Provincie Utrecht werkt vanaf 1 april met de nieuwe provinciale Omgevingsvisie. Een belangrijk document, ook voor de bouw. Zo is er vanaf nu meer mogelijk op het gebied van woningbouw aan de randen van steden en dorpen. Gedeputeerde Rob van Muilekom: “Gemeenten doen hun stinkende best om binnenstedelijk te bouwen, maar als ze dan nog ruimte tekortkomen, kan er op of over de randen gekeken worden.”
Braakliggende terreinen, lege kantoorpanden en verpauperde industrieterreinen zijn Rob van Muilekom, gedeputeerde Wonen en Binnenstedelijke Ontwikkeling, een doorn in het oog. “Laten we daar mooie woonlocaties van maken. Ik denk dat er in veel gemeenten zulke plekken zijn. Het Hoefkwartier naast station Schothorst in Amersfoort bijvoorbeeld. Binnenstedelijk bouwen blijft onze prioriteit en dan het liefst nabij ov-knooppunten. Ik weet dat dit duur kan zijn en de grondprijzen in Utrecht zijn hoog, maar we willen gemeenten helpen om toch op lastige plekken woningen te realiseren en samen te lobbyen bij het Rijk voor bijvoorbeeld middelen uit de Woningbouwimpulsgelden. En besef dat bouwen in de polder ook veel geld kost. Daarnaast zie je dat veel gemeenten ook aan de randen van kernen willen bouwen om in de enorme woningbehoefte te voorzien. In de nieuwe Omgevingsvisie is daar nu veel meer mogelijk dan jarenlang het geval was.”
Zelfs bouwen in Rijnenburg, de polder buiten de stad Utrecht waarover al jaren discussie wordt gevoerd, sluit de gedeputeerde niet uit. Zij het niet op korte termijn. “De woningbouwopgave is zo groot, dat we wel moeten nadenken over grotere uitleglocaties buiten de bestaande contouren. Onze prioriteit ligt de komende jaren op binnenstedelijk bouwen. Maar als je plannen hebt om in 2035 de eerste woning te bouwen op een grotere uitleglocatie, en je kent de complexiteit en de bedragen die ervoor nodig zijn om dat te realiseren, dan moet je niet drie jaar van tevoren pas beginnen. Daar moet je tien jaar eerder al over na gaan denken.”
Nederland staat voor de enorme bouwopgave van een miljoen woningen dit decennium. Voor Utrecht gaat dat om de bouw van 100.000 woningen tot 2030. Dat zijn er tienduizend per jaar. Volgens de gedeputeerde is er nu aan 130 duizend woningen plancapaciteit in de provincie. “Een groot deel van die woningen zal gestapeld zijn en niet grondgebonden. Daar moeten we kritisch op blijven. Juist in dit coronajaar gaan mensen nadenken over hoe dicht ze op elkaar willen wonen. Maar vooral in de grotere steden is er behoefte aan welke woning dan ook. Mensen van in de twintig kunnen niet eens aan een tweekamerwoning komen. Maar we denken ook na over hoe mensen over twintig of dertig willen wonen. Als we nu heel eenzijdig torenflats uit de grond pompen, voorzien we misschien tijdelijk in een behoefte, maar zijn dat de woningen van de toekomst? Een prettige woonomgeving met groen in de nabijheid is ook van groot belang.”
Als het aan Van Muilekom ligt, worden alle toekomstige huizen zoveel mogelijk in de buurt van ov-knooppunten en andere voorzieningen gebouwd. “We willen dat mensen, waar ze ook wonen, zich snel kunnen verplaatsen en minder afhankelijk van hun auto zijn. Er zijn gigantische investeringen nodig op het gebied van mobiliteit. Als we tienduizend woningen per jaar willen bouwen, dan moeten we er ook voor zorgen dat mensen daar met fiets en ov comfortabel kunnen komen en gaan.”
Met het Programma Versnelling Woningbouw heeft provincie Utrecht 20 miljoen euro vrijgemaakt om de woningbouw te versnellen. Met dat bedrag wil de provincie gemeenten, corporaties en bijvoorbeeld woongroepen ondersteunen. Daarnaast werkt Utrecht aan een convenant Duurzaam Bouwen, waarin verschillende eisen op het gebied van bijvoorbeeld klimaatadaptief of circulair bouwen een plek krijgen. “Van bouwers en projectontwikkelaars krijgen we terug dat ze heel graag aan de slag gaan met duurzaam bouwen. Zij willen wel. Maar dan wel met een gelijk speelveld en niet met in iedere gemeente andere eisen. Dit convenant moet in ieder geval voor eenheid in de provincie Utrecht zorgen. Ik zou graag een bestuurlijke kopgroep opzetten met gemeenten en bouwpartners om met goede afspraken het voor elkaar te krijgen dat alle 26 gemeenten mee doen. Het zou mooi zijn als we in Utrecht iets van de grond krijgen wat een voorbeeld is voor andere provincies.”
Meer weten? Neem een kijkje in het themadossier: klik op de tabs boven het artikel.