Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Staatssecretaris Van Ooijen doet oproep aan wethouders: zie dakloosheid als woonprobleem

“Wonen en zorg, wethouder en staatssecretaris: nu, samen, actie, vasthouden. Eerst een thuis!” Die oproep deed staatssecretaris Maarten van Ooijen aan wethouders op Wereld Daklozendag op 10 oktober. De erkenning van de staatssecretaris van dakloosheid als woonprobleem komt wekelijks na een nieuwe telling in Noord-Brabant, die toont dat er veel dak- en thuisloze kinderen en jongeren zijn.

11 oktober 2023

Artikelen

Artikelen

Foto: Eveline van Egdom, via Straat Consulaat

Staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid schreef zijn oproep symbolisch op een deur. Dat deed hij in Den Haag bij een bezoek aan Straatconsulaat, een belangenbehartiger voor dak- en thuisloze mensen.

De organisatie organiseerde de 10e een mars naar het stadhuis, om aandacht te vragen voor betaalbare huisvesting. “Want dakloosheid is in de eerste plaats een woonprobleem en een extreme uiting van de wooncrisis”, aldus de organisatie in een persbericht. Vergelijkbare marsen en protesten vonden plaats in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Gouda.

Van Ooijen en VRO-minister Hugo de Jonge presenteerden eind 2022 het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis, waarin al werd ingezet op dakloosheid als woon- in plaats van zorgprobleem. Er moet een paradigmaverschuiving plaatsvinden, aldus de minister en staatssecretaris. “Het betekent dat beleid niet is gericht op maatschappelijke opvang, maar dat veel steviger wordt ingezet op het voorkomen dat mensen dakloos raken, én een veel nadrukkelijker focus op wonen.”

Maar die boodschap landt vooralsnog niet bij alle gemeenten. “Gemeenten beschouwen dakloosheid overwegend als zorgprobleem, terwijl een dak boven je hoofd een allereerste voorwaarde is om een zelfstandig bestaan op te kunnen bouwen”, zegt Joy Falkena, belangenbehartiger bij Straat Consulaat. Een tussentijdse evaluatie van het actieplan van Van Ooijen en De Jonge door landelijke coalitie tegen jeugddakloosheid SamenThuis2030 bevestigt dat beeld: veel gemeenten houden vast aan hun oude beleid met een nadruk op zorg in plaats van wonen.

Belangenbehartigers hadden daar bij de presentatie van het programma al voor gewaarschuwd. Het Rijk legt de verantwoordelijkheid voor de uitvoer van het actieplan bij gemeenten en dat maakt de aanpak kwetsbaar. “Het is nodig dat - behalve het Rijk - álle Nederlandse wethouders hun rol pakken in de bestrijding van dakloosheid”, aldus Valeria Sciascera, ervaringsdeskundige en werkzaam bij Housing First Nederland. De oproep van Van Ooijen bekrachtigt dit.

Dakloze kinderen

Dat de opgave urgent is en dat gemeenten snel uit de startblokken moeten, bleek vorige week in Den Bosch. Daar presenteerden de Hogeschool Utrecht en Kansfonds de resultaten van een telling van het aantal dak- en thuisloze mensen in de regio Noordoost-Brabant.

De telling, waarbij bijna honderd maatschappelijke organisaties betrokken waren, ging volgens de Europese Ethos-definitie van dak- en thuisloosheid. Daarbij wordt breed naar de problematiek gekeken. Zo worden mensen op straat en in de (tijdelijke) opvang geteld, maar bijvoorbeeld ook mensen die in een auto of vakantiewoning wonen, die een instelling verlaten zonder zicht op vervolghuisvesting, die tijdelijk bij familie of vrienden verblijven, of mensen met dreigende huisuitzetting.

In totaal werden met deze brede definitie 1498 dak- en thuisloze mensen geteld. Het is een zeer heterogene groep. “We zien een grote diversiteit in dak- en thuisloze mensen. Een derde is vrouw, 40 procent is jonger dan 27 jaar, en we telden 54 verschillende nationaliteiten. Deze resultaten doorbreken het traditionele beeld van dak- en thuisloosheid. Het stereotype beeld van een man met een blikje bier op een bankje is echt achterhaald”, duidt onderzoeker aan de HU Dorieke Wewerinke de cijfers.

Van de getelde mensen is 23 procent jonger dan 18 jaar. Verder zijn er in Noordoost-Brabant 349 kinderen met één of meer dak- of thuisloze ouders. Op jonge leeftijd dak- of thuisloos zijn of ermee in aanraking komen, kan vergaande gevolgen hebben in het latere leven, zegt Jan de Vries, mensenrechtenjurist en de Nederlandse vertegenwoordiger van woonrechtbeweging The Shift.

De Vries: “We weten eigenlijk niet of kinderen die jong in aanraking komen met dak- en thuisloosheid later zelf een grotere kans hebben om zelf ook dak- of thuisloos te worden. Daar zijn in Nederland amper cijfers over. Uit internationaal onderzoek weten we wel dat het later in het leven grote invloed heeft. De ontwikkelkansen van de kinderen worden beperkt en de kans op armoede wordt groter.”

Mensen zien en erkennen

De telling in Noordoost Brabant schijnt een nieuw licht op recente CBS-cijfers. Volgens het statistiekbureau telt Nederland 26.600 dakloze mensen, maar mensen jonger dan 18 en ouder dan 65 zitten niet in de statistieken. Ook werkt het statistiekbureau met een vrij enge definitie van dakloosheid, waardoor volgens Kansfonds bijvoorbeeld vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de landelijke cijfers.

M’Hammed Akrim, ervaringsdeskundige bij de Maatschappelijke Opvang Den Bosch: “De Ethos-telling in Noordoost-Brabant maakt het onzichtbare zichtbaar. Door stigma’s durven niet alle mensen even snel naar de opvang. Denk aan bijvoorbeeld jongeren of jonge moeders. Die blijven uit het zicht en dan verergeren de problemen. Met de telling geef je mensen het gevoel dat ze gezien en gehoord worden, dat de samenleving hun problemen erkent. Dat is het begin van het vinden van een oplossing.”

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.