Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bestemmingsplan verbrede reikwijdte: daadwerkelijk een vooruitblik op het omgevingsplan? – deel 2

In mijn vorig blog in de serie 'bestemmingsplan verbrede reikwijdte: daadwerkelijk een vooruitblik op het omgevingsplan?' 1) ben ik ingegaan op de aanwijzing van het plangebied als experiment in artikel 7c van het Besluit uitvoering Chw.

5 november 2018

Regelmatig wordt geageerd tegen de aanwijzing van het plangebied als experiment in artikel 7c van het besluit uitvoering Chw. Nu ingevolge

artikel 8:3, eerste lid, aanhef en onder a, van de Awb

tegen een algemeen verbindend voorschrift geen beroep kan worden ingesteld, dient de rechter in dit soort gevallen over te gaan tot exceptieve toetsing. Concreet betekent dit dat de rechter zal toetsen of de aanwijzing van het plangebied in overeenstemming is met de voorwaarden van

artikel 2.4, tweede lid van de Chw

. Ik ben tot de conclusie gekomen dat in de rechtspraak zelden wordt geoordeeld dat de aanwijzing van een plangebied als experiment niet in overeenstemming is met artikel 2.4, tweede lid van de Chw.

In sommige gevallen staat de aanwijzing van het plangebied als experiment centraal, in andere gevallen staat (ook) het plan inhoudelijk ter discussie. In de komende blogs ga ik in op de gemeentelijke mogelijkheden in dat kader, te beginnen met de 'kameleonbestemming'.

Afwijken wettelijke bepalingen

De aanwijzing als plangebied heeft onder meer tot gevolg dat

artikel 2.3 van de Chw

van toepassing is. Op grond van het eerste lid dient een bestemmingsplan voor gronden in een ontwikkelingsgebied gericht te zijn op de

optimalisering van de milieugebruiksruimte.

Het derde en vierde lid bieden de mogelijkheid om in het belang van de optimalisering van de milieugebruiksruimte binnen het ontwikkelingsgebied bestaande rechten te beperken die worden ontleend aan een omgevingsvergunning of aan regels gesteld krachtens

artikel 8:40 van de Wet milieubeheer

.

Uit

artikel 7g van het Besluit uitvoering Chw

volgt dat op het plan artikel 7c van het Besluit uitvoering Chw van overeenkomstige toepassing is. Op grond van die bepaling kan van een aantal wettelijke bepalingen worden afgeweken.

Kameleonbestemming

In het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kan (zodoende) aan een perceel een zogenaamde kameleonbestemming worden toegekend, die op termijn automatisch "verkleurt" naar een woonbestemming (zie ABRvS 28 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1709). In casu heeft de raad van de gemeente Soest op 27 oktober 2016 het bestemmingsplan "Chw bestemmingsplan-plus met verbrede reikwijdte Soesterberg-Noord" vastgesteld. Het doel daarvan is om (snel) woningbouw mogelijk te maken op de voormalige vliegbasis Soesterberg. In het plan is op verschillende manieren gebruik gemaakt van de mogelijkheden uit de Chw en het Besluit uitvoering Chw. Een daarvan is het toekennen van een zogenoemde kameleonbestemming voor een aantal bedrijfspercelen, die op termijn automatisch "verkleurt" naar een woonbestemming. Het gaat daarbij om een voorlopige bestemming waarbij wordt afgeweken van de termijn van maximaal vijf jaar uit artikel 3.2 van de Wet ruimtelijke ordening. Daarnaast zijn in artikel 3, lid 3.4, van de planregels geluidsnormen neergelegd die voor een aantal bedrijven de bestaande overtollige geluidsruimte beperken.

Gaat dit zonder slag of stoot?

Bij het veranderen van een bedrijfsbestemming in een woonbestemming op een bedrijventerrein ontstaan milieuproblemen. De nieuwe woonbestemming wordt geprojecteerd in de milieuzone van de nog bestaande, naastgelegen bedrijven. In voorgenoemde uitspraak van de Afdeling van 28 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1709 werd discussie gevoerd over de vraag of de desbetreffende bedrijfsactiviteiten konden worden aangemerkt als bestaand legaal gebruik en of dit gebruik in het bestreden bestemmingsplan ten onrechte was wegbestemd. De Afdeling kwam tot de conclusie dat de raad in zijn afweging tot uitgangspunt had moeten nemen dat de bedrijfsactiviteiten bestaand legaal gebruik betroffen. Het bestreden besluit was dan ook onzorgvuldig en in strijd met art. 3:2 van de Awb.

Afsluiting

De centrale vraag in deze blogserie is of op basis van de rechtspraak over het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte een inschatting kan worden gemaakt over hoe het omgevingsplan door de rechter getoetst zal worden. In dit blog besprak ik de kameleonbestemming en de daarbij komende milieuproblemen. In deel 3 van deze blogserie zal ik een aantal andere gemeentelijke mogelijkheden bespreken.

1)

Bestemmingsplan verbrede reikwijdte: daadwerkelijk een vooruitblik op het omgevingsplan? – deel 1

Artikel delen