Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De vergunning: het nieuwe sturingsinstrument

Hoewel onder de Omgevingswet veel verandert, is er ook wel wat te vinden wat gelijk blijft. In deze blog ga ik in op het vergunningverleningsproces. Omgevingsplanactiviteiten kunnen vergund worden conform de regels uit het omgevingsplan. Dat lijkt verdacht veel op de huidige vergunning conform het bestemmingsplan. Daarnaast mogen we bij vergunning een omgevingsplanactiviteit toestaan in afwijking van hetgeen ''bij recht is toegestaan in het omgevingsplan''. Maar wat verandert er dan onder de Omgevingswet?

2 augustus 2022

Gebouwen toelaten

Bij de toetsing van een nieuw gebouw wordt nu gekeken naar het grondgebruik zoals dat in de bestemming is vastgelegd. Het gebouw moet ten dienste staan van de bestemming, maar onder de Omgevingswet komt het onderscheid tussen (grond)gebruik en bouwen te vervallen. We gaan slechts activiteiten toestaan. Staan gebouwen dan ook niet ten dienste van de activiteit? Als een bestaande woning wordt vervangen door een nieuwe (sloop + nieuwbouw dus); wat vergunnen we dan, behalve een omgevingsplanactiviteit voor een bouwwerk? Wat gebeurt er in dat gebouw? Oftewel, wat wordt de functie van het gebouw? We moeten straks gaan toetsen of de gevraagde functie van het gebouw ook aan die locatie is toebedeeld. Dat patroon lijkt verdacht veel op het toetsen aan het grondgebruik. Als we dat gehad hebben, komen we toe aan de stedenbouwkundige situering. Gebouwen moeten nu voldoen aan o.a. hoogtematen en moeten, via de verbeelding, staan op een plek waar ze mogen staan(bouwvlak); dit is allemaal opgenomen in de bouwregels.

Vergunning van activiteiten

Gebouwen toevoegen aan de fysieke leefomgeving is een deel van het vak ruimtelijke ordening. Bestaande gebouwen kunnen van gebruik wisselen. In zulke gevallen toetsen we nu aan de bestemmingsomschrijving en gebruiksregels die voor de locatie gelden. Onder de Omgevingswet moeten we activiteiten vergunnen. Ik worstel soms nog met hoe de term 'activiteit' zich verhoudt tot de term 'functie'. De kracht van het omgevingsplan lijkt eruit te bestaan dat de activiteiten die we willen toelaten niet vooraf (via het huidige grondgebruik) aan een locatie hoeven worden gekoppeld. De activiteit 'kinderopvang' zou bijvoorbeeld goed in een bestaand schoolgebouw kunnen worden toegestaan. Zo’n regel kun je volgens mij prima opnemen. Maar als de specifieke functie op de verbeelding niet is toebedeeld aan een locatie, waaraan toets je dan de activiteit?

Of is er geen sprake van toetsing, maar van een beoordeling? En ook een belangrijke vraag: wat zijn de criteria om de vergunning te verlenen/ activiteit toe te staan? Als er een kinderopvang wordt aangevraagd op een locatie waaraan een woonfunctie is toebedeeld, gaan we dan beoordelen of de kinderopvang alsnog op die plaats kan worden toegestaan? Zitten we dan niet nog steeds toelatingsplanologie te bedrijven? Ik dacht dat we met de Omgevingswet van dat stelsel af waren. Als een kinderopvang een activiteit is waarvoor in een omgevingsplan regels worden opgeteld, wat doen die regels dan behalve onderscheid maken of de activiteit vergund / toegestaan wordt? Bij een kinderopvang is onder andere de verkeerskundige situatie van belang. De bestaande straten en parkeerplekken moeten namelijk wel de extra toeloop aankunnen. De beoordeling daarvan kunnen we overlaten aan een deskundige of wellicht vooraf laten bepalen door middel van de straatbreedte en parkeerplaatsen. Gaan deze criteria ook bepalen waar nieuwe activiteiten plaatsvinden?

Vergunningscriteria worden belangrijker

Ik denk dat onder de Omgevingswet de vergunningscriteria net als nu bepalen of de vergunning ''bij recht'' wordt verleend of niet. Maar omdat functies / activiteiten niet meteen aan een locatie gekoppeld moeten worden, ontstaat er de mogelijkheid om via de vergunningscriteria alsnog aan goede “ruimtelijke ordening” te doen. De formulering van die criteria gaat dus belangrijker worden dan dat we denken. Het betreft namelijk meer dan alleen bouwregels of toetsen aan een functie die aan een locatie is toebedeeld.

Beschrijvende werking bestemmingsplan

Bestemmingsplannen moeten de bestaande situatie omvatten en mogen niet veel extra ruimte bieden. Daarmee krijgt het bestemmingsplan ook een beschrijvende werking. De regels van het bestemmingsplan zijn namelijk tevens juridisch bindende regels. Iets nieuws krijg je dus alleen voor elkaar door af te wijken (toelaten) of nieuwe bestemmingsplannen te maken. Een stelsel van vastleggen en (dus) afwijken. Gaan we datzelfde doen met de omgevingsplanactiviteit in strijd met de regels omgevingsplan? Dan zal er dus geen verschil zijn met de huidige wetgeving. Dat kan voor een vernieuwende wetgeving niet de bedoeling zijn.

Vastlegging van het bestaande vervalt

Mijn indruk is dat met het omgevingsplan de vastlegging van het bestaande (grotendeels) komt te vervallen. Daardoor ontstaat ruimte om aan te geven wat er wel kan. De vergunningscriteria zullen bepalen of de activiteit op de gevraagde locatie tot stand kan komen. Dus ga eens nadenken over de effectiviteit van de vergunningscriteria. Dit is, vermoed ik, niet iets wat de planoloog op het lijf geschreven is.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.