Regelgeving stapelde zich vaak op in gemeenten. Een regel is bijvoorbeeld ingesteld omdat een bestuur iets belangrijk vond, omdat zich een incident voordeed of omdat die regel uit een modelverordening was overgenomen. Het blijkt dat in een APV vaak ‘dode letters’ staan, bijvoorbeeld een verbod op stoepkrijten. Daarom is het ook verstandig om eens naar de handhavingszaken te kijken van de afgelopen jaren.
Wat de inhoud van dat soort regels betreft, moet worden gedacht aan regels die nu in gemeentelijke verordeningen zijn opgenomen die naast een motief vanuit de fysieke leefomgeving ook worden gesteld in het belang van bijvoorbeeld openbare orde,1 veiligheid, bruikbaarheid, uiterlijk aanzien, ontsiering, hinderlijk of baldadig gedrag of goede zeden.Zo bevat een APV vaak regels met betrekking tot evenementen, maar waren deze regels onder de Wet ruimtelijke ordening niet relevant voor de akoestische aanvaardbaarheid van een evenementenbestemming in een bestemmingsplan. Dergelijke regels kunnen nu echter onder de Omgevingswet wel worden opgenomen in het omgevingsplan.3
1Zie hiervoor uitvoerig de NVT Consultatieversie Ontwerp Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 2.1, lid 2, p. 119-123.
2MvT Omgevingswet, p. 93; artikel 4.1 lid 1 Omgevingswet.
3Ontleend aan Stibbe-bundel, Op weg naar de Omgevingswet, http://www.estibbe.com/pgo/documenten/Bundel_Omgevingswet.pdf#page=20, geraadpleegd op 21 oktober 2017. Zie ook art. 4.1 lid 1 Ow.