In ABRvS 17 juni 2011, JM 2011/102, noot (oktober 2011) is al uitvoerig uitgelegd, dat je een omgevingsvergunning voor bouwen en/of milieu kunt weigeren of onder voorwaarden kunt verstrekken, wanneer er een bepaalde mate van gevaar bestaat dat deze vergunning zal worden ‘misbruikt’ om strafbare feiten te plegen. Ook kwam aan de orde dat het Bureau Bibob hierover adviezen verstrekt, welke gradaties van gevaar er bestaan en welke consequenties deze gradaties hebben en hoe je om moet gaan met deze adviezen van het Bureau Bibob.
Hoofdregeltjes Wet Bibob
In
ABRvS 17 juni 2011, JM 2011/102, noot (oktober 2011)
is al uitvoerig uitgelegd, dat je een omgevingsvergunning voor bouwen en/of milieu kunt weigeren of onder voorwaarden kunt verstrekken, wanneer er een bepaalde mate van gevaar bestaat dat deze vergunning zal worden misbruikt om strafbare feiten te plegen. Ook kwam aan de orde dat het Bureau Bibob hierover adviezen verstrekt, welke gradaties van gevaar er bestaan en welke consequenties deze gradaties hebben en hoe je om moet gaan met deze adviezen van het Bureau Bibob.
Wat mag je niet vergeten?
In deze uitspraak zat echter nog een element welke vermeldenswaardig is en waarop je besluit onderuit zou kunnen gaan. Je moet de betrokkene namelijk in de gelegenheid stellen een zienswijze tegen het advies van het Bureau Bibob in te brengen (artikel 33 Wet Bibob).
Welke vliegers gaan niet op?
In deze zaak was dit weliswaar gebeurd, maar het advies van het Bureau Bibob was voor het college van GS (het betrof nog een provinciale milieuvergunning) aanleiding om tot tweemaal toe nadere adviezen bij het Bureau Bibob in te winnen. Alleen verzuimde het college naar aanleiding van deze nadere adviezen de betrokkene (nog) een keer te vragen wat hij vond van deze nadere adviezen (lees: in de gelegenheid brengen om een zienswijze in te dienen).
Het college verweerde zich met het betoog dat deze nadere adviezen slechts een nadere specificatie van de overtredingen (van het eerste advies) waren en dat deze nadere adviezen het college niet tot andere inzichten had gebracht. Volgens het college waren er dus geen nieuwe feiten en omstandigheden (als bedoeld in artikel 4:11, onder b Awb).
Inherent aan nadere adviezen is echter het feit dat deze adviezen nadere informatie verschaffen. Het oordeel van de Afdeling was daarom vernietigend (in meerdere opzichten).
Ook het verweer van het college dat er geen tijd te verliezen was om de vergunning te verstrekken, om zodoende de financiële schade te beperken, werd resoluut van tafel geveegd. De hoorplicht (artikel 33 Wet Bibob) kan immers ook - als het moet zijn - telefonisch worden ingevuld.
Dus?
Kortom, voordat je conclusies trekt uit adviezen van het Bureau Bibob (welk advies dan ook), hou er rekening mee dat de hoorplicht van artikel 33 Wet Bibob strikt door de Afdeling wordt toegepast.
Bron: onder meer ABRvS 17 juni 2011, M&R 2011/177, noot (november 2011)
Door Max Seelen (Patres)