Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Transitiepad warmtenet na 2030

Over Morgen brengt de warmtransitie in praktijk. Dat doen we met zogeheten ‘transitiepaden’. Een transitiepad schetst wat het alternatief voor aardgas in een wijk zou kunnen zijn, met welk tempo je daar naartoe kan werken en vooral: wat je nu al kan doen. In deze blog: het transitiepad voor wijken waar het realiseren van een warmtenet ná 2030 het meest kansrijk is.

11 oktober 2021

Na de vaststelling van de Transitievisie Warmte zijn sommige gemeenten al volop van visie naar uitvoering gegaan. Daarbij is er veel behoefte aan inzicht in hoe dit aan te pakken, wat is de route naar aardgasvrij in een wijk? En, wat betekent dit voor een woningeigenaar, hoe krijg je die in beweging?

In deze blogreeks vragen wij onze eigen collega’s naar hun ervaringen. We zijn immers niet alleen adviseurs, maar in ons privéleven ook bewoner van een wijk die aardgasvrij zal worden. We delen graag wat het voor ons betekent om als bewoner ‘in beweging te komen’.

Op welke manier zijn onze eigen adviseurs al bezig met de warmtetransitie en het transitiepad in hun buurt en wat zijn hun overwegingen om als bewoner nu wel of misschien voorlopig nog geen maatregelen te nemen? En hoe helpt de gemeente hen daarbij?

Transitiepad warmtenet na 2030

Het realiseren van een warmtenet heeft relatief veel impact op de ondergrond, want er is een infrastructuur van leidingen onder de grond nodig die de warmte vervoeren. Daar tegenover staat dat de impact op een woning relatief laag is, alleen een afgiftesysteem en afleverset is daar nodig. De woning heeft in vergelijking met een elektrische warmtepomp minder ingrepen aan de woning. De temperatuur van het aangeleverde warme water moet voldoende zijn om de woningen te kunnen verwarmen. Hierop moet mogelijk het isolatieniveau worden aangepast.

Warmtenetten hebben als belangrijk kenmerk dat de investeringen in de infrastructuur hoog zijn. Hierdoor zijn warmtenetten meestal met name haalbaar in (stedelijke) gebieden met een hoge dichtheid en schaal.

Een ander belangrijk kenmerk van warmtenetten is dat een warmtenet in een relatief kort tijdsbestek moet worden ontwikkeld, om zodoende snel voldoende aansluitingen te krijgen waarmee de hoge investeringskosten zijn gedekt. Buurten waar een warmtenet komt vragen een wijkaanpak waarbij de buurt, of een cluster gebouwen binnen een buurt, in een bepaald tempo aansluit op het warmtenet. De snelheid waarin verschillende doelgroepen in een buurt wel of niet aansluiten is vooral afhankelijk van landelijke subsidies, financiering en regelgeving.

Eigenaren in een warmtenetwijk hebben een keuze om niet mee te doen met het warmtenet en zelf voor een ander duurzaam alternatief voor aardgas te zorgen. Hoe werkt dat voor woningeigenaren?

We gaan in gesprek met een Over Morgen-adviseur die woont in een buurt waar het transitiepad aangeeft dat er mogelijk na 2030 een warmtenet komt. Deze keer: Rob Geldhof.

In wat voor woning woon je en waar?

Ik woon nu in een beneden-bovenwoning uit 1934, in de Rotterdamse wijk Bloemhof. Ik heb twee verdiepingen en een royale 116 m2. De bouwkundige staat laat helaas te wensen over. Sinds de jaren ’30 is er niet veel aan gebeurd. Ook energetisch: ik heb weliswaar een spouw aan de voorzijde, maar geen centrale verwarming. In plaats daarvan heb ik drie gaskachels, verspreid door het huis, waarvan we er maar één voldoende vertrouwen dat we hem ook gebruiken. Ja, dat betekent dat het ’s winters in sommige kamers tot wel 13 graden afkoelt. Wat we dan doen? Klagen en een extra trui dragen.

Wat zijn de plannen van je gemeente met jouw wijk?

Als ik kijk naar de transitievisie warmte van Rotterdam, is in mijn wijk een warmtenet voorzien. Sterker nog, de transportleiding die het warmtenet van Vattenfall (zuid) verbindt met het warmtenet van Eneco (noord) loopt voor onze voordeur. En de dichtheid is hier erg hoog, dus ik snap de keuze voor een warmtenet. Aansluiten zal niet voor 2030 plaatsvinden, en dat is maar goed ook, want mijn woning is daar bij lange na nog niet voor geschikt. Zowel de isolatie als de binneninstallatie zijn nog niet op orde.

Heb je inzicht in natuurlijke vervangingsmomenten van je woning?

