Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Omgevingswet erkent urgentie van klimaatadaptatie

Klimaatadaptatie is van iedereen en daardoor van niemand. Het raakt aan alle andere opgaven waarvoor u zich gesteld ziet, het is een thema dat door alle transities heen loopt. Van woningbouw tot energie, van mobiliteit tot duurzaamheid. Het besef van de noodzaak van klimaatadaptatie is er ook, al wisselt het gevoel van urgentie. Tegelijkertijd is het thema ongrijpbaar, omdat het in gemeentelijke organisaties vaak niet als integrale verantwoordelijkheid is belegd, ook budgettair.

Pauline van Heugten en Arnold Wielinga, Royal HaskoningDHV 3 december 2021

Artikelen

Artikelen

De Omgevingswet biedt de kans en de instrumenten om daar verandering in te brengen. Een integrale aanpak die opgaven verbindt, laat zien waar het wringt en waar de winst zit. Voor de leefbare en gezonde straat, wijk en stad van de toekomst.

Hittestress die vaker en ernstiger wordt, en tegelijk een toenemende overstromingskans: de feiten zijn onweerlegbaar en het besef van de noodzaak van klimaatadaptatie is er, maar de urgentie wisselt. Afgelopen zomer, na de overstromingen in Limburg, kregen we veel verzoeken van gemeenten om te helpen meer vaart te maken. Maar straks zijn er weer verkiezingen en is er ook veel aandacht voor andere onderwerpen. Terwijl de urgentie niet minder wordt.

Afscheid van silo’s en schotten

Nederlandse gemeenten zijn traditioneel ingericht met afdelingen die elk hun eigen verantwoordelijkheid hebben. En klimaatadaptatie zit als het ware vastgeklonken in de watersector, bij de afdelingen en de mensen die zich van oudsher met water en riolering bezighouden. Terwijl het sociaal domein en ruimtelijke ontwikkeling net zo belangrijk zijn. Dat wordt steeds duidelijker in de lokale en regionale risicodialogen die we voeren. De urgentie van de klimaatadaptatie onttrekt zich aan die grenzen, en dat vraagt dus om ontschotting, om het loskomen van silo’s. Van de abstracte visie tot het concrete uitvoeringsplan. Blijft klimaatadaptatie binnen het domein van water en riolering, dan mist u de kans om de opgave te verbinden met woningbouw, met energie, met mobiliteit.

De Omgevingswet is een stimulans om die koppeling te maken, om alle transities te verbinden tot één grote ontwerpopgave voor de straat, de wijk, het dorp en de stad van de toekomst. Er is al heel veel kennis, maar die wordt nog onvoldoende gedeeld. Daar werken we in veel gemeenten aan, die we ondersteunen bij de totstandkoming van hun omgevingsvisie. En steeds is klimaatadaptatie daarbinnen een wezenlijk thema.

Klimaatadaptatiestrategie in de omgevingsvisie

De Omgevingswet komt niet uit de lucht vallen, de wet past in een ontwikkeling die al geruime tijd gaande is. In Eindhoven hebben we bijvoorbeeld samen met de gemeente gewerkt aan een integrale programmeertafel voor gezonde en leefbare stad waar het fijn wonen, werken, recreëren, ontmoeten en bewegen is. Volgende stap is de ruimtelijke doorvertaling van de klimaatadaptatiestrategie in de omgevingsvisie. Dankzij die verankering komt er een einde aan los van elkaar ontwikkelde ‘postzegelplannen’. Ook hebben we met de gemeente Eindhoven gewerkt aan een paraplubestemmingsplan voor waterberging, aan de hand van een klimaatadaptatietoets, voor ruimtelijke ontwikkeling. Er moet voldoende bergingsruimte zijn om water na extreme buien tijdelijk op te vangen en vertraagd af te voeren. Ook moet regenwater zoveel mogelijk ter plekke worden geïnfiltreerd, mag de straat niet onnodig opwarmen en moeten er op het heetst van de dag voldoende plekken voor verkoeling zijn. Met een rekentool kunnen ontwerpers en ontwikkelaars bepalen in hoeverre het ontwerp voldoet aan de normen. Het ideaal is een integrale klimaattoets voor ruimtelijke ontwikkeling.

Samen oplossen

De klimaatadaptatie laat zich niet uitsluitend oplossen in de openbare ruimte. Tweederde tot driekwart van de ruimte is particulier eigendom, dus van burgers en bedrijven. Dat onderstreept nog eens de noodzaak van participatie; we moeten het samen oplossen. Participatie betekent naar onze overtuiging bovendien dat je niet alleen met inwoners, op het maatschappelijke speelveld voor een goed proces zorgt, maar dat je ook professionele stakeholders goed betrekt en van hun kennis gebruik maakt. Dat heeft bijvoorbeeld onze aandacht in lokale en regionale klimaatrisicodialogen en workshops die we helpen organiseren. We houden dialogen op basis van thema (zoals ‘klimaat en de verstedelijkingsopgave’) of vanuit destakeholder (bijvoorbeeld de GGD).

