dan ook het voorkomen van structurele afhankelijkheid van een ander collectief warmtesysteem binnen een andere warmtekavel.

Aanwijzing warmtebedrijf

Vervolgens wijzen gemeenten binnen het warmtekavel een warmtebedrijf aan. Hiervoor geldt dat de gemeente een transparante, non-discriminatoire en goed onderbouwde procedure dient te doorlopen. Zowel publieke als private warmtebedrijven mogen hieraan deelnemen. Het door de gemeente aangewezen warmtebedrijf krijgt een exclusief recht, voor een periode van minimaal 20 en maximaal 30 jaar om warmte te transporteren en leveren binnen het warmtekavel. Het transporteren en leveren van warmte zonder een dergelijke aanwijzing is in beginsel verboden. Dit betekent dat het warmtebedrijf de gedane investeringen kan terugverdienen. Bovendien gaat hier een prikkel van uit om de langere termijn ontwikkeling van het collectief warmtesysteem mee te nemen in beslissingen.

Besluitvormingstraject

Ook gaat voor gemeenten veel veranderen op het punt van marktordening. Van gemeenten wordt straks aanzienlijk meer verwacht dan enkel de selectie van een warmtebedrijf. Het concept wetsvoorstel voorziet in een uitgebreid besluitvormingstraject waarvan de selectie van een warmtebedrijf slechts een schakel is. Dit uitgebreid gemeentelijk besluitvormingstraject begint bij een Transitievisie Warmte en eindigt bij een omgevingsplan waarin – als alternatief voor aardgas in de gebouwde omgeving – voor een collectief warmtesysteem wordt gekozen.

Voor de praktijk

Het concept wetsvoorstel beoogt door middel van een wijkgerichte aanpak de gebouwde omgeving aardgasvrij te maken. Gemeenten krijgen op basis van de Warmtewet 2 de regie over de keuze voor een collectief warmtesysteem. Hiertoe krijgen gemeenten de bevoegdheid om een warmtekavel en een warmtebedrijf binnen dit vastgestelde warmtekavel aan te wijzen. Kortom, voor gemeenten zal de Warmtewet 2 dan ook de nodige veranderingen met zich meebrengen.

In onze volgende blogs zullen wij de hiervoor aangestipte onderwerpen nader uitlichten.

Door Ekram Belhadj en Kyveli Bossenbroek

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.