Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Jan Willem Erisman over de stikstofcrisis: ‘Het meetmodel werkt, maar de minister haalt er te hoge reductiedoelen uit’

Tegenstanders van ingrijpende stikstofmaatregelen stellen dat het stikstofrekenmodel niet betrouwbaar genoeg is. Stikstofhoogleraar Jan Willem Erisman: ‘Het is nu veel belangrijker om te discussiëren over de keuzes die we maken op basis van de uitkomst. Dat levert namelijk veel grotere verschillen op dan de onzekerheden in het model.’

16 juni 2022

Blog

Blog

Op 10 juni presenteerde het kabinet ingrijpende regionale maatregelen om de stikstofuitstoot naar de lucht te verminderen. Een vraag die tegenstanders opwerpen, is of er wel voldoende kennis is om zulke rigoureuze maatregelen te treffen. En kan dat wel met alleen modellen?

Metingen bewijzen dat het rekenmodel klopt

De stikstofcrisis begon in 2019 toen de Raad van State het stikstofbeleid van de overheid afkeurde. Al sinds die tijd is er discussie over modellen en meten. Het Mesdag-Zuivelfonds stelde de landbouwbijdrage aan de stikstofbelasting op de natuur ter discussie, maar kwam uiteindelijk toch tot vergelijkbare cijfers.

Jan Willem Erisman ingesprek met minister Christianne van der Wal

Het stikstofbeleid moet met modellen en metingen sámen onderbouwd worden. Met alleen meten kun je niet alle stikstofuitstoot in kaart brengen, gezien de enorme hoeveelheid bronnen en de ruimtelijke variatie daarin. Metingen zijn wel essentieel om de modellen goed te evalueren. Dat is ook gebeurd: metingen hebben afdoende aangetoond dat het model correcte uitkomsten geeft.

De Commissie Hordijk oordeelde dat de huidige data betrouwbaar zijn

De Commissie Hordijk oordeelde in opdracht van toenmalig minister Schouten over de kwaliteit van de metingen en modellen voor onderbouwing van het stikstofbeleid. De conclusie was dat de data, methoden en modellen van voldoende tot goede kwaliteit zijn. Ook al zijn er verbeteringen nodig om de onzekerheden verder te verkleinen, de commissie acht de huidige instrumenten geschikt voor het meten en berekenen van de concentratie en depositie van stikstofverbindingen.

De gegevens kloppen dus voldoende, en de wet schrijft stikstofafname in de natuur voor

Het beleid is dus solide onderbouwd met de meetmodellen die we nu gebruiken. En de natuurdoelen die het kabinet met haar ingrijpende beleid wil realiseren staan in de wet. Daarin staat: 74% van het oppervlak aan Natura-2000-gebieden moet onder de Kritische Depositiewaarde (KDW) voor stikstof vallen.

Maar hoe we die natuurwinst bereiken, kunnen we nog invullen

We weten dus hoeveel stikstof waar wordt uitgestoten en ook hoeveel reductie er nodig is in natuurgebieden. Wat het model en de wet níét voorschrijven, is hoe je de nodige afname in die natuurgebieden bereikt. Er zijn verschillende mogelijkheden: geef je iedereen de opdracht om de helft minder stikstof uit te stoten, zoals in het regeerakkoord staat? Of neem je verschillende maatregelen voor landbouw en andere sectoren?

Het kabinet koos voor 39 kiloton minder landbouwuitstoot in 2030

Het kabinet koos het laatste: verkeer, industrie en energieproductie krijgen de opdracht om conform Europees beleid de helft minder stikstof uit te stoten in 2030. De landbouw, met name de veehouderij, moet 39 kiloton reduceren en sommige gebieden betekent dat 70 procent of meer reductie. De provincies moeten met boeren bepalen hoe. De gedetailleerdheid van de kaart die de regering 10 juni presenteerde, suggereert dat per bedrijf stikstofreducties moeten worden gehaald.

Maar met 25 kiloton reductie halen we de doelen ook

In Naar een ontspannen Nederland hebben wij met collega’s onderbouwd dat de benodigde resultaten voor natuurgebieden ook haalbaar zijn met 25 in plaats van 39 kiloton reductie in de landbouw. Met een nieuwe methode, gebaseerd op RIVM-modellen, kunnen we bepalen waar je het effectiefst maatregelen kunt nemen om de stikstofconditie in alle natuurgebieden sterk te verbeteren.

Gebiedsgerichte aanpak biedt meer ruimte voor eigen invulling

Wij stellen gebiedsgemiddelde gebiedsreducties voor, zodat je binnen een gebied rekening kunt houden met stoppers, koplopers en blijvers. Je kunt dan de last verdelen. Op Schiermonnikoog hebben we de afgelopen jaren laten zien hoe succesvol dat kan zijn.

Samenvattend: de discussie gaat nu ten onrechte over de betrouwbaarheid van de modellen. Het gesprek zou moeten gaan over de keuzes die we nu moeten maken op basis van de toepassing van het model. Het verschil in uitkomst, maar liefst 14 kiloton, is namelijk veel groter dan de onzekerheid in de modellen. Laten we vanaf nu discussiëren over hoeveel en waar we de stikstofuitstoot moeten reduceren om de natuur te beschermen.

Tekst: Jan Willem Erisman via Universiteit Leiden

Zie ook

Onontkoombare transitie naar een vitaal landelijk gebied

Stikstofrechten bestaan niet?!

Minister kondigt nieuwe aanpak aan voor een breder en strenger stikstofbeleid

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.