Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Regionale Monitor Klimaatadaptatie helpt lokale overheden met monitoring

Het afgelopen jaar heeft de werkgroep Regionale Monitor Klimaatadaptatie (RMK) eerste stappen gezet in het ontwikkelen van een monitoringssystematiek voor decentrale overheden. Deze eerste stappen staan beschreven in het rapport Regionale Monitor Klimaatadaptatie. Het is de bedoeling dat de uiteindelijke monitor provincies, werkregio’s, gemeenten en waterschappen vanaf 2026 kan helpen om meer zicht te krijgen op de effecten van adaptatiemaatregelen.

Kennisportaal Klimaatadaptatie 8 mei 2024

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

Waarom een Regionale Monitor Klimaatadaptatie?

Binnen het werkveld is er een sterke behoefte aan meer inzicht in de vraag hoever we zijn in de transitie naar klimaatbestendigheid. Het doel van deze monitor is om een systematiek te ontwikkelen die decentrale overheden kan helpen om meer zicht te krijgen op de effecten van adaptatiemaatregelen. Relevante vervolgvragen zijn: helpen deze maatregelen om klimaatadaptief te worden? En moet op basis van de inzichten beleid worden aangepast? Ook kan de monitor helpen om een eerste beeld te geven of we als Nederland op koers liggen om klimaatadaptief te worden.

Indicatoren op verschillende niveaus

De systematiek kan een aanvulling vormen op lokale monitoringsinitiatieven die al ontwikkeld zijn. Centraal in de verkenning staat de ontwikkeling van indicatoren op drie niveaus. Niveau 1 bestaat uit kwantitatieve indicatoren op basis van landelijke data, niveau 2 uit kwantitatieve indicatoren op basis van lokale data, en niveau 3 uit procesmatige indicatoren die door decentrale overheden in beeld zijn gebracht, bijvoorbeeld via interviews.

Verdere uitwerking indicatoren

De werkgroep gaat samen met gemeenten kijken welke indicatoren zinvol zijn om te monitoren. Voor het thema hitte zou bijvoorbeeld de veranderende verhouding tussen verhard en onverhard oppervlak in de openbare ruimte een indicator kunnen zijn. De mogelijke indicatoren worden dit jaar samen met zo’n tien gemeenten in een pilot getest. In een vervolgtraject werken de VNG, enkele gemeenten en stichting RIONED uit welke indicatoren op niveau 2 en 3 opgenomen kunnen worden in de monitor. Het doel is om de landelijke indicatoren te verankeren in een dashboard dat mogelijk deel zal uitmaken van de Klimaateffectatlas.

Wie maken er deel uit van de werkgroep?

De werkgroep die het rapport (pdf, 4.1 MB) heeft geschreven bestaat uit verschillende organisaties en gemeenten: Rijkswaterstaat, Unie van Waterschappen, STOWA, de VNG, CBS, PBL, RIONED, Stichting CAS, TAUW, en de gemeenten Rotterdam en Alkmaar. De werkgroep wordt gecoördineerd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en aangestuurd door de stuurgroep Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA).

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.