Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Aansturen op duurzaam bodembeheer door politiek, agrarische sector en grondeigenaren

"Vorig jaar schreef ik een blog over duurzaam bodembeheer. Aanleiding van die blog was de constatering dat in de (agrarische) media in toenemende mate wordt geschreven over de achteruitgang van de kwaliteit van de Nederlandse landbouwgronden. Inmiddels constateren wij steeds vaker dat het niet bij nieuwsartikelen blijft; zowel vanuit de agrarische sector als de politiek worden steeds concretere stappen genomen om duurzaam gebruik van de Nederlandse landbouwbodem daadwerkelijk te stimuleren."

12 juli 2018

In dit artikel vat ik drie recente initiatieven van verschillende partijen samen. De initiatieven zullen van invloed zijn op de toekomst van de Nederlandse landbouw en op de grondmarkt. Ik sluit af met een vooruitblik op de te verwachten effecten van de initiatieven.

  1. Het rapport Grondgebondenheid als basis toekomstbestendige melkveehouderij

Bovengenoemd rapport werd op 12 april 2018 gepubliceerd door de Commissie Grondgebondenheid. In het rapport wordt een aantal adviezen uitgebracht, die voor de LTO vakgroep Melkveehouderij en de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) bindend zijn, ten aanzien van de invulling van grondgebondenheid en de uitwerking van zogenaamde buurtcontracten. LTO en NZO zijn tevens opdrachtgever van het rapport. De gedachte dat er moet worden aangestuurd op een omschakeling van het produceren van steeds meer melk tegen een steeds lagere kostprijs, naar het produceren van melk met meer toegevoegde waarde, staat in het rapport centraal. Twee aanbevelingen die (bindend) worden geadviseerd zijn:

  • Melkveehouderijen worden verplicht om in 2025 hun ruwvoerbehoefte voor 65% op eigen grond te telen. De commissie heeft daarbij gekozen voor de indicator % eiwit van eigen land. Door te meten aan de hand van het percentage eiwit, wordt de teelt van gras gestimuleerd ten opzichte van snijmais. Het telen van gras wordt wenselijk geacht, omdat het bijdraagt aan CO2 opslag in de bodem en de verbetering van bodemvruchtbaarheid. Daarnaast draagt het bij aan weidevogelbeheer en andere natuurdiensten. Onder eigen grond wordt verstaan: grond die binnen 20 km van de bedrijfsgebouwen ligt en eigendom is van, of gepacht wordt door de veehouder. Als alternatief kan een buurtcontract worden gesloten met een derde. In een buurtcontract worden afspraken gemaakt over de teelt van ruwvoer en de afzet van mest.

  • Eveneens per 2025 moeten melkveehouderijen beschikken over een huiskavel met gras van voldoende oppervlakte. Hierbij geldt een veebezetting van maximaal tien melkkoeien per ha huiskavel beweidbaar gras. Weidegang is nu niet verplicht en wordt binnen dit advies ook niet verplicht gesteld.

In het rapport wordt voorspeld dat toeslagen een steeds belangrijkere factor zullen worden bij de opbouw van melkgelden. Niet alleen voor weidegang, maar ook voor zaken als biodiversiteit en klimaat. Daarnaast zullen betalingen voor maatschappelijke diensten als landschaps- en weidevogelbeheer losgekoppeld van de melkproductie meer gemeengoed worden.

  1. De Kamerbrief Bodemstrategie van minister Schouten

Op 23 mei 2018 informeerde landbouwminister Carola Schouten de Tweede Kkamer per brief over haar plannen voor het behouden en verbeteren van de kwaliteit van de Nederlandse landbouwgrond. Doelstelling van de minister is om voor de zomer te komen tot een breed gedragen 'programma landbouwbodems' dat betrekking heeft op deze kabinetsperiode. Daarbij zet de minister vooral in op het genereren van kennis over duurzaam bodembeheer en het verspreiden van deze kennis. Middelen die de minister daarvoor wil hanteren zijn onder meer het opleiden van adviseurs (die opgedane kennis moeten verspreiden) en het ontwikkelen van een module duurzaam bodembeheer voor het groenonderwijs.

De minister schetst als streefbeeld per 2030 dat alle Nederlandse landbouwbodems duurzaam worden beheerd, zodat de bodem optimaal kan functioneren en de kwaliteit zo hoog mogelijk is en blijft voor de volgende generaties. Zij noemt als bepalende aspecten: organische stof, bodemvruchtbaarheid, bodemstructuur, bodemleven en bodemweerbaarheid. Voor het verwezenlijken van de doelstellingen, zal de minister in 2018 6 miljoen investeren vanuit de klimaatopgave. Na de zomer zal een verder uitgewerkt plan volgen.

