De bouw moet verder verduurzamen, maar dat gaat niet altijd even snel. Toch zijn er koplopers die de sector met frisse en innovatieve ideeën willen hervormen. Vandaag lichten we er drie uit. Maar eerst: waarom laat de innovatie zo op zich wachten?
Andy van den Dobbelsteen, hoogleraar Climate Design & Sustainability aan de TU Delft, is kritisch over verdere verduurzaming van de bouw zowel aan de kant van de markt als aan de kant van de overheid. “Het gaat stapje voor stapje wel iets beter, maar het gaat nog veel te langzaam als we aan onze klimaatdoelstellingen willen voldoen. Ik denk dat er in de markt veel innovatie plaatsvindt waar in de bouwprojecten zelf eigenlijk nog te weinig gebruik van wordt gemaakt. Het kan op allerlei fronten dus nog een stuk beter.” Van den Dobbelsteen: “Je ziet op dit moment dat er weer een inhaalslag plaatsvindt van bouwen op de traditionele manier, terwijl we eigenlijk al veel beter kunnen.” Maar ook vanuit de overheid kan er voortvarender worden opgetreden, ziet Van den Dobbelsteen. Zo is hij niet tevreden over de norm Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG). “Ik vind dat een gemiste kans, omdat er genoeg bouwers zijn in Nederland die aantonen dat we energieneutraal kunnen bouwen. Toch is de BENG zo ingericht dat dat nog niet hoeft. Dat betekent dat nieuwbouw niet energieneutraal hoeft te zijn. Over een jaar of dertig worden dat grote probleemgebouwen.” Er moet dus meer geïnnoveerd en toegepast worden. Van den Dobbelsteen vindt “dat elk bouwbedrijf wat meer vooruit zou moeten kijken en moeten investeren in research & development voor nieuwe bouwoplossingen. Dat is het slim inzetten van een paar procent van de omzet om in de toekomst aan de gang te kunnen gaan.” Zijn roep om innovatie is niet aan dovemansoren gericht. Drie initiatieven moeten de verduurzaming van de gebouwde omgeving versnellen.
De komende tien jaar moeten 1,5 miljoen huizen van het gas af, een klus die gemeenten moeten uitvoeren. Cor Brockhoven, manager Collectieve Duurzame Wijken bij Enpuls, ziet dat de meeste gemeenten “heel weinig ervaring hebben. Het is een nieuwe taak voor ze. Daarbij ontbreekt het ze ook aan kennis. Die kennis hebben we collectief niet in Nederland, omdat we nog nooit zoiets gedaan hebben.” Enpuls adviseert organisaties bij het uitvoeren van de energietransitie, bijvoorbeeld in de gebouwde omgeving. Gemeenten kunnen die hulp dus goed gebruiken. “Waar ze vooral geïnteresseerd in zijn, is een tool omdat je daarmee groepen bewoners kunt selecteren, in plaats van gelijk een hele wijk.” Zo kunnen de huizen van enthousiaste bewoners als eerst worden aangepakt. Door die tool “zien ze dat je het niet te groot moet maken, en weten ze waar ze moeten beginnen.”
Isoleren is vaak de eerste stap in het verduurzamingsproces van een gebouw, en daarmee één van de belangrijkste uitdagingen. Henk Middelkoop, architect en partner bij Kokon, heeft samen met zijn collega’s een nieuwe concepttechnologie ontwikkeld om die cruciale kwestie aan te vliegen. “We hebben gezocht naar een materiaal dat beter isoleert dan de materialen die we nu hebben. We kennen al decennia lang het vacuüm als isolator. Wij hebben nu gekeken of we dat verder konden brengen door het variabel te maken.” Variabel isoleren “doet de natuur ook: een vogel heeft in de winter een ander verenpak dan in de zomer.” In de zomer zit Kokon’s vacuümisolatie verkoeling niet in de weg, omdat de vacuümkamers dan volgezogen worden. Tijdens de koude maanden wordt het materiaal vacuüm gezogen, “dan is het ineens een sterk isolerend materiaal.” Naast de flexibiliteit in toepassing presteert vacuüm ook nog eens bijzonder goed waar nodig, want “het geleidt geen geluid én geen warmte.” Het concept van Kokon won in oktober de Rabobank Innovation Challenge.
De modulaire bouw is volgens de Commissie Remkes nodig om de stikstofuitstoot in te perken. Frank van Ooijen, duurzaamheidsmanager bij modulair bouwbedrijf De Meeuw, wijdt uit over het proces. “Je maakt eerst de modules, die richt je volledig in met alle voorzieningen. Die worden vervoerd naar een bouwplaats, daar zetten we de modules met een kraan gemakkelijk in elkaar.” Modulair bouwen biedt ongekende flexibiliteit, je kunt de modules namelijk ook weer demonteren en verplaatsen. “Een paar jaar geleden concludeerde een zorginstelling dat de zorgbehoefte van de gemeente verderop veel groter was. Toen hebben we alles gedemonteerd en binnen een paar weken 25 kilometer verplaatst.” Bovendien, vertelt Van Ooijen, gaat de bouw ongeveer 50% sneller én veel duurzamer. “Omdat je efficiënt in de fabrieksomgeving kunt produceren en de units en de materialen opnieuw kunt hergebruiken, heb je 70% minder materiaalverlies.”
Meer weten? Luister dan de uitzending van BNR Bouwmeesters van 7 december terug over Duurzame ambities van de bouw of bekijk het overzicht van alle uitzendingen.