Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

In de eerste druk van dit boek uit 2019 – dat de titel Gids openbaarheid van bestuur, van Wob naar Wet open overheid droeg – uit schreef ik dat openbaarheid van bestuur een roerige periode achter de rug had. Lange tijd was openbaarheid van bestuur een rustig bezit in de democratische rechtsstaat, maar door de opkomst van internet, politieke ontwikkelingen en de daarbij behorende roep om transparantie enerzijds én Wob-misbruik anderzijds ontstonden er twee kampen: of je was voor de Wob, of ertegen. Ook merkten Wob-specialisten afstandelijkheid en soms zelfs weerzin tot het onderwerp vanuit de rechtswetenschap en de overheid.

Dit idee van een land waar openbaarheid vanzelfsprekend was, leidde er vanaf 2015 toe dat het ministerie de onderzoeken die het team waar ik deel van uitmaakte voor Open Government Partnership, niet wilde accepteren. Daarin werd namelijk geconstateerd werd dat Nederland niet voorliep op het gebied van freedom of information, en dat er aan de bestuurscultuur ook nog wel wat te verbeteren viel. De bewijzen die wij nodig hadden om de feiten te kunnen rapporteren, bleven achterwege. Ondertussen werd ons verteld dat Nederland ‘volgens iedereen het allerhoogste scoorde’ en er dus geen bewijs hoefde te worden geleverd. Sinds de toeslagen- en andere recente affaires weten we beter. Nederland heeft op het gebied van open overheid, zowel technisch, juridisch maar vooral organisatorisch en qua publieke cultuur een inhaalslag te maken.

De weerstand tegen transparantie is in de Nederlandse bestuurlijke en juridische wereld vrij algemeen. Een nuchtere kijk op het recht op overheidsinformatie, het afleggen van verantwoording en het belang ervan voor de democratische rechtsstaat, waarmee de verschillen overbrugd hadden kunnen worden, ontbrak. Mede hierdoor heeft het lang geduurd voor de Wet open overheid (Woo), pas nadat de omstreden bepalingen eruit waren gehaald, een feit was. Pas in de aanloop naar de inwerkingtreding besteedde de Vereniging voor bestuursrecht (VAR) in haar preadviezen voor het eerst aandacht aan transparantie en openbaarheid.

VAR 2022.

Sinds 1 mei 2022 is in juridische zin de rust voorlopig weergekeerd. De Woo is op die dag grotendeels in werking getreden en dat geeft duidelijkheid over welke regels er gelden. Toch moet er nog veel gebeuren op basis van de regels, nieuwe rechtspraak, transparante houding en vooral voortschrijdende technische ontwikkelingen. Dit boek bespreekt alle aspecten van het recht op publieke informatie, van wetgeving en jurisprudentie tot praktijk. Het gaat uit van good practices en geeft praktische tips. Verder bevat het voorbeelddocumenten voor zowel de overheid als voor informatieverzoekers, zoals journalisten en advocaten.

Dit boek besteedt ook aandacht aan internationale aspecten, de ontwikkeling van de Woo-functie bij de overheid, actieve openbaarmaking en transparant werken. Uiteraard geeft dit boek ook informatie over de juridische aspecten van de Woo-praktijk die belangrijk zijn, zoals de diverse weigeringsgronden en de eisen die aan een Woo-besluit en de voorbereiding ervan worden gesteld. Daarbij worden praktische zaken als het uitvoeren van de zoekslag besproken. Voor het meedenken en meelezen over het laatste onderwerp dank ik informatiespecialist Marianne den Broeder.

Dit boek heeft een gevarieerd karakter. Niet iedereen zal in alle aspecten van open overheid geïnteresseerd zijn. Sommige onderwerpen zijn theoretisch, andere juridisch of praktisch van aard. Om die reden zijn de hoofdstukken en zo veel mogelijk daarbinnen de paragrafen zelfstandig leesbaar.