Ook gaat de minister in de brief in op duurzaam bodembeheer in een Europese context. De Europese Commissie werkt momenteel aan een herziening van de Europese bodemstrategie en aan de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Deze zullen beide mede gericht worden op de bijdrage aan duurzaamheidsdoelstellingen, waaronder het Klimaatakkoord van Parijs.

Dat is interessant, want met ingang van 2021 zal koolstofvastlegging in de bodem worden meegerekend in de nationale boekhouding van CO

2

uitstoot en opslag. Vanwege de doelstelling van een 49% lagere netto-CO

2

uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990, waaraan de overheid zich gecommitteerd heeft, is te verwachten dat CO

2

vastlegging in de bodem gestimuleerd zal worden door middel van financiële prikkels, bijvoorbeeld in het nieuwe GLB na 2020.

  1. het project beter bodembeheer van ASR, Vitens en Rabobank

Mijn laatste voorbeeld betreft het initiatief van Verzekeringsmaatschappij ASR, drinkwaterbedrijf Vitens NV en Rabobank Food & Agri Nederland. Deze organisaties hebben de handen in één geslagen met als doel samen met zoveel mogelijk marktpartijen een meetinstrument voor duurzaam bodembeheer te ontwikkelen. Op 5 juni 2018 stuurden de organisaties een gezamenlijke brief aan diverse belanghebbenden. In de brief worden zij uitgenodigd om zich aan te sluiten bij het initiatief en zitting te nemen in een projectorganisatie.

Het doel is om in een zo breed mogelijke coalitie een alomvattend meetinstrument of data gedreven analyse te ontwikkelen dat inzicht geeft in de ontwikkeling van bodemkwaliteit. Het meetinstrument moet de vorm krijgen van een simpele en eenduidige bodemlabelling, vergelijkbaar met energielabels voor elektrische apparaten. Het meetinstrumentarium moet een agrarisch ondernemer in staat stellen om de productiviteit van zijn percelen te verhogen, zijn kosten te verlagen of de waarde van zijn producten te verhogen. Kortom de boer mag er niet op achteruit gaan.

Bodemkwaliteit zal worden gemeten aan de hand van onder andere:

  • grondsoort;

  • nutriënten;

  • vochthuishouding;

  • verdichting

  • bodembiodiversiteit;

  • gehalte organische stof.

Het meetinstrument is een middel om duurzaam bodembeheer meetbaar en inzichtelijk te maken. Daarmee wordt het beter mogelijk om concrete stimuleringsmaatregelen aan duurzaam bodembeheer te koppelen. Voorbeelden van stimuleringsmaatregelen zijn:

  • Gunstigere rentetarieven;

  • Een beloning via vergroeningspremies uit het EU-landbouwbudget;

  • Er zal een sterkere relatie tussen bodemkwaliteit en grondwaarde ontstaan.

Overwater heeft zich aangemeld om deel te nemen aan de verdere ontwikkeling van het meetinstrument.

Samenvattend

Of de maatregelen, zoals die worden voorgesteld in de drie bovengenoemde initiatieven, als zodanig zullen worden geïmplementeerd, zal de toekomst moeten uitwijzen. De stuwende kracht achter de initiatieven maatschappelijke druk zal naar mijn verwachting voorlopig echter niet afnemen.

Wat opvalt is dat in alle drie de documenten die ik in dit blog behandeld heb, de rode draad is dat er wordt aangestuurd op een duurzamere werkwijze, die moet leiden tot een hogere bodemkwaliteit, milieuvoordelen en het behalen van natuurdoelstellingen. Steeds wordt daaraan de eis verbonden dat de duurzamere werkwijze moet leiden tot een beter inkomen voor de agrariër. Naast het produceren van voedsel, wordt in toenemende mate van een boer verwacht dat hij mede zorgdraagt voor een prettig ogend landschap en voor het realiseren van natuur- en klimaatdoelstellingen.

De wereld verandert in rap tempo en minstens zo snel worden er veranderingen verwacht (lees: geëist) van de agrarische sector. Voor de één zal dit voelen als kans, voor de ander als bedreiging. Zelf denk ik dat het in veel gevallen goed is dat er kritisch wordt nagedacht over de manier waarop wij met onze landbouwgronden omgaan en dat er altijd wordt gestreefd naar verbetering. Immers: agrarisch Nederland behoort al tot de wereldtop op het gebied van innovatie en duurzaamheid.

Als vertegenwoordiger van beleggers in agrarisch vastgoed, draagt Overwater graag bij aan een nog innovatievere en duurzamere agrarisch sector. Duurzaam bodembeheer zorgt voor behoud en verbetering van de kwaliteit van landbouwgrond en dus waardebehoud van een belegging in agrarisch vastgoed.

Artikel delen