Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBROT:2022:1854

14 March 2022

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/631067 / KG ZA 21-1132

Vonnis in kort geding van 9 februari 2022

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TRIPLE GROEN DRENTHE B.V.,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TRIPLE GROEN B.V.,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DGB ENERGIE B.V.,

alle gevestigd en kantoorhoudende te Hardenberg,

eiseressen,

advocaat mr. W. Plessius te 's-Hertogenbosch,

tegen

de naamloze vennootschap naar buitenlands recht

ALLIANZ BENELUX N.V.,

gevestigd te Brussel, België,

kantoorhoudende te Rotterdam,

gedaagde,

niet verschenen.

De procedure

1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • de dagvaarding van 29 december 2021 met producties 1 tot en met 9

  • de mondelinge behandeling gehouden op 31 januari 2022.

1.2.Ten slotte is vonnis bepaald.

De beoordeling

2.1.Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek wordt verleend.

Gedaagde is volgens de dagvaarding gevestigd in Brussel, België, en houdt kantoor in Rotterdam, Nederland. Het geschil heeft dus internationale aspecten. Onderzocht dient dan te worden of de(ze)Nederlandse (voorzieningen-)rechter bevoegd is van het geschil kennis te nemen. Die vraag wordt bevestigend beantwoord.

Op grond van artikel 63 lid 1, aanhef en sub c Brussel I bis-Verordening kan worden aangenomen dat in deze kwestie de plaats van het centrum van de bedrijfsactiviteiten van gedaagde in Rotterdam, Nederland, is gelegen. Relevant in dat kader is dat de correspondentie tussen partijen over het onderliggende geschil gericht is aan dan wel vanuit de Rotterdamse vestiging van gedaagde is gevoerd (producties 8 en 9 bij dagvaarding). Het onderliggende geschil heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen eiseressen en één van haar verzekeringnemers ( [naam bedrijf] ) over o.a. de prestaties en de brandgevaarlijkheid van de door eiseressen op grond van een huurkoopovereenkomst geïnstalleerde zonnepaneleninstallatie op de daken van de stallen van het varkensfokbedrijf van [naam bedrijf] te [plaats] , Nederland. De desbetreffende verzekeringsovereenkomst is klaarblijkelijk vanuit de Rotterdamse vestiging tot stand gekomen.

Van toepasselijkheid van het Nederlandse recht wordt uitgegaan.

2.3.Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt dan ook toegewezen, met dien verstande dat de afgiftetermijn wordt bepaald op één week na betekening van dit vonnis en dat de gevorderde dwangsom beperkt en gemaximeerd wordt toegewezen.

2.4.Gedaagde wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseressen worden begroot op:

- betekening oproeping € 103,38

- griffierecht 667,00

- salaris advocaat 656,00

Totaal € 1.426,38

De beslissing

De voorzieningenrechter

3.1.verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde,

veroordeelt gedaagde om binnen één week na betekening van dit vonnis aan eiseressen een volledig en leesbaar afschrift te verstrekken van het volledige inspectierapport met de volgende kenmerken, zoals ook vermeld onder randnummer 11 van de dagvaarding:

Verzekerde: [naam bedrijf]

Adres: [adres]

Plaats / postcode: [plaats] , [postcode]

CRlnspectiedatum: 06 maart 2017

VNAB nr.: [nummer]

Engineer: [persoon A] (Burghgraef van Tiel & Partners i.o.v. Allianz)

Kenmerk: [kenmerknummer] ,

3.3.veroordeelt gedaagde om aan eiseressen een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 3.2 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000,00 is bereikt,

3.4.veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseressen tot op heden begroot op € 1.426,38,

3.5.verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

3.6.wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2022.1734/1980

Artikel delen