In Flevoland zijn de afgelopen maanden drie gebiedstafels met maatschappelijke partners, gemeenten, bedrijfsleven, boeren en natuurorganisaties bij elkaar gekomen om te praten over oplossingen voor de stikstofproblematiek. De gebiedstafels zijn verdeeld over Noord-Flevoland, Midden-Flevoland en Almere. Op dit moment werken alle provincies via een gebiedsgerichte aanpak aan het oplossen van dit probleem. Deze aanpak verschilt per provincie en per gebied, omdat de problematiek en wijze van samenwerken per gebied verschilt.
De eerste gebiedstafel stond vooral in het teken van kennismaken en het schetsen van de problematiek. Iedere deelnemer heeft uitgelegd wat voor zijn overheid of sector knelpunten en mogelijkheden zijn ten aanzien van de stikstofaanpak.
Tijdens de tweede gebiedstafel hebben de deelnemers zich gebogen over feiten en cijfers. In overzichtskaarten is gepresenteerd vanuit welke bronnen in Flevoland de stikstof in de lucht komt. Ook zijn kaarten gepresenteerd van de stikstofgevoelige natuurgebieden rond Flevoland, waarop is weergegeven hoeveel stikstof daar neerslaat en vanuit welke bronnen deze stikstof afkomstig is. Op basis daarvan is gesproken over kansen en bedreigingen bij de aanpak van deze problematiek.
In de derde bijeenkomst van de gebiedstafels is gesproken over het rapport van de commissie Remkes. In dit rapport wordt een perspectief geschetst voor een structurele aanpak van het stikstofvraagstuk. Bij de bespreking van het rapport van de commissie Remkes is veel gediscussieerd. Onderwerpen waren onder meer de uitwisselbaarheid van NOx en NH3, hoe wordt aangekeken tegen de noodzaak om natuur ook in Flevoland te versterken, mogelijkheden voor combinaties van landbouw en natuur en de consequenties van de voorgestelde 50% reductie van stikstofemissies.
Aansluitend is gesproken over het langetermijnperspectief voor een Flevoland met stikstof in balans. In het rapport van de commissie Remkes wordt voorgesteld om een onderscheid te maken tussen natuurzones, landbouwzones en overgangszones. Voor Flevoland zou dat betekenen dat het overgrote deel bestaat uit landbouwzone, met aan de noord- en oostrand een overgangszone naar de natuur van Wieden-Weerribben en Veluwe. De deelnemers van de gebiedstafels hebben besproken hoe dat eruit zou kunnen zien. Verder werd stilgestaan bij natuurinclusieve landbouw, natuurverbindingen, innovaties in de landbouw en maatregelen voor scheepvaart, industrie, bouw en verkeer.
In de zomerperiode worden deze onderwerpen verder verkend en besproken. Tot september komen de gebiedstafels nog een keer bijeen. Dan wordt een rapportage opgesteld van de uitkomsten tot dan. Lees meer over de samenstelling van de gebiedstafels en de gebiedsgerichte aanpak in ons dossier.