De ontwikkeling van de maatlat is een belangrijke stap op weg naar een klimaatadaptief Nederland. Deze definieert wat klimaatadaptief bouwen is en schept duidelijkheid voor medeoverheden en voor bouwende en ontwikkelende partijen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ontwikkelt de landelijke maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving samen met de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
De ontwikkeling van de maatlat sluit aan op uitdrukkelijk advies van de Deltacommissaris om landelijk tot een consensus te komen over klimaatadaptief bouwen. Ingenieursbureaus TAUW en Arcadis begeleiden de ontwikkeling. De maatlat schept het kader voor klimaatadaptief bouwen en richt zich op locatie-inrichting en bouwwijze. Het gaat om de klimaatthema’s hitte, wateroverlast, droogte en gevolgbeperking van overstromingen. Daarnaast worden ook de thema’s bodemdaling en biodiversiteit betrokken. Parallel aan de maatlat worden er in het programma “Water en Bodem Sturend” randvoorwaarden uitgewerkt voor de locatiekeuze voor nieuwe ontwikkelingen. De maatlat moet een impuls geven om groene klimaatbestendige gebieden en gebouwen te kunnen realiseren die ook bijdragen aan biodiversiteit en gezondheid.
De maatlat zal breed toepasbaar zijn voor Nederland en rekening houden met de verschillen in het bodem- en watersysteem. De hogere zandgronden in Oost-Nederland vragen bijvoorbeeld om andere oplossingen dan de polders in West-Nederland. Er zijn al verschillende regionale samenwerkingen en afspraken voor klimaatadaptief bouwen, zoals in Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Holland/Metropoolregio Amsterdam en Gelderland. Deze samenwerkingen zijn een belangrijk startpunt. Ze kunnen worden aangevuld met inzichten, ervaringen en behoeften uit heel Nederland om breed zicht te krijgen op klimaatadaptief bouwen. De focus van de maatlat ligt op nieuwbouw, maar hij gaat ook over de bestaande gebouwde omgeving. Ook worden de borgingsmogelijkheden van de maatlat in ruimtelijke plannen en ontwerpen in kaart gebracht.
De ontwikkeling van de maatlat duurt een half jaar en gebeurt samen met de (bouw)sector. Naast de landelijke koepels van publieke en private sector worden decentrale overheden, bedrijven en experts betrokken via interviews en een klankbordgroep. Zij hebben namelijk al ervaring met ontwerpen, ontwikkelen, en bouwen van klimaatadaptieve gebieden en gebouwen. Zij brengen deze ervaringen in en denken mee over de invulling van de maatlat. De maatlat wordt eind 2022 opgeleverd.
Minister De Jonge wil nationale maatlat voor klimaatadaptief bouwen
Klimaatrobuust bouwen: de vrijblijvendheid voorbij
Deltacommissaris roept ministers op tot actie
Kamerbrief over reactie op advies Deltacommissaris klimaatadaptatie en woningbouw