Het is goed om te zien dat er bij risicodialogen naast gemeenten, provincie en waterschap steeds meer stakeholders aanschuiven, zoals woningcorporaties, de GGD, nutsbedrijven en onderwijsinstellingen. Dat is wezenlijk voor een integrale aanpak van de openbare ruimte, zowel op als onder de grond. Tijdens de risicodialogen maken we de alledaagse klimaatverandering tastbaar door met elkaar te delen wat we op dat gebied persoonlijk ervaren. Om te laten zien dat het íedereen raakt, los van vakgebied of organisatie.

Impact in sociale domein

We vinden dat er meer aandacht nodig is voor de impact van klimaatverandering in het sociale domein. Een ruimtelijk plan en een hitteplan moeten bijvoorbeeld over elkaar heen worden gelegd. In Eindhoven komen er volgens de planning 100.000 mensen bij. Die krijgen in de meeste gevallen echt geen tuin; het worden vooral appartementen met hooguit een bescheiden balkon. En dat betekent weer dat de openbare ruimte ook dienst moet kunnen doen als stadstuin waar mensen zich kunnen ontspannen en zo nodig ook verkoeling kunnen zoeken.

Een ander voorbeeld: bij het ontwikkelen van een nieuwe wijk of nieuwe straten kun je ervoor zorgen dat de meeste wind door de straten gaat, in plaats van haaks erop. Dat voorkomt al een deel van de hittestress.

Ook financiële ontschotting

Een wezenlijk aspect daarbij is dat de sectorale benadering gepaard gaat met sectorale financiering. Het kan gebeuren dat er een flink deel van de integrale tekening resteert waarvoor niemand bereid of in staat is om het benodigde geld uit te geven. De uitdaging is om ook die geldstromen anders te organiseren, vanuit dezelfde integrale blik. Dat leidt tot betere en vaak ook goedkopere oplossingen. Een eenvoudig voorbeeld: de rioolheffing is bedoeld om de riolering goed te beheren. Dus als ergens een wadi wordt aangelegd, dan mag de rioolheffing niet worden gebruikt voor een paar speeltoestellen of voor bomen die verkoeling brengen.

Ander voorbeeld: het kan gewenst zijn om bij de herinrichting van een straat een ondergrondse waterberging te maken. Dat kost tonnen. Maar als tegelijkertijd het mobiliteitsbeleid verandert en er minder parkeerplaatsen nodig zijn, dan kan een wadi volstaan, en die kost maar een fractie van een ondergrondse waterberging.

De straat gaat maar eens in de 25 jaar open

Het is ook belangrijk om praktisch te handelen. In het Deltaplan staat dat Nederland in 2050 klimaatbestendig moet zijn. Maar normaal gesproken gaat de straat maar eens in de 25 jaar open. Het lijkt ons daarom verstandig om de focus te richten op de locaties waar de uitdaging het spannendst is en waar ook de grootste kansen liggen om winst te boeken, op basis van een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Stel dat er ergens een kabel in de grond moet, vanwege de warmtetransitie. Het is slim om dan óók te kijken of en wanneer er iets aan de riolering moet gebeuren, en of er in dezelfde straat vanwege de hittestress niet ook meer bomen nodig zijn. De opdracht voor stakeholders is dus om niet alleen elkaar te leren kennen en informatie te delen, maar vervolgens het globale en het abstracte te ontstijgen, en de verbinding om te zetten in concrete samenwerking. Daarbij is het zaak verschillen tussen organisaties te erkennen en te overbruggen: de ene is nu eenmaal meer beleidsvormend, de andere meer uitvoerend. Daar ligt een mooie kans.

Het beste klimaat voor adaptatie

De Omgevingswet helpt om richting en focus te geven, en om klimaatadaptatie de plek te geven die het thema verdient. Klimaatadaptatie vraagt om een integraal vergezicht, met duidelijke keuzes die houvast geven, ook voor de lange termijn. Het gaat niet vanzelf, het zijn vaak processen van de lange adem, het zal nog wel even duren voor er in de nieuwe zakken ook echt nieuwe wijn zit.

Maar het gaat om de toekomst van uw inwoners én van komende generaties, in een leefbare stad. Die kans hebt u nu. Hoe langer u wacht, hoe moeilijker het wordt. Juist een integrale, holistische benadering creëert het bestuurlijke en maatschappelijke klimaat dat nodig is om deze uitdaging aan te gaan. Laten we samen voor dat klimaat zorgen!

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.