Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Nieuwe wegwijzer minimale acties Omgevingswet beschikbaar

Er is een nieuwe wegwijzer bij de minimale actie Toezicht en Handhaving ingericht toegevoegd. Deze helpt u om aan de slag te gaan met de minimale actie, om te kunnen werken volgens de Omgevingswet. In de wegwijzer staat omschreven wat de urgentie is en aandachtspunten zijn van deze minimale actie.  

VNG 9 juni 2021

Artikelen

Artikelen

De wegwijzer bij de minimale actie Toezicht en Handhaving ingericht (wegwijzer 12) beschrijft naast de urgentie en aandachtspunten ook de acties die u kunt ondernemen om zo goed mogelijk te voldoen aan de minimale actie. Hieronder vindt u de wegwijzer bij de minimale actie Toezicht en Handhaving ingericht.  

Wegwijzers helpen u op weg

De minimale acties geven aan welke voorbereidingen gemeenten minimaal moeten hebben getroffen vóór de inwerkingtredingsdatum, om te kunnen starten met werken volgens de Omgevingswet. Iedere minimum actie wordt voorzien van een wegwijzer met aandachtspunten en links naar relevantie informatie. De wegwijzers helpen u hiermee op weg om met de minimale acties aan de slag te gaan. 

Wegwijzer 12 - Toezicht en Handhaving ingericht

De gemeente heeft toezicht en handhaving afgestemd op de bedoelingen en eisen van de Omgevingswet, in samenwerking met uitvoeringsorganisaties en andere bevoegd gezagen.

De Omgevingswet heeft op uiteenlopende wijzen consequenties voor toezicht en handhaving. Zo is er vaker sprake van algemene regels en zorgplichten. Zorgplichten kunnen zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden gehandhaafd. Een overtreding van een gedoogplicht is onder de Omgevingswet strafbaar te stellen. De mogelijkheden voor de bestuurlijke boete zijn uitgebreid. Tenslotte kunnen bevoegdheden worden overgedragen aan een ander bestuursorgaan. Deze veranderingen zullen deels effect hebben vanaf 1-1-22 – als gevolg van de wet, AMVB's en Regeling – en deels in de jaren daarna door nieuwe (typen van) regels in de omgevingsverordening en het omgevingsplan. Dit vraagt aanpassingen van organisatie, processen en systemen, in samenwerking met uitvoeringsorganisaties en andere bevoegd gezagen.

Er zijn verschillende meningen over hoe groot de impact is van de Omgevingswet op T&H. De minimale impact is dat de juridische grondslagen wijzigen en dat toezichthouders en handhavers met de nieuwe wet (en soms meer in samenhang) moeten kunnen werken. Daarnaast biedt de wet zoals hierboven geschetst ook mogelijkheden om andere instrumenten te gebruiken. En tot slot zien we dat veel gemeenten de implementatie gebruiken om het toezicht en handhavingsbeleid beter en anders te organiseren en zetten een verbetertraject in gang die past bij de geest van de Omgevingswet. 

Urgentie

Wat als ik het niet doe?

  • Als u uw medewerkers niet opleidt en niet eigen maakt met de Omgevingswet (en Wkb), zullen zij niet in staat zijn om goed toezicht te houden.

  • Als de gemeente er niet voor zorgt dat de keten met vergunningverlening en zaakdossiers goed op elkaar sluiten, kan het toezicht en handhaving niet goed worden uitgevoerd.

  • Het is van belang om goed te bezien hoe en op welke wijze de gemeente de zaakdossiers vanuit het vergunningenproces overdraagt naar toezicht en handhaving. Daarbij is het van belang om een initiatief als een zaak over te dragen, zodat er een integraal dossier is, waar de gemeente bevoegd gezag is.

  • Als vanuit de visie (en doorvertaald naar het omgevingsplan) geen duidelijke prioritering wordt meegegeven ten aanzien van toezicht en handhaving, worden mogelijke doelstellingen niet gehaald. De doorvertaling van de prioriteiten vindt plaats naar bepaalde initiatieven en/of gebieden. In het VTH-beleid kan dan worden verduidelijkt hoe het naleefgedrag kan worden gemaximaliseerd en de toezichtsinzet kan worden doorvertaald naar inzet op bepaalde type verleende vergunningen/meldingen/informatieplichten, thema’s, activiteiten of specifieke gebieden. Ook wordt duidelijk als er meerdere disciplines nodig zijn om het toezicht goed te organiseren (en dus een vorm van toezichtstafel wenselijk zou kunnen zijn).

