Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De Omgevingswet: vernieuwing op veel terreinen

25 april 2023

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

De Eerste Kamer heeft ingestemd met de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024. Daarmee is een einde gekomen aan een lange periode van onzekerheid. Nu kan iedereen voluit aan de slag met voorbereiden en voorlichten. Er moet dit jaar nog veel gebeuren. Daarna zal jarenlang sprake zijn van vernieuwing op diverse terreinen. Vernieuwingen waar allerlei organisaties de afgelopen jaren al aanzetten toe hebben gegeven.

Nieuwe vormen van regelgeving

Het omgevingsplan kan meer dan het bestemmingsplan, maar tot hoever? Op veel plaatsen wordt daar, onder meer door de VNG, in toenemende mate over nagedacht. In Cobouw (13 april 2023) noemt Maarten Hoorn 2 voorbeelden. Een omgevingsplan kan de hoeveelheid stikstof die een bedrijf uitstoot vastleggen. Ook kan een omgevingsplan, bijvoorbeeld ter voorkoming van datacentra, op locaties alleen bedrijven toestaan die voor een bepaalde hoeveelheid werkgelegenheid zorgen.

Ook de wisselwerking tussen omgevingsvisie, omgevingsplan en programma is een bron van vernieuwing. Welke mix werkt het beste bij de aanpak van de energietransitie, de woningbouw en de klimaatadaptatie?

Nieuwe bestuurlijke keuzes

In het verlengde hiervan zullen gemeentebesturen keuzes moeten maken over bijvoorbeeld de bruidsschat. De daarin vervatte regels kunnen op de lokale omstandigheden worden toegesneden. Belangrijke keuzes moeten ook worden gemaakt over participatie. Bijvoorbeeld of de gemeenteraad participatie gaat verplichten voor vergunningaanvragen die niet passen in het omgevingsplan.

Nieuwe vormen van collegiale samenwerking

Gemeenten leggen geregeld de relatie tussen het fysieke en het sociale domein. Vaak ligt dat voor de hand: ontmoetingsplekken, fiets- en wandelpaden, voldoende voorzieningen in de buurt, aansluiting op openbaar vervoer. Soms is het verrassend: een gemeente had het aardgasvrij maken van een buurt gecombineerd met de aanpak van eenzaamheid. Als de gemeente achter de voordeur komt voor de gasafsluiting, kan zij gelijk kijken of de bewoner nog andere zorg nodig heeft. Deze voorbeelden komen voort uit organisaties die niet verkokerd zijn en waarvan op alle niveaus de medewerkers bereid zijn nieuwe vormen van collegiale samenwerking aan te gaan.

‘’Ik zie grote mogelijkheden in vormen van participatie die digitaal worden ondersteund met 3D-animaties, gebaseerd op databestanden van de desbetreffende buurt.’’

Nieuwe vormen van participatie en van onderzoekend ontwerpen

Participatie speelt in de Omgevingswet een belangrijke rol. De vorm waarin de participatie plaatsvindt is niet voorgeschreven. Dat biedt de ruimte om te experimenteren. En dat is de afgelopen jaren in ruime mate gebeurd.

Ik zie grote mogelijkheden in vormen van participatie die digitaal worden ondersteund met 3D-animaties, gebaseerd op databestanden van de desbetreffende buurt. In 2015 kon Tygron tijdens een werkbezoek aan de Binckhorst hier al een voorproefje van geven.

Zo kunnen de digitale mogelijkheden ook het ontwerpen van gebouwen en wijken ondersteunen. Ooit was ik eens bij de TU-Delft, waar stedenbouwkundigen en architecten deze mogelijkheden enthousiast bespraken. Deze manier van ontwerpen kan heel goed samengaan met participatie.

Nieuwe vormen van samenwerking en betrokkenheid bewoners

Het komend jaar is een momentum voor bewoners om na te denken over nieuwe vormen van samenwerking. In de recente nieuwsbrief van het Landelijk samenwerkingsverband actieve bewoners (LSA) vraag ik daar aandacht voor. Het is belangrijk dat bewoners een goede ingang hebben bij de gemeente, dat zij weten wat er staat te gebeuren en welke besluiten de gemeente neemt over haar participatiebeleid. Daarnaast lijkt het me belangrijk dat bewonersgroepen proberen afspraken te maken met aanverwante organisaties. Veiligheid en gezondheid spelen voor bewoners een belangrijke rol. Het zijn doelstellingen die ook voor natuur- en milieuclubs, de GGD, Veilig Verkeer Nederland en dergelijke centraal staan. Om de krachten te bundelen is het raadzaam na te gaan of er vormen van samenwerking mogelijk zijn.

‘’De Omgevingswet gaat uit van het motto: de leefomgeving is van ons allemaal.’’


De Omgevingswet gaat uit van het motto: de leefomgeving is van ons allemaal. In dat kader hebben 9 natuur- en milieuorganisaties een fraaie website gemaakt. Daarin staat aangegeven wat bewoners kunnen doen aan hun eigen leefomgeving. Zie ook het rapport Roeien met nieuwe riemen dat Natuur en Milieu en de Noord-Hollandse milieufederatie hebben opgesteld.

Nieuwe vormen van integraal werken

Ooit vertelde een directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) me dat hij de opdrachten vanuit de verschillende ministeries voor hetzelfde gebied zelf altijd met elkaar in samenhang moest brengen.

Mijn indruk is dat die samenhang in opdrachten tegenwoordig soms wel degelijk wordt gezocht, maar dat het nog onvoldoende gemeengoed is geworden. Hetzelfde geldt, voor zover ik weet, voor opdrachten aan kennisinstituten. Er wordt geregeld gestreefd naar geïntegreerde opdrachten, maar het is nog geen standaard. Bij een werkelijk integraal beleid op rijksniveau zijn beide vormen van opdrachtverlening standaard in onderlinge samenhang tot stand gekomen.

‘’Ik denk dat de rechter het zorgvuldigheidsbeginsel flink zal laten meewegen: de overheid is verplicht om zich een goed beeld te vormen van de belangen die bij een besluit betrokken zijn.’’

Nieuwe jurisprudentie

Er zal nieuwe jurisprudentie ontstaan. Die zal soms leiden tot aanpassing van de regelgeving.
Rechterlijke uitspraken kunnen echter ook de bedoelingen van de Omgevingswet juist versterken. Ik denk hierbij als voorbeeld aan de participatie bij vergunningaanvragen. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt primair bij de initiatiefnemer en sommige critici vinden dat te vrijblijvend. Ik denk echter dat de rechter het zorgvuldigheidsbeginsel flink zal laten meewegen: de overheid is verplicht om zich een goed beeld te vormen van de belangen die bij een besluit betrokken zijn.

Als de initiatiefnemer de participatie niet serieus neemt, is de kans groot dat de gemeente daar zelf voor gaat zorgen. Of een besluit neemt dat later voor de rechter geen standhoudt.

Op deze manier kan jurisprudentie leiden tot het inzicht dat participatie essentieel is voor een zorgvuldige belangenafweging bij de vergunningaanvraag.

Bijlage

Rapport ‘Roeien met nieuwe riemen’

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.