Op het energiedebat dat Energiecoöperatie Leur op 13 juni 2022 organiseerde in Wijchen, werd de vraag aan het overwegend seniore publiek gesteld wie de energietransitie ingewikkeld vond. Veel handen gingen in de lucht. Onbereikbare installateurs, tegengestelde adviezen, niet precies weten op welke manier je kunt verduurzamen… De reacties gingen overwegend over de problemen van het op een andere manier verwarmen van je woning.
Zonnepanelen, windmolens, warmtepompen en elektrische auto’s waren zo’n beetje de hoofdthema’s die tijdens het energiedebat aan de orde kwamen. Velen hadden al zonnepanelen gelegd. Feit was dat vrijwel iedereen die bij het debat aanwezig was, zich de kosten van het vervangen van bestaande installaties en het plaatsen van zonnepanelen kon veroorloven.
Op de vraag wie een windmolen in de spreekwoordelijke achtertuin wilde, gaf een aanwezige als reactie dat deze vraag niet relevant was, omdat als je stroom gebruikt, je daar simpelweg niet aan ontkomt.
De energietransitie… het verhit de gemoederen! De vraag werd natuurlijk gesteld, wat je al had gedaan en of je nog meer kon doen. De meeste opties die werden genoemd, betroffen wederom het vervangen van installaties om daarmee hetzelfde comfort te bereiken (van verwarmen tot autorijden, alles elektrisch). En minder vliegen, maar één keer vliegen per jaar, dat moest nog kunnen.
Zelf vind ik de energietransitie heel erg ingewikkeld. Ik lees hier veel over, maar hoe meer ik lees, hoe meer ik het spoor bijster raak. Het doel van de energietransitie, zoals het meestal wordt geformuleerd, is het verminderen van CO2-emissie. CO2 is een broeikasgas en het draagt bij aan de opwarming van de aarde. Dit leidt tot gevaarlijke klimaatverandering.
Broeikasgassen die gevaarlijke klimaatverandering veroorzaken, ontstaan door verschillende processen in onze samenleving. We hebben het vaak over CO2, maar methaan (CH4) is ook een broeikasgas (28 x sterker dan CO2). Eén van de processen waar veel methaan bij vrijkomt is veeteelt, in het bijzonder de gassen die runderen verspreiden. Het is bekend dat runderen gehouden worden voor zuivel- en vleesproductie. Hoe minder we van deze producten consumeren, hoe minder runderen er hoeven te worden gehouden, hoe minder methaan er wordt uitgestoten.
Wat voor methaan geldt als ‘bijproduct’ van zuivel- en vleesconsumptie, geldt CO2 als ‘bijproduct’ van energieconsumptie. Hoe minder energie we gebruiken, hoe minder energie geproduceerd hoeft te worden. De eerste stap die bij de energietransitievraag, en dus het verminderen van CO2-emissie, door velen wordt overgeslagen is: besparen. Besparen is hetzelfde als: het voorkomen van emissie.
Besparen is op zich niet ingewikkeld. Besparen doe je door apparaten met sluimerverbruik uit te zetten, je huis te isoleren, ledverlichting toe te passen, de kachel lager zetten, een trui aan te trekken, korter en minder warm douchen, niet te vliegen, niet naar McDonalds te gaan, de auto te laten staan en zoveel mogelijk te fietsen of lopen. Hoe minder je verbruikt, hoe kleiner de vervangingsbehoefte van energie is.
Vanaf hier wordt het wel ingewikkeld. Als we ons energieverbruik van fossiel naar elektrisch omzetten, denken we vaak dat we ‘goed bezig zijn’, maar vaak verplaatsen we het probleem. We zijn ons daar niet zo goed van bewust. Een elektrische auto is een kostbaar alternatief voor een gewone auto, die alleen de happy few zich kan veroorloven. De grondstoffen voor de productie van deze auto, in het bijzonder de batterijen, komen van ver buiten ons land en zijn schaars. Ze worden gemijnd met fossiele energie, getransporteerd en geproduceerd met fossiele energie. Als we de auto dan ook nog ‘voltanken’ met grijze stroom die in een kolen- of gascentrale is gemaakt, dan zijn we ten opzichte van een conventionele personenauto op benzine of diesel in CO2-emissie niet echt iets opgeschoten. Het enige winstpunt is dat we (een deel van) de vervuiling die een auto veroorzaakt in binnenstedelijk gebied… hebben verplaatst. Dit voordeel leidt niet tot enige reductie van CO2.
Aan zonne- en windstroom zitten ook haken en ogen. Zonnepanelen en windmolens (daargelaten de herkomst van de schaarse materialen en de productiekosten- en energie die daarmee gemoeid zijn) hebben een levensduur van 20-30 jaar. We plaatsen momenteel ongekend veel zonnepanelen en sommigen vinden dat we allemaal een windmolen in de achtertuin moeten accepteren, maar waar gaan we straks met de afvalberg heen? We gokken het er momenteel op, dat we over 20 jaar hier een goed recyclesysteem voor hebben. Gaat ons dat wel lukken?
