"Is het mogelijk een beslissing op bezwaar ""op te knippen""? Ofwel, moet een bestuursorgaan dat na heroverweging tot de conclusie komt dat het aangevochten besluit moet worden herroepen, bij de te nemen beslissing op bezwaar direct een vervangend besluit nemen?"
Is het mogelijk een beslissing op bezwaar "op te knippen"? Ofwel, moet een bestuursorgaan dat na heroverweging tot de conclusie komt dat het aangevochten besluit moet worden herroepen, bij de te nemen beslissing op bezwaar direct een vervangend besluit nemen?
Deze vraag wordt opnieuw beantwoord in een
uitspraak
van de Afdeling van 10 december jl. De casus is als volgt: het college van de gemeente Ronde Venen had met toepassing van de binnenplanse afwijkingsmogelijkheid een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van een perceel als beeldentuin en het realiseren van 6 parkeerplaatsen. Het daartegen gemaakte bezwaar en beroep werden ongegrond verklaard. De Afdeling verklaarde in haar uitspraak van 11 september 2013 het door appellante ingestelde hoger beroep gegrond en vernietigde daarbij het besluit op bezwaar vernietigd. Volgens de Afdeling diende een buitenplanse afwijkingsprocedure te worden doorlopen alvorens omgevingsvergunning kon worden verleend.
Naar aanleiding van die uitspraak heeft het college een nieuwe beslissing op bezwaar genomen. Daarbij heeft het college het door appellante gemaakte bezwaar tegen de omgevingsvergunning alsnog gedeeltelijk gegrond verklaard en het primaire besluit herroepen. Het college heeft daarbij geen vervangend besluit c.q. nieuwe beslissing op de aanvraag genomen. Dat was volgens het college ook niet nodig omdat het de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure ging opstarten ten einde de gevraagde omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef, onder a, onder 3° van de Wabo te verlenen en deze procedure meer dan de gestelde zes weken zou bedragen. Het college heeft daarbij de beslissing niet verdaagd op grond van artikel 7:10 derde lid Awb of anderszins uitgesteld.
Nu dat niet is gebeurd, is de Afdeling van oordeel dat het college gehouden was binnen zes weken een vervangend besluit c.q. een nieuwe beslissing op de aanvraag, te nemen. Dat binnen die zes weken geen mogelijkheid bestond om de voorgeschreven wettelijke uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure te doorlopen, is voor de Afdeling geen aanleiding voor een ander oordeel. De Afdeling verwijst daarbij naar een eerdere
uitspraak
van 3 oktober 2012, waarin reeds is geoordeeld dat, als van de door de wet geboden mogelijkheid van uitstel geen gebruik gemaakt wordt, de voor het besluit geldende beslistermijn gewoon moet worden nageleefd.
Het feit dat in de onderhavige zaak nog een wettelijke procedure moest worden doorlopen, biedt geen uitzondering op de hoofdregel van artikel 7:11 van de Awb dat bij herroeping van het primaire besluit tevens een vervangend besluit moet worden genomen. De Afdeling wijst daarbij op het feit dat sinds 1 oktober 2009 artikel 7:10, vierde lid, aanhef en onder c, van de Awb, geldt en dat in dat artikel expliciet de mogelijkheid wordt geboden om het nemen van een besluit uit te stellen in verband met naleving van de wettelijke procedurevoorschriften.
De les van deze uitspraak is dat het opknippen van een beslissing op bezwaar alleen dan mogelijk is, indien het bestuursorgaan gebruik maakt van de in artikel 7:10 Awb genoemde verdagings- en of uitstelmogelijkheden.
Andere samenvattingen van de uitspraak:
Gesplitste besluitvorming, mr. M.J. Tunnissen (Mark), Nysingh
Beslissing op bezwaar, heroverwegen en nieuw besluit, Janike Haakmeester, Samenwerkende Advocaten Omgevingsrecht
Handleiding transformatie binnenplanse naar buitenplanse afwijking in de bezwaarfase, Max Seelen, Patres
