De Wet versterking regie volkshuisvesting biedt meer mogelijkheden om beleid in gezamenlijkheid af te stemmen op regionale behoeften. De VNG benadrukt dat de regie niet alleen vanuit het rijk moet komen, maar vanuit alle overheidslagen en dat aansturing niet per se top-down hoeft te zijn.
We zien de wet Versterking regie op de volkshuisvesting als een bouwsteen in een totaalpakket om de publieke regie op de woningmarkt te herpakken. De VNG kan zich op hoofdlijnen vinden in de wijze waarop de wet en onderliggende regelgeving bijdragen aan het terugdringen van het woningtekort. In het position paper geven we op de volgende onderwerpen onze opmerkingen en verbeterpunten:
De regels voor het minimale percentage sociale huur in de nieuwbouw zijn in het huidige wetsvoorstel te ingewikkeld geworden. We stellen voor om voor alle gemeenten uit te gaan van minimaal 30%: dat is een ondubbelzinnig en goed meetbaar streven en daardoor blijft de voorraad sociale huur op peil. Alleen als dit percentage aantoonbaar niet past bij de regionale en lokale markt, moet afwijken mogelijk zijn. Onze achterban hecht hieraan veel waarde.
Onder de oude Onteigeningswet was onteigening mogelijk ook wanneer de bestaande vorm van gebruik mogelijk blijft. Dit is niet meegenomen in de huidige Omgevingswet. We stellen voor om dit te repareren in de Wet versterking regie volkshuisvesting.
Gemeenten moeten meer instrumenten krijgen om regie te kunnen voeren op corporaties, om zaken als ongewenste sloop, verkoop, onvoldoende gebruik van investeringsmogelijkheden of weigering om ergens te bouwen te kunnen aanpakken.
De VNG is groot voorstander van een evenwichtige verdeling van de regionale huisvestingsopgave van urgente groepen. Wel stellen we een aantal verbeteringen voor om dit uitvoerbaar te maken.
Naar onze mening moet er een logisch verband zijn tussen de woningbouwregio’s, de woningmarktregio’s uit de Woningwet en de woningmarktregio’s uit de Huisvestingswet. Gemeenten en provincies moeten samen het initiatief hebben bij regiovorming. Het is niet handig om op het terrein van volkshuisvesting met 3 verschillende regio-indelingen te werken. Ook vinden we de vergroting van het werkgebied van corporaties een ondoordacht voorstel.
Om mogelijk te maken dat gemeenten aan de verplichtingen rondom gegevensverzameling, -uitwisseling en monitoring voldoen, moeten gegevens exact zijn vastgelegd. En moeten gemeenten over de gevraagde gegevens kunnen beschikken.
We vinden een aanvullend artikel 2-onderzoek nodig, omdat gemeenten taken moeten gaan uitvoeren waarvoor geen vergoeding is voorzien.