Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Verklaring van geen bedenkingen wordt adviesrecht voor de gemeenteraad

Begin op tijd met vaststellen van adviesrecht! De Omgevingswet komt eraan, voor iedereen die met de fysieke leefomgeving te maken heeft, volgen veranderingen. Ook voor de gemeenteraad verandert er het nodige met de komst van de Omgevingswet.

19 juli 2023

Niet alleen komt het omgevingsplan in de plaats van het bestemmingsplan maar ook wordt dat omgevingsplan veel breder van opzet dan het enkel regelen van de ruimtelijke ordening. In het omgevingsplan worden zoveel mogelijk regels voor alle activiteiten die te maken hebben met de hele fysieke leefomgeving gebundeld. Een omgevingsplan wordt vastgesteld door de raad en geldt voor onbepaalde tijd. Van dat omgevingsplan kan worden afgeweken via een ‘buitenplanse omgevingsrechtactiviteit’ (1).

Onder de Wet ruimtelijke ordening is, afhankelijk van het soort plan, een besluit van de raad nodig om te kunnen afwijken van het bestemmingsplan (2): de verklaring van geen bedenkingen (vvgb). Deze vvgb kan slechts worden geweigerd door de raad in het belang van een goede ruimtelijke ordening. Wel mogen er door de raad voorschriften of voorwaarden aan de vvgb worden verbonden, die door het college van B&W vervolgens aan de vergunning tot afwijking van het bestemmingsplan worden verbonden.

Onder de huidige wetgeving is het mogelijk dat de raad een lijst met categorieën van gevallen vaststelt waarbij een vvgb niet vereist is (3). Die lijst moet concreet genoeg zijn en mag niet zo ruim zijn geformuleerd dat er nauwelijks of zelfs nooit meer een vvgb van de raad nodig is.

De vvgb vervalt onder de Omgevingswet. In de plaats daarvan komt het adviesrecht van de raad voor bepaalde gevallen van een “buitenplanse omgevingsrechtactiviteit”. Dat is een verzwaard, bindend adviesrecht voor de gemeenteraad. Het college van B&W mag daar niet van afwijken.

Het gaat daarbij om die buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (vergelijkbaar met het huidige afwijken van het bestemmingsplan), waarvan de raad vooraf heeft vastgelegd hiervoor gebruik te willen maken van het adviesrecht. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een dergelijke activiteit kan B&W dus niet zelfstandig afdoen. Als de raad een negatief advies geeft, mag het college de omgevingsvergunning niet verlenen.

Een belangrijk verschil met de huidige praktijk is gelegen in het omdraaien van de discussie: nu is de raad altijd nodig om af te wijken van het bestemmingsplan, tenzij de raad vooraf heeft aangewezen in welke gevallen dat niet nodig is. Onder de Omgevingswet wijst de raad vooraf gevallen aan waarin haar advies vereist is.

Wanneer een situatie niet door de raad is aangewezen, bestaat het adviesrecht niet en kan het college zelf bepalen of er van het omgevingsplan wordt afgeweken. Natuurlijk blijft er wel een politieke component aanwezig en zal het college niet zomaar afwijken van gemeentelijk beleid, maar de raad beslist dan in ieder geval niet zelf.

De raad moet nu, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, dus zoals op dit moment voorzien voor 1 januari 2024, een besluit nemen over de gevallen waarin zij wil adviseren. Daarvoor wordt een lijst met gevallen waarvoor advies en instemming van de raad nodig is voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit vastgesteld.

Het ligt in dat kader voor de hand dat de raad bekijkt hoe de eigen lijst van categorieën van gevallen heeft gefunctioneerd en of die gevallen anders of beter zouden kunnen worden omschreven. Ook is denkbaar dat de raad naar aanleiding van de ervaring over de afgelopen jaren juist veel meer of veel minder vaak advies wil verstrekken.

De definitief vast te stellen lijst zal een balans moeten vormen tussen het werkbaar houden van het aantal gevallen waarin de raad moet adviseren en het doel van de Omgevingswet om procedures sneller te laten verlopen enerzijds, en aan de andere kant het belang van de adviserende rol van de raad als het gaat om bijvoorbeeld ontwikkelingen met zwaarwegende maatschappelijke belangen en het voorkomen van activiteiten die niet binnen de bestaande beleidskaders vallen.

Deze kaders zijn immers niet voor niets door de raad in beleid vastgelegd. Wij verwachten bijvoorbeeld dat de onderwerpen windmolens en grote woningbouwprojecten onderwerpen zijn waarover vele raden hun adviesrecht willen laten vastleggen.

(1) Artikel 16.15a Omgevingswet

(2) Artikel 2.27 derde lid Wabo en artikel 6.5 Bor

(3) Artikel 6.5 derde lid Bor

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.