Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

2 tabelletjes met belangrijke aandachtspunten voor gemeenteraden en voor gedupeerden wanneer het gaat om ‘aantasting van privacy’ in bestemmingsplanprocedures

“Schending van mijn privacy!” Het is een vaak gehoorde beroepsgrond tegen woningbouwplannen. Zeker wanneer de woningbouw maar een beetje ‘de lucht ingaat’. Privacybelangen kunnen echter vernietigend zijn voor ruimtelijke besluiten. Dat is 31 mei jl. wel gebleken.

max seelen 14 June 2023

Veel verschillende aandachtspunten bij ‘aantasting van privacy bij ruimtelijke ontwikkelingen’

Bij de beoordeling van deze beroepsgrond zijn er voor de rechter veel verschillende aandachtspunten die hij bij zijn beoordeling kan betrekken. Ik heb daarom onder deze blog twee tabelletjes opgenomen, waarin deze aandachtspunten heel kort en bondig staan opgesomd (hierbij zijn ook de relevante uitspraken vermeld waar je deze aandachtspunten kunt terugvinden).

De eerste tabel geeft een overzicht van diverse aandachtspunten waar gedupeerden rekening mee moeten houden wanneer zij de beroepsgrond ‘aantasting van privacy bij ruimtelijke ontwikkelingen’ in de strijd gooien.

En de tweede tabel zet de belangrijkste aandachtspunten voor gemeenteraden op een rijtje waarmee zij rekening kunnen (of zelfs moeten) houden bij de afweging van privacybelangen van omwonenden bij het vaststellen van een bestemmingsplan. Overigens geldt dit natuurlijk ook voor B&W bij ontwerp bestemmingsplannen of bij ‘ruimtelijke’ omgevingsvergunningen.

Om het belang van ‘aantasting van privacy in ruimtelijke ontwikkelingen’ nog eens extra te benadrukken, beschrijf ik hier eerst nog even het roemloos einde van een bestemmingsplan die afgelopen maand enkel een alleen door dit privacybelang werd getorpedeerd.

Verkeerde inschatting privacybelangen bij de besluitvorming én het beroep van een planprocedure

Het begin van het einde van het omstreden bestemmingsplan begint bij de vaststelling van een bestemmingsplan voor een nieuw woongebouw met 40 appartementen. De bouwhoogte is ongeveer 15 meter.

In het sluitstuk van deze bestemmingsplanprocedure constateert onze hoogste bestuursrechter dat de gemeenteraad de (beroepsgrond over de) aantasting van de privacy van een van de omwonenden helemaal verkeerd inschat. Niet alleen in de belangenafweging van het bestemmingsplan, maar ook in de ‘verdediging’ van dit plan.

Tijdens de zitting krijgt de omwonende (die aan de westzijde van het plan woont) als eerste de kans om zijn zegje te doen: “Dat wordt gluren bij de buren! Vanuit de appartementen koekeloeren ze niet alleen in mijn tuin, maar zelfs in mijn woonkamer! De gemeenteraad had hier bij het vaststellingsbesluit rekening mee moeten houden.”

De bestuursrechter kijkt vervolgens met vragende ogen naar de vertegenwoordigers van de gemeenteraad.

De vertegenwoordigers van de raad erkennen dat het plan kan leiden tot meer inkijk op het perceel van de betrokken omwonende en daardoor verlies van privacy. Met verve volgt hun verweer: “Maar de ligging van het bouwvlak van de verbeelding van het bestemmingsplan borgt dat de afstand van de perceelsgrens van de omwonende tot de gevel van het appartementengebouw minimaal 2 meter is.

En alsof dat nog niet genoeg is (?!) is die afstand volgens het bouwplan zelfs minimaal 5,5 meter. Bovendien zijn de balkons en verblijfsruimten van de appartementen zoveel mogelijk op de voor- en achterzijde van het gebouw georiënteerd en niet op het perceel van de omwonende (aan de westzijde). Daarmee wordt de inkijk en het verlies van privacy ook beperkt.

En weegt het maatschappelijk belang van de woningbouw niet groter dan het individuele belang van deze omwonende?” De vertegenwoordigers sluiten hun betoog af met de opmerking dat het plangebied in de schil van het centrum ligt en dat je daar nou eenmaal te maken hebt met (verdere) beperkingen van privacy door nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

Waarom de privacybelangen bij de besluitvorming én het beroep van de planprocedure verkeerd zijn ingeschat

De Afdeling is echter resoluut in zijn oordeel: ”Het plan biedt alle ruimte om het woongebouw dichtbij het perceel van de omwonende te bouwen. De nieuwe bewoners kunnen dan volop ‘gluren bij de buren’. De planregels waarborgen namelijk helemaal niet dat de privacy van deze omwonende wordt beschermd.

De gemeenteraad had bijvoorbeeld ook de oriëntatie van de appartementen vast kunnen leggen. Maar dat is niet gebeurd.

Vergeet ook niet dat niet het bouwplan, maar het bestemmingsplan onderwerp van discussie is hier! Nog los van het feit dat uit het bouwplan blijkt dat er wel degelijk sprake is van een onevenredige aantasting van de privacy, is de stelling van de vertegenwoordigers van de gemeenteraad over de – in hun ogen – acceptabele afstand van het woongebouw tot de perceelsgrens van de omwonende en de oriëntatie van de verblijfsruimten en balkons slechts gebaseerd op het bouwplan. En niet op het bestreden bestemmingsplan.