Nee en ik denk ook niet dat die er zijn. Mijn woning is niet mijn woning, maar van een pandjesbaas die verder niet heel veel woningen heeft (ik heb het opgezocht in het Kadaster). Onderhoud is geen grote prioriteit, en al helemaal niet planmatig onderhoud.

Na vele klachten over lekkage van onze buren is eindelijk het dak vervangen. Dat was een natuurlijk moment voor dakisolatie, maar dat is niet gebeurd. Ik verwacht ook niet dat er heel veel geld is voor energetische maatregelen, omdat de huur echt heel laag is. Dat komt door de huurpuntensystematiek die de huur begrenst, mede door de staat van onderhoud.

Wat voor (verduurzamings)plannen heb je zelf met je woning?

Geen, want het is niet mijn woning. Ik heb wel infraroodpanelen aangeschaft om enkele ruimtes te verwarmen waar we geen gaskachel hebben. Ik merk dat die in de tussenseizoenen wel comfortabel zijn, maar in de winter verre van toereikend.

Als het wel mijn woning was, zou ik een hele goede adviseur zoeken om de boel eens goed door te lichten, zowel bouwkundig of energetisch. In potentie is het een fantastische woning met veel oorspronkelijke details zoals glas-in-lood en inbouwkasten. Het is zonde om hier niet in te investeren!

Wat heb je nodig, van bijvoorbeeld je gemeente? Of wat is er nodig in jouw buurt?

Deze buurt wordt gekenmerkt door lage inkomens, veel pandjesbazen en armere particuliere woningeigenaren. Dat terwijl de staat van veel woningen slecht is. Mede hierom is het Nationaal Programma Rotterdam Zuid in het leven geroepen. Woningkwaliteit is een belangrijk onderdeel hiervan, en aardgasvrij is hier echt een koppelkans voor zoveel meer: veiligheid, comfort, verhuurbaarheid en leefkwaliteit.

De Transitievisie Warmte

De afgelopen jaren werkten we bij Over Morgen dagelijks aan het begeleiden van gemeenten bij het ontwikkelen van Transitievisies Warmte en het informeren van bewoners over de warmtetransitie. Het is de bedoeling dat alle gemeentes uiterlijk dit jaar de Transitievisie Warmte afronden en vaststellen. Sommige gemeentes zijn vroeg begonnen en zijn inmiddels bezig met wijkgerichte aanpakken en andere gemeentes werken nu nog hard aan de visie.

In de transitievisie Warmte staat een aantal belangrijke onderdelen:

1. Welke wijken zijn kansrijk om voor 2030 al te beginnen met aardgasvrij en welke later?

2. Welk alternatief voor aardgas is in de wijken die voor 2030 aan de beurt zijn het meest kansrijk?

3. Met welke tussenstappen kunnen bewoners nu al aan de slag om hun woningen gereed te maken voor de transitie naar aardgasvrij?

Op deze manier heeft elke gemeente een globaal beeld van hoe de warmtetransitie er in de praktijk komt uit te zien en weten ook bewoners, woningcorporaties en andere stakeholders welke oplossingen kansrijk zijn.

De afgelopen jaren leerden ons dat het geven van richting belangrijk is, omdat dit houvast biedt voor alle betrokkenen. Tegelijkertijd is er veel behoefte aan inzicht in HOE dat eindbeeld tot stand komt: wat is de route om tot een warmteoptie te komen in een wijk en wat kunnen bewoners al doen?

De transitiepaden helpen daarbij. Een transitiepad schetst een fasering met tussenstappen en geeft aan welke soort aanpak past bij de waarschijnlijke warmteoptie: een wijkgerichte aanpak of een doelgroepgerichte aanpak. We onderscheiden de volgende vijf transitiepaden:

• All electric

• Warmtenet vóór 2030

• Warmtenet (waarschijnlijk) na 2030

• Besparen en op termijn duurzaam gas

• Besparen en herijken

De rol van hybride warmtepompen

Voor alle transitiepaden, behalve het transitiepad ‘warmtenet voor 2030’ geldt dat hybride warmtepompen een logische no-regret tussenoplossing kunnen zijn in de route naar aardgasvrij en de eindoplossing voor het transitiepad ‘besparen en op termijn duurzaam gas’. Hybride warmtepompen vormen een logische stap in het verduurzamen van de gebouwde omgeving.

In alle gevallen: isoleren

Altijd geldt dat, ongeacht de meest geschikte duurzame warmteoptie, het terugdringen van de gas- en warmtevraag en basisisolatiemaatregelen aan het gebouw nodig is! Denk aan schilmaatregelen zoals isolatie van gevel, dak en vloer, vervanging van het glas, aanpassingen in de binneninstallatie zoals radiatoren, ventilatie en het dichten van kieren, en elektrisch koken. De landelijke standaard voor woningisolatie helpt om te verduidelijken wat er nodig is in een woning, voordat die aardgasvrij kan worden.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.