  • Als er niet zorg wordt gedragen dat ervaringen en gegevens van toezichthouders worden meegenomen bij het opstellen van het omgevingsplan, kunnen er regels komen die niet of onvoldoende bijdragen aan de beleidsdoelstellingen omdat het naleefgedrag lastig te bevorderen is vanuit toezicht en handhaving. Er kunnen dan te weinig spontane nalevers zijn, waardoor de gevraagde capaciteit vanuit toezicht wellicht te hoog is.

  • Als er geen goede regie en goede afstemming is met ketenpartners, kan dat problemen opleveren in de uitvoering, waarbij zaken langs elkaar heen gaan, werk dubbel wordt gedaan en/of tegenstrijdige signalen uitgaan naar inwoners en bedrijven.

Aandachtspunten

  • Het meenemen van motieven van al dan niet-naleven door burgers en bedrijven bij het opstellen van beleid en regels is essentieel voor alle onderdelen van de beleidscyclus en is van belang om een effectieve toezichtsorganisatie te kunnen inrichten. Daarbij zou het nagaan of en in hoeverre regels naleefbaar zijn een onderdeel moeten zijn bij het opstellen van het omgevingsplan. Net zoals uiteraard de uitvoerbaarheid voor de VTH-organisatie.

  • In de basis is dit ook al de bedoeling van de huidige wetgeving, maar lijkt het goed in samenhang organiseren van toezicht in de beleidscyclus weerbarstig.

  • De wet knipt de initiatieven op in losse activiteiten. Tijdens de realisatie en gebruiksfase van een initiatief zal een initiatiefnemer en dus ook de toezichthouder  tegen die samenloop van regels aan lopen.

  • Het doordenken van hoe de dossiervorming moet zijn, hoe de prioriteitstelling op basis van het nieuwe omgevingsplan plaatsvindt en de wijze van samenwerking van de verschillende disciplines zijn zaken die nu moeten worden opgepakt om een goed fundament te leggen voor een gedegen toezichtorganisatie.

  • Het bieden van mogelijkheden om digitaal samen te werken vereist extra aandacht, dit wordt vooralsnog niet ondersteund in het DSO-LV. Softwareleveranciers bieden hier overigens vaak wel oplossingen voor.

Acties

  • Opleidingen voor toezichthouders en handhavers met toepasbare kennis op casusniveau van de Omgevingswet en WKB; Ten aanzien van het verder doorontwikkelen van competenties over het meer doelgericht toezicht en handhavingsgericht handelen, gaat u met uw samenwerkingspartners en beleidsmakers het gesprek aan, aan de hand van een aantal concrete casussen.  

  • Zorgdragen dat basisdocumenten/sjablonen zijn aangepast; checklisten zijn aangepast aan de Omgevingswet.

  • Het VTH-systeem is aangepast, er is een duidelijk beeld hoe dossiers samenhangen ten behoeve van de uitvoeringen van toezicht en handhaving. Implementeer daarbij zaakgericht werken. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van de  ZaaktTypeCatalogus Omgevingswet en de Producten- en DienstenCatalogus Omgevingswet. Maak een keuze over hoe u omgaat met bestaande dossiers van bedrijven (wel/niet omkatten naar Omgevingswet).

  • Maak afspraken met interne gemeentelijke partners (bijvoorbeeld bij buitenplanse omgevingsplanactiviteit), uitvoeringsdiensten en interbestuurlijke partners over hoe je digitaal gegevens uitwisselt en samenwerkt. Let op: de samenwerkingsfunctionaliteit biedt daar op dit moment geen mogelijkheid toe.

  • Afstemming met beleidsmakers van het omgevingsplan over hoe en op welke wijze ervaringsinput geleverd kan worden over thema’s en gebieden ten behoeve van de ontwikkeling van het omgevingsplan.

  • Afstemming over het proces van prioriteitsstelling van het omgevingsplan (thema, gebied, type vergunning) en wat dat betekent voor het coördineren van het toezicht. Wat is daarvoor nodig op strategisch, tactisch en operationeel niveau? Wat betekent dit voor de onderlinge samenwerking? Wie heeft daarbij welke rol en hoe implementeren we dat? Wat betekent dit voor moment van inwerkingtreding? Daar waar mogelijk wordt dit doorvertaald naar de VTH -systemen.

Handige producten en diensten

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.