Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Boswet gaat op in de Wet natuurbescherming, wat verandert er?

Op 1 januari 2017 treedt de Wet natuurbescherming in werking. De Wet natuurbescherming vervangt het huidige wettelijke stelsel voor de bescherming van de natuur zoals dat is opgenomen in onder meer de Boswet. Geconstateerd is dat het huidige systeem in de Boswet goed functioneert. Het bestaande instrumentarium uit de Boswet wordt dan ook hoofdzakelijk gehandhaafd. Op enkele punten wijzigt de systematiek. Wat zijn de veranderingen?

27 december 2016

De Boswet

De Boswet heeft tot doel het areaal bos en houtopstanden te beschermen. Bos mag daarom niet zomaar worden gekapt. Houtopstanden die onder de Boswet vallen, mogen alleen worden gekapt onder bepaalde voorwaarden. Allereerst moet de eigenaar de kap van te voren melden. Daarnaast dient de eigenaar van het bos ervoor te zorgen dat drie jaar na het kappen van het bos, hetzelfde areaal bos aanwezig is in de vorm van jonge beplanting. Dit geldt voor houtopstanden van 10 are en groter en een bomenrij van 20 bomen en meer. Niet alle houtopstanden vallen onder de werking van de Boswet. Zo zijn bomen op erven en tuinen en een rij wilgen of populieren op of langs landbouwgronden uitgezonderd en is de Boswet niet van toepassing binnen de bebouwde kom. Kerstbomen, kweekgoed, fruitbomen, windschermen om boomgaarden, Italiaanse populieren, linden, paardenkastanjes en treurwilgen vallen ook niet onder de bescherming van de Boswet.

De Wet natuurbescherming: meld- en herplantplicht

Gezien het goed functionerende systeem onder de Boswet, is ook in de Wet natuurbescherming weer gekozen voor de meld- en herplantplicht voor het vellen van houtopstanden. Houtopstanden die onder de werking van de Wet natuurbescherming vallen, mogen alleen worden gekapt als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Allereerst moet de kap van te voren worden gemeld. Anders dan onder de Boswet moet de kap vanaf 1 januari 2017 worden gemeld bij Gedeputeerde Staten van de provincie. Provinciale Staten bepalen welke gegevens moeten worden verstrekt, de termijn en de wijze waarop moet worden gemeld. Na de (gemelde) kap dient de eigenaar van het bos ervoor te zorgen dat drie jaar na het kappen van het bos, hetzelfde areaal bos aanwezig is in de vorm van jonge beplanting. Het herbeplanten van het perceel kan plaatsvinden door aanplant, bezaaiing, natuurlijke verjonging of op andere wijze realiseren van een nieuwe houtopstand. Provinciale Staten kunnen in een verordening regels stellen over de wijze waarop moet worden herbeplant.

Welke houtopstanden?

Ook voor de reikwijdte van te beschermen houtopstanden is in de Wet natuurbescherming grotendeels aangesloten bij de Boswet. Wederom geldt de meld- en herplantplicht voor houtopstanden van 10 are en groter en een bomenrij van 20 bomen en meer (zie voor meer informatie over wanneer sprake is van een bomenrij mijn blog

Gemeentelijk kapverbod voor bomen in het buitengebied? Het vervolg

). De term houtopstand is daarnaast gedefinieerd als een zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend. Niet voor alle houtopstanden die aan deze vereisten voldoen, geldt de meld- en herplantlicht. Net zoals onder de werking van de Boswet zijn bomen op erven en tuinen en een rij wilgen of populieren op of langs landbouwgronden uitgezonderd. Ook is in de Wet natuurbescherming gedacht aan de praktische problemen bij de productie van hout als biomassa. Populieren, wilgen, essen of elzen die zijn bedoeld voor de productie als houtige biomassa zijn uitgezonderd van de meld- en herplantplicht indien ten minste eens per tien jaar wordt geoogst, de beplanting na 1 januari 2013 is aangelegd en aan bepaalde beplantingseisen is voldaan. Ook kerstbomen (niet ouder dan twintig jaar), kweekgoed, fruitbomen en windschermen om boomgaarden zijn uitgezonderd. Daarentegen worden Italiaanse populieren, linden, paardenkastanjes en treurwilgen vanaf 1 januari 2017 (in tegenstelling tot nu onder de Boswet) wél beschermd.

Bebouwde kom

De Wet natuurbescherming beschermt geen houtopstanden binnen de bebouwde kom. Waar de grens van de bebouwde kom ligt, wordt bepaald door de gemeenteraad. Anders dan de naam wellicht doet vermoeden, gaat het hier niet om de grens van de bebouwde kom op grond van de Wegenverkeerswet. De wetgever heeft nog overwogen om de bebouwde kom voor houtopstanden te laten aansluiten bij de bebouwde kom Wegenverkeerswet. Aangezien de komgrens in de Wegenverkeerswet met een ander oogmerk wordt vastgesteld is er voor gekozen om dit gescheiden te houden. Heeft uw gemeente op 1 januari 2017 nog geen komgrens op grond van de Wet natuurbescherming? Dan bepaalt artikel 9.9 van de Wet natuurbescherming dat de komgrens zoals die is vastgesteld onder de Boswet dient te worden gehanteerd.

Vrijstellingen

Om natuurontwikkeling niet te belemmeren maar juist te bevorderen heeft de wetgever ervoor gekozen om enkele uitzonderingen op te nemen op de meld- en herplantplicht. Zo kan het bijvoorbeeld noodzakelijk zijn om houtopstanden te kappen voor de instandhoudingsdoelstellingen van Natura-2000 gebieden, om daarmee bijvoorbeeld foerageergebieden te creëren. Daarnaast geldt de meld- en herplantplicht als houtopstanden worden geveld en herbeplant op grond van een door de minister goedgekeurde gedragscode. Anders dan nu het geval is in de Boswet, gelden dergelijke vrijstellingen niet alleen voor Staatsbosbeheer of Rijkswaterstaat maar voor alle beheerders van natuurterreinen.

Regels in APV of kapverordening?

Tot slot is in de Wet natuurbescherming de bevoegdheid beperkt van gemeenten en provincies om regels te stellen over bepaalde houtopstanden. De wetgever heeft willen voorkomen dat de niet beschermde houtopstanden zoals kerstbomen of kweekgoed alsnog worden beschermd door gemeenten of provincies in bijvoorbeeld een APV of kapverordening. Aangezien in de praktijk onduidelijkheid blijkt te bestaan wanneer wel of niet regels mogen worden gesteld ter bescherming van houtopstanden, treedt deze bepaling (nog) niet in werking.

Artikel delen