Bij de behandeling van de Omgevingswet op 24 juni in de Tweede Kamer is een motie ingediend over de rioolheffing. De motie strekt ertoe gemeenten te verplichten de rioolheffing in te richten als een ingezetenenheffing.
Na het lezen ervan constateren we dat er misverstanden aan de motie ten grondslag liggen.
De vervuiler betaalt (niet)
Gedachte achter de motie is dat de vervuiler moet betalen. Bij riolering is de hoeveelheid afvalwater echter verwaarloosbaar. Riolering ziet voornamelijk op de afvoer van regenwater. Als het regent stroomt het water van het verharde oppervlak, zoals de daken, in de riolering. En het zijn juist de eigenaren van de percelen die verantwoordelijk zijn voor de hoeveelheid verhard oppervlak dat is aangesloten op de riolering.
Niet de gemeente, maar het waterschap is verantwoordelijk voor de zuivering van vervuild water. Daarvoor betalen de ingezetenen al een zuiveringsheffing aan het waterschap. Bij toepassing van het beginsel de vervuiler betaalt is het terecht dat de eigenaar op zijn minst meebetaalt.
Minder schouders dragen dezelfde lasten
Het beperken van de heffing tot ingezetenen leidt tot een forse beperking van het aantal in de heffing te betrekken percelen. Kantoren, bedrijven en andere percelen waar geen mensen wonen betalen niet meer mee.
De kosten van de riolering worden echter niet minder. Als ingezetenen de hele rekening moeten betalen gaat deze fors omhoog. Splitsing van de kosten en een aparte heffing voor percelen zonder ingezetenen levert extra lasten op maar vooral veel bureaucratische rompslomp. In de motie is hiermee geen rekening gehouden.
Ingezetenenheffing
In de motie staat gemeenten te verplichten de heffing in te richten als een ingezetenenheffing. In meer dan 60% van alle gemeenten leidt dat tot forse lastenverschuivingen: gemiddeld zon 200 per huishouden met uitschieters naar boven. De verwachting dat de verhuurders ter compensatie de huur zullen verlagen, is niet onderbouwd. Maar zelfs met volledige verlaging van de huren is er voor de minima sprake van een lastenverzwaring door vermindering van de huurtoeslag.
Inkomenspolitiek
Uit het debat in de Tweede Kamer blijkt dat de veronderstelling is dat gemeenten in strijd met de Gemeentewet handelen. Gemeenten zouden het verbod om inkomenspolitiek te bedrijven negeren. Het gaat dan om het toepassen van de WOZ-waarde bij het vaststellen van de heffing.
De waarde van een woning is echter iets anders dan het totale vermogen of inkomen van iemand. De wetgever en de belastingrechter hebben toepassing van de WOZ-waarde bij de rioolheffing expliciet in orde bevonden. Gemeenten houden zich dus keurig aan de wettelijke grenzen.
Afvalstoffenheffing
De motie strekt zich ook uit tot de afvalstoffenheffing. Daar doet het veronderstelde probleem zich echter niet voor. Geen enkele gemeente heft afvalstoffenheffing van de eigenaar.