Natuurlijk weegt het maatschappelijk belang van de woningbouw zwaar. Maar dat belang kan ook worden gediend met de benodigde waarborgen in het plan die voorkomen dat de privacy van de omwonende onevenredig wordt aangetast.

Dat het woongebouw in de schil van het centrum ligt, wil nog niet zeggen dat privacy geen enkele rol van betekenis meer speelt.

Al met al is het privacybelang van de omwonende niet serieus genomen. Het bestemmingsplan is daarmee in strijd met de wettelijke eis van een goede ruimtelijke ordening.” Aldus de Afdeling. Het bestemmingsplan wordt vernietigd en gaat roemloos ten onder.

2 tabellen met een overzicht van aandachtspunten

Zoals beloofd bij deze de 2 tabellen met een eenvoudig overzicht van aandachtspunten die mee kunnen (of zelfs moeten) spelen wanneer de ‘aantasting van de privacy bij ruimtelijke ontwikkelingen’ in het geding is. Zowel bekeken vanuit de zijde van gedupeerden als bekeken vanuit de zijde van de gemeenteraden.

Waar moeten gedupeerden rekening mee houden wanneer zij de beroepsgrond ‘aantasting van de privacy bij ruimtelijke ontwikkelingen’ in de strijd gooien?  

Aandachtspunten  

Waar is dit op gebaseerd?

Alleen roepen dat er sprake is van een privacy schending werkt niet. Maak daarom aannemelijk hoe een ruimtelijke ontwikkeling kan leiden tot een inbreuk op privacy.  

ABRvS 10 augustus 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BR4626, r.o. 2.8.2.1

Garanties dat een woning in binnenstedelijk gebied vrij van enige inkijk is zijn er niet. Wonen in een verstedelijkte omgeving & een zekere mate van inbreuk op de privacy gaan nou eenmaal hand in hand.  

ABRvS 2 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1163, r.o. 15.2 & ABRvS 24 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:490, r.o. 9.1  

Maar toch: wanneer het plangebied (bijvoorbeeld) in de schil van het centrum ligt, wil dat nog niet zeggen dat de privacy van omwonenden helemaal geen betekenis meer heeft.  

ABRvS 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2081, r.o. 11.2

Hoe je in een bestemmingsplan(procedure) rekening houdt met ‘schending van privacy’  

Aandachtspunten  

Waar is dit op gebaseerd?

Als een schending van de privacy door een omwonende aannemelijk is gemaakt, beoordeel dan of deze aantasting van de privacy ‘onevenredig’ is.   Alleen een onevenredige aantasting kan leiden tot een ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse. En in dat geval kan het bestemmingsplan vernietigd worden.  

ABRvS 15 juni 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BQ7935, r.o. 2.23.5        

Let op: hou ook rekening met mogelijke aantasting van privacy buiten het plangebied. Wanneer met het bestemmingsplan bijvoorbeeld een ligweide mogelijk wordt gemaakt, dan heeft dat gevolgen voor de aanlooproutes naar die ligweide en de woningen die hieraan liggen.  

ABRvS 18 januari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:117, r.o. 5.2

Om te voorkomen dat de aantasting van de privacy ‘onevenredig’ is, kijk of er voorzieningen kunnen worden getroffen die een afschermende werking kunnen bieden. Denk hierbij aan beplanting of een schutting.   Borg dit (bij voorkeur) dan ook met een voorwaardelijke verplichting in de planregels. Of wanneer je als gemeente de gronden in eigendom hebt waar deze voorzieningen moeten worden aangebracht, verklaar dan dat je dit ook doet.  

ABRvS 26 januari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP2123, r.o. 2.11.4      

Is er al bestaande bebouwing die het zicht op de woning van de omwonende belemmert? Kijk bijvoorbeeld of de omwonende zelf al  over de hele breedte van zijn perceel een bijgebouw heeft staan.  

ABRvS 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2064, r.o. 6.2  

En wellicht zijn er bestaande bosschages/bomen die het zicht  enigszins wegnemen.    

ABRvS 15 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:708, r.o. 26.1

Een andere mogelijkheid om de ‘pijn’ te verzachten kan zijn door de oriëntatie van het bouwplan in de planregels vast te leggen.   Doe je dit niet, dan staat het de initiatiefnemer immers vrij om binnen de gegeven ruimte van een bouwvlak zelf te kiezen voor een oriëntatie van het bouwplan.  

ABRvS 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2081, r.o. 11.2

Een oplossing die voor de hand ligt is om de hoogte van het bouwplan te beperken (maximaal aantal bouwlagen of maximale goot- en nokhoogte).  

ABRvS 31 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2064, r.o. 6.2  

Kijk natuurlijk ook naar de afstand van de woning van de omwonende en de bestemming die de inbreuk op zijn of haar privacy maakt.  

ABRvS 13 november 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1889, r.o. 22.2

Mogelijk dat de gemeente al eerder met de omwonenden afspraken (in een overeenkomst) heeft gemaakt over het voorkomen van privacy overlast. Hier moet je dan uiteraard rekening mee houden.  

ABRvS 18 januari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:117, r.o. 5.2

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.