Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Het ‘nieuwe’ vertrouwensbeginsel en schadevergoeding

Het vertrouwensbeginsel is nieuw leven ingeblazen door de Afdeling bestuursrechtspraak in haar uitspraak 1) van 29 mei 2019 over een Amsterdamse dakopbouw. Hierdoor is de vraag wanneer een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel kan worden gedaan weer actueel geworden. Een dergelijk beroep kan niet alleen leiden tot nakoming van het gewekte vertrouwen maar soms ook tot schadevergoeding. In dit blog besteed ik aandacht aan de schadevergoedingsrechtelijke consequenties van de uitspraak.

20 september 2019

Het driestappenplan

Een beroep op het vertrouwensbeginsel wordt beoordeeld volgens een driestappenplan:

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Is een toezegging gedaan?

Kan de toezegging worden toegerekend aan het bevoegde bestuursorgaan?

Moeten de gerechtvaardigde verwachtingen worden gehonoreerd?

Dat is het geval indien sprake is van uitlatingen en/of gedragingen van ambtenaren die bij de betrokkene redelijkerwijs de indruk wekken van een welbewuste standpuntbepaling van het bestuur over de manier waarop in zijn geval een bevoegdheid al dan niet zal worden uitgeoefend.

Dat kan indien de betrokkene op goede gronden mocht veronderstellen dat degene die de toezegging heeft gedaan de opvatting van het bevoegde orgaan vertolkte.

Het belang van de vertrouwende burger weegt zwaar, maar legt het soms af tegen (nóg) zwaarder wegende belangen, bijvoorbeeld strijd met de wet, het algemeen belang en/of belangen van derden.

Volgens de Afdeling kan stap 3 leiden tot schadevergoeding: "Indien er zwaarder wegende belangen in de weg staan aan honorering van het gewekte vertrouwen kan voor het bestuursorgaan de verplichting ontstaan om de schade die er zonder het vertrouwen niet geweest zou zijn te vergoeden als onderdeel van diezelfde besluitvorming."

Schadevergoeding bij wijze van onzelfstandig schadebesluit

Als het vertrouwen niet kan worden gehonoreerd, kan het bestuursorgaan dus soms verplicht zijn om een zogenoemd 'onzelfstandig schadebesluit' te nemen. Een onzelfstandig schadebesluit is een onderdeel van een 'hoofdbesluit' dat primair over iets anders gaat, bijvoorbeeld over de weigering van een vergunning of de oplegging van een last onder dwangsom. Het is één beschikking waarbij het schadeaspect deel uitmaakt van de belangenafweging. Het besluit waarbij het vertrouwen niet wordt gehonoreerd wordt (pas) rechtmatig doordat schadevergoeding wordt aangeboden.

Wanneer het bestuursorgaan concludeert dat niet overeenkomstig het gewekte vertrouwen kan/zal worden beschikt, ontstaat de verplichting om te inventariseren of de gerechtvaardigd vertrouwende burgerschade heeft geleden (artikel 3:2 Awb). Het gaat om 'dispositieschade', dat wil zeggen nadeel dat is ontstaan doordat de burger handelingen heeft verricht of nagelaten op basis van het gewekte vertrouwen. Denk daarbij aan investeringen als de aankoop van een perceel. Als sprake is van dispositieschade, moet het bestuursorgaan die schade in de belangenafweging betrekken (artikel 3:4 Awb).

De consequenties van de Afdelingsuitspraak

Uit de uitspraak van de Afdeling volgt niet dat bestuursorganen altijd schadevergoeding moeten betalen wanneer zij niet overeenkomstig het gewekte vertrouwen besluiten. Uit de uitspraak volgt veeleer dat bestuursorganen wanneer zij gerechtvaardigd vertrouwen bij nader inzien niet kunnen of willen nakomen moeten onderzoeken of schade is geleden die voor vergoeding in aanmerking zou kunnen komen, en daarover een gemotiveerd standpunt moeten innemen in hun besluit. Stap 3 verplicht dus als eerste tot onderzoek.

Of het bestuursorgaan schadevergoeding moet aanbieden, en welke schade dan moet worden vergoed, hangt af van de omstandigheden van het geval. Relevant zijn onder meer de aard van de schade, de aard van de vertrouwen wekkende gedraging, de lengte van de vertrouwensperiode en de aard en inhoud van het vertrouwen schendende besluit. Daarbij is ook denkbaar dat de compensatie van de teleurgestelde burger bestaat uit een combinatie van geld en andere maatregelen, zoals (gedeeltelijk) gedogen of een overgangsperiode.

1) https://www.omgevingsweb.nl/jurisprudentie/ECLI:NL:RVS:2019:1694

Artikel delen