Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Verwachte wijzigingen Bouwbesluit en BBL in 2022

Naast de inmiddels bij velen al bekende wijzigingen (zie dit artikel) staan er voor 2022 nog meer wijzigingen van het Bouwbesluit 2012 en de opvolger, het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) op stapel. In dit artikel worden deze verwachte wijzigingen kort toegelicht.

Nieman 9 november 2021

Artikelen

Artikelen

De inwerkingtredingsdatum van het Bbl staat overigens nog steeds gepland op 1 juli 2022, zo heeft minister Ollongren op 1 november in een Kamerbrief bekend gemaakt.

Minimale hoeveelheid hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie – 1 januari 2022

In het kader van de herziene Europese richtlijn voor hernieuwbare energie (RED II) is de verwachting dat per 1 januari 2022 eisen worden gesteld aan de minimale hoeveelheid hernieuwbare energie bij een ingrijpende renovatie waarbij een technisch bouwsysteem voor verwarming of koeling wordt aangepast. Onder een ingrijpende renovatie wordt verstaan een renovatie waarbij ten minste 25% van de gebouwschil integraal wordt gerenoveerd (artikel 3.2 van de Regeling Bouwbesluit 2012). De eis gaat gelden voor alle gebruiksfuncties, met uitzondering van de industriefunctie en overige gebruiksfunctie.

Het wijzigingsbesluit is in april 2021 ter voorhang aan de Eerste en Tweede Kamer voorgelegd. In de Regeling Bouwbesluit 2012 zal worden bepaald dat om te beoordelen of de eisen van toepassing zijn, gebruik moet worden gemaakt van de Leidraad eis hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie.

Verzamelwijziging van het Bbl (parkeergarages, woonfunctie voor zorg en daglicht) – 1 juli 2022

Op 1 juli 2022, tegelijk met de inwerkingtreding van het Bbl, worden diverse wijzigingen verwacht met betrekking tot parkeergarages, de woonfunctie voor zorg en daglichttoetreding. Het gaat op hoofdlijnen om de volgende wijzigingen:

  • Strengere eisen aan oplaadvoorzieningen voor elektrische voertuigen bij nieuwbouw en verbouw:

  • Oplaadpunten in een parkeergarage moeten tegelijkertijd uitgeschakeld kunnen worden;

  • De oplaadpunten en uitschakelvoorziening moeten bij de toegang van de parkeergarage worden aangegeven;

  • Oplaadpunten in een parkeergarage moeten voldoen aan mode 3 of mode 4 als bedoeld in NEN 1010. In de IFV-publicatie Brandveiligheid van parkeergarages met elektrisch aangedreven voertuigen wordt meer informatie gegeven over deze laadpalen.

  • De eisen aan de equivalente daglichttoetreding worden vervangen door eisen aan de daglichtfactor, te bepalen volgens NEN-EN 17037.

  • Bij woonfuncties voor zorg worden in het Bbl de zorgniveaus volgens de WAR-systematiek (Waarschuwen / Assisteren / Redden) geïntroduceerd. Deze onderverdeling richt zich op de mate waarin bewoners moeten worden geholpen bij het vluchten bij brand. Het zorgniveau is bepalend voor de wijze van doormelding van de brandmeldinstallatie (naar zusterpost of RAC) en de omvang van de ontruimingsorganisatie. Daarnaast wordt geregeld dat bij een woonfunctie voor zorg een brandmeldinstallatie met gedeeltelijke bewaking niet meer is toegestaan.

Parkeergarages onder gebouwen waarin wordt geslapen (woningen, kinderopvang voor kinderen < 4 jaar, celfuncties, logiesfuncties of gezondheidszorg met bedgebieden) moeten bij nieuwbouw in de volgende gevallen worden voorzien van een automatische blusinstallatie (bijv. een sprinklerinstallatie):

  • Wanneer een voor personen bestemde vloer in de bovengelegen gebruiksfunctie ten minste 13 m boven het meetniveau ligt; of

  • Wanneer de parkeergarage een gebruiksoppervlakte > 1.000 m² heeft en de bovengelegen gebruiksfunctie een enkele vluchtroute heeft die door een ruimte voert die bereikbaar is vanuit de parkeergarage.De blusinstallatie moet worden voorzien van een geldig inspectiecertificaat op grond van het CCV-inspectieschema Brandbeveiliging.

Duurzaam gebruik van daken – 1 juli 2022

Op 24 september jl. is een voorhangprocedure gestart om in het Bbl eisen aan het duurzaam gebruik van daken van industrie- en overige gebruiksfuncties op te nemen. Verwacht wordt dat deze wijziging ook op 1 juli 2022 in werking treedt.

Gemeentes krijgen de mogelijkheid om op dit punt maatwerk toe te passen. Voor bestaande bouw gaat het om maatwerkvoorschriften (individueel), voor nieuwbouw om maatwerkregels die in het Omgevingsplan kunnen worden opgenomen. In alle gevallen zal de gemeente moeten bekijken of (en motiveren waarom) een maatwerkregel of -voorschrift gepast is. De gemeente moet daarbij rekening houden met de lokale omstandigheden en de positie van de gebouweigenaar. Er kan worden geëist dat:

  • Een dak van een gebouw wordt gebruikt voor het opwekken van hernieuwbare energie (tot maximaal het energiegebruik van het gebouw); en

  • Er worden maatregelen getroffen aan daken van gebouwen ter verbetering van de klimaatadaptiviteit van die gebouwen. Dit gaat bijvoorbeeld om blauwe of groene daken.

Strengere eisen aan brandklasse gevels

Eind oktober heeft minister Ollongren een Kamerbrief gestuurd over het aanscherpen van de eisen aan de brandklasse van gevels. Het betreft de brandklasse van gevels van hoge gebouwen waarin wordt geslapen of waarin minder zelfredzame personen aanwezig zijn.

De minister verwacht dat medio 2022 een voorhangprocedure zal worden gestart. De eisen zullen dan mogelijk in de tweede helft van 2022 of begin 2023 in werking treden.

Naast deze wijziging is de verwachting dat ook andere aanbevelingen van de ATGB ten aanzien van de brandveiligheid in het kader van het ‘Grenfell onderzoek’ verwerkt zullen worden in de bouwregelgeving. Meer informatie hierover volgt begin 2022.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.