Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De Omgevingswet: Overgangsrecht

Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. In deze Omgevingswet zijn 26 wetten over diverse onderwerpen samengebracht. Te denken valt aan regels over bouwwerken, infrastructuur, water(systemen), bodem en lucht, landschappen en natuur en cultureel erfgoed en werelderfgoed, oftewel: de regels over de fysieke leefomgeving. En ook honderden algemene maatregelen van bestuur (amvb’s) en ministeriële regelingen moeten eraan geloven. Zij worden samengebracht in slechts vier amvb’s en één enkele Omgevingsregeling. Hoe zit het met bestaande rechten? Wanneer geldt de Omgevingswet en wanneer wordt naar de vroegere regeling gekeken?

24 augustus 2023

Blog

Blog

Bestemmingsplan

Momenteel is het bestemmingsplan een van de belangrijkste instrumenten in het omgevingsrecht. In het bestemmingsplan zijn regels vastgelegd over de fysieke lokale omgeving. Zo is bijvoorbeeld vastgelegd welk gebruik is toegestaan en zijn er regels over bouwen opgenomen. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden alle bestemmingsplannen gezamenlijk onderdeel van het tijdelijke deel van het omgevingsplan van de gemeente. De regels uit de bestemmingsplannen blijven dus na invoering van de Omgevingswet nog tijdelijk gelden.

Voor bestemmingsplannen die momenteel nog worden voorbereid en opgesteld, geldt dat plannen die vastgesteld zijn of waarvan een ontwerpbesluit is genomen vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, vallen onder het oude recht. Plannen waarvan enkel een aanvraag of concept is opgesteld, vallen onder de regels van de nieuwe Omgevingswet.

Algemene landelijke regels

Ook de algemene regels die nu landelijk zijn geregeld, worden opgenomen in het tijdelijke deel van het omgevingsplan. Denk hierbij aan de algemene regels over bouwen uit het bouwbesluit of de algemene milieuregels zoals over geluid, geur, trillingen of stof uit het Activiteitenbesluit. De overgang van deze regels naar het omgevingsplan wordt de bruidsschat genoemd. Deze bruidsschat is opgesteld om een rechtsvacuüm te voorkomen. Ook deze algemene regels zullen dus bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet nog tijdelijk blijven gelden. De bruidsschat wordt in een ander blog verder uitgelegd.

Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet moeten de gemeenten een definitief omgevingsplan opstellen. Gemeenteraden kunnen vanaf dan ook nieuwe delen van het omgevingsplan opstellen. Het is dan ook aan de gemeenteraden om af te wegen of en hoe de tijdelijke regels in het omgevingsplan uiteindelijk worden opgenomen. Er wordt een datum gesteld waarvoor het definitieve omgevingsplan moet zijn vastgesteld en per wanneer het tijdelijke gedeelte komt te vervallen. Deze overgangsfase duurt waarschijnlijk tot eind 2031.

Wat het omgevingsplan inhoudt, leggen wij verder uit in de komende blogs.

Omgevingsvergunning

Ook voor vergunningen geldt overgangsrecht. Zo kan het namelijk zijn dat voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet al een vergunning is aangevraagd, maar deze nog niet is verleend. Of dat een bepaalde activiteit in de Omgevingswet niet vergunningsplichtig is, maar onder het oude recht wel. Ook hiervoor gelden regels om de overgang van het oude recht naar het nieuwe recht te regelen.

Bestaande vergunningen

Er is sprake van een onherroepelijke vergunning op het moment dat geen rechtsmiddelen meer openstaan tegen de verlening van die vergunning. Is de activiteit onherroepelijk vergund en is ook onder de Omgevingswet een vergunning nodig? Dan wordt de vergunning automatisch een vergunning onder de Omgevingswet. Hiervoor hoeft verder niets te worden ondernomen.

Mocht de activiteit onder de Omgevingswet niet vergunningsplichtig zijn, dan geldt in sommige gevallen dat de vergunningsvoorschriften worden omgezet in maatwerkvoorschriften. Dat zijn voorschriften die gelden enkel voor die specifieke activiteit. De regels uit de vergunning blijven dan dus gelden, ook na de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Aangevraagde vergunningen

Voor aanvragen van vergunningen die zijn gedaan na de inwerkingtreding van de Omgevingswet, geldt dat het nieuwe recht van toepassing is.

Een aanvraag voor een vergunning of een wijziging die is ingediend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, wordt beoordeeld op basis van het oude recht. Dit houdt in dat de vergunningverlener (het bevoegd gezag) de oude regels moet toepassen bij zijn beoordeling of de vergunning kan worden verleend. Dit oude recht blijft van toepassing totdat de vergunning onherroepelijk is.

Nieuwe vergunningsplicht

In een aantal bijzondere gevallen kan na de inwerkingtreding van de Omgevingswet een vergunningsplicht gelden waarvoor onder het oude recht geen vergunningsplicht gold. Het gaat dan bijvoorbeeld om bepaalde milieubelastende activiteiten die zijn verleend in een omgevingsvergunning met beperkte milieutoets. Voor deze specifieke gevallen geldt dat een omgevingsvergunning van rechtswege wordt verleend voor die activiteit. Deze vergunning geldt voor een termijn van twee jaar en in sommige gevallen voor onbepaalde tijd.

Er is een belangrijke voorwaarde bij deze omgevingsvergunningen van rechtswege: als de aard of omvang van de activiteit verandert, houden ze op te bestaan. Bij een verandering van de activiteit moet dus een nieuwe vergunning worden aangevraagd op basis van de Omgevingswet.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.