Terug naar de warmtepomp. Onze overheid wil ons een (hybride) warmtepomp opleggen als alternatief voor de cv-installatie. Een warmtepomp heeft veel nadelen: het is duur, de warmte geeft niet altijd hetzelfde comfort, de buitenunit maakt behoorlijk wat geluid en het stroomverbruik neemt aanzienlijk toe, want de pomp moet wel continue draaien. Een warmtepomp is niet geschikt om in korte tijd veel warmte te leveren, wel om over een lange periode heel constant en gelijkmatig te verwarmen. In combinatie met zonnepanelen dan? Wie de kachel stookt in de zomer, kan zich daarmee redden inderdaad. Een enkele echte koukleum daargelaten, zetten de meeste mensen hun kachel juist op koude, grijze winterdagen een graadje hoger. Met welke energie wordt dan je huis verwarmd? Niet met groene windstroom, maar met stroom uit gas- of kolengestookte energiecentrales… Want de zomerse zonnestroom kunnen we nog niet opslaan en wordt in de winter niet evenredig gecompenseerd door windenergie.
Dan moet je ook nog maar de ruimte hebben voor een warmtepomp met boiler. Naast de binnen -en buitenruimte voor de warmtepomp is er namelijk een boiler voor warm tapwater nodig, omdat de warmtepomp niet direct voldoende warm tapwater kan leveren voor bijvoorbeeld de douche.
Er is nog een aandachtspunt. Alle apparaten, van smartwatch tot mobiele telefoon, van je auto tot de warmtepompen, ze zijn allemaal voorzien van chips. De chipsindustrie stoot jaarlijks ongeveer 50 megaton CO2 uit en is daarmee vervuilender dan de auto industrie en even vervuilend als McDonalds.
Met onze dagelijkse consumptie dragen we dus allemaal bij aan de toenemende uitstoot van broeikasgassen. Blijven we hetzelfde consumeren, maar met andere apparaten, dan lacht de klimaatverandering in het vuistje en puffen we op termijn totaal verlept ons broeikasje uit. En vergeet niet dat de energieconsumptie in de westerse wereld een veelvoud is (per hoofd) van de energieconsumptie in arme landen.
Kortom, wie het gesprek over de energietransitie verkleind tot de vraag of het installeren van een warmtepomp ingewikkeld is, maakt zich er gemakkelijk van af.
Een bezoeker van het energiedebat wees er op dat de overheid om te beginnen veel meer doen om de grote vervuilers aan te pakken. Vaak zijn dit multinationals die creatief omgaan met hun vestigingslocatie al naar gelang de wet- en regelgeving gunstig is voor hun productie en winstmaximalisatie (Shell, McDonalds). Kan onze eigen overheid die multinationals altijd aanpakken? Lastig misschien. Laten we klein beginnen: de terugverdientijd op investeringen in energiebesparende maatregelen is door de wetgever nu op 5 jaar gezet. Zet die termijn gerust op 20 jaar. De investeringen in de verduurzaming van mijn eigen kantoor (van D naar A label) kostte € 100.000,= en verdien ik terug in 999 jaar…! (Dit is geen typefout.)
De overheid jaagt nu met verkeerde instrumenten, vooral de burger op kosten (en dan ook nog alleen de burger die het kan betalen, de rest is afhankelijk van verhuurders of subsidiepotjes) of stimuleert ze tot aankoopbeslissingen (elektrische auto) waarvan de bijdrage aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen op z’n minst betwijfeld kan worden. Zeker als men met de elektrische auto dezelfde of meer (want elektrisch!) kilometers gaat maken.
De echte oplossing moet komen van gedragsverandering. Gedragsverandering begint met bewustwording: welke producten en diensten hebben impact op onze leefomgeving door vervuiling, vernietiging van ecosystemen of de emissie van broeikasgassen? Hoe wordt de hamburger die je eet, de kleding die je draagt of de warmtepomp in je huis, eigenlijk gemaakt? Door wie en onder welke omstandigheden? Met welke milieugevolgen, hier of elders?
Gemak
Gedragsverandering is super moeilijk, zeker in een wereld waar alles draait om comfort en gemak. Omdat ‘alles kan’ (voor wie geld heeft) staan we er niet vaak meer bij stil wat we echt nodig hebben. Stel dat onze consumptie gelimiteerd wordt door een persoonlijk CO2-emissie budget, aan welke producten of diensten wordt het dan besteed? En stel dat het persoonlijke budget van IJsland tot de Westelijke Sahara gelijk verdeeld moet worden. Heeft iedereen dan recht op één vliegvakantie per jaar?
Ik roep de overheid op onze bewustwording te vergroten en ons helpen van onbewust gedrag (consumptie zonder er bij na te denken) te gaan naar bewust gedrag (wat is het effect van mijn consumptie?) en met zachte of stevige dwang en misschien financiële prikkels, aansturen op gedragsverandering.
Voor wie denkt dat ik mijn eigen zaken voor wat betreft mijn CO2 footprint al op orde heb, help ik je graag uit de droom. Ik vind het veranderen van mijn eigen consumptiegedrag heel moeilijk. Het laaghangende fruit heb ik al geplukt (afval scheiden, niet vliegen, weinig gebruik maken van de auto, weinig vlees eten, isoleren), maar nu komt het aan op echte keuzes maken. Een nieuwe mobiele telefoon, kleding, melkproducten, volledig vegetarisch eten, (auto)vakantie… Er is nog een wereld te winnen.