RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 23/2219
(gemachtigde: mr. M.P.H. van Maanen Winters),
en
(gemachtigde: A. Stellingwerff).
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster gericht tegen het besluit van 23 oktober 2023, waarbij verweerder aan de derde-partij een omgevingsvergunning heeft verleend voor het kappen van 16 bomen (11 elzen en 5 esdoorns) rondom de Stilohal aan de Van Wevelinkhovenstraat 105-107 te Zwolle.
Verzoekster heeft hiertegen op 4 november 2023 bezwaar gemaakt en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 28 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van verzoekster bijgestaan door
[naam 1] en [naam 2] , de gemachtigde van verweerder, bijgestaan door [naam 3] en [naam 4] van Expedio Arbori. Namens de derde-partij zijn verschenen [naam 5] en [naam 6] .
De voorlopige voorzieningenprocedure
Als tegen een besluit voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter,
die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, bezwaar is gemaakt, kan de voorzieningen-rechter op verzoek een voorlopige voorziening treffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Dit staat in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. De beoordeling die de voorzieningenrechter hierin maakt is voorlopig van aard. De rechtbank die in een later stadium op het eventuele beroep beslist is niet aan het oordeel van de voorzieningenrechter gebonden.
Spoedeisend belang
Voor het aannemen van het vereiste spoedeisende belang dient sprake te zijn van
een acuut en actueel belang dat geen uitstel kan leiden omdat er anders sprake is van een onomkeerbaar resultaat.
De gemachtigde van verzoekster heeft aangegeven dat verzoekster wenst te voorkomen dat zij voor een voldongen feit zou kunnen worden gesteld doordat de derde-partij reeds gebruik kan maken van de verleende vergunning voor het moment waarop er een beslissing is
genomen op het ingediende bezwaarschrift. Ter zitting is verder gebleken dat verweerder verwacht begin 2024 een beslissing op bezwaar te nemen. De bomen zullen volgens planning vóór aanvang van de sloopwerkzaamheden op 11 december 2023 worden gekapt. Het spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening is op grond van het voorgaande gegeven.
Feiten en omstandigheden
2.1De gemeente Zwolle heeft op 8 september 2023 een aanvraag ingediend voor het kappen van 16 bomen rondom sportcomplex Stilohal aan de Van Wevelinkhovenstraat 105-107 te Zwolle ten behoeve van de herinrichting van het terrein.
2.2Vanwege die herinrichting heeft verweerder aan de gemeente Zwolle (hierna: vergunninghouder) de gevraagde omgevingsvergunning verleend, stellende dat het belang van het beschermen van die bomen niet opweegt tegen het maatschappelijk belang dat aan die herinrichting wordt gehecht. In de omgevingsvergunning is aan vergunninghouder de plicht opgelegd 18 bomen te herplanten binnen 1 jaar na het verlenen van de kapvergunning.
Standpunt verzoekster
3.1Verzoekster exploiteert aan de [adres] te Zwolle op door de gemeente Zwolle in erfpacht uitgegeven gronden het [bedrijf] .
3.2Verzoekster voert aan dat de bomenkap zal leiden tot ontsiering van het straatbeeld waardoor de belangstelling voor het huren van delen van het [bedrijf] zal afnemen. Ook is het kappen in strijd met het streven van de gemeente Zwolle naar bevordering van groen in de stad. De kap is kennelijk bedoeld om de door de gemeente beoogde sloop van het grootste deel van het Stilocomplex te vergemakkelijken. Sloop dient echter geen redelijk doel nu er nog geen concrete bouwplannen zijn. Of de vage scenario’s van de gemeente ooit tot woningbouw zullen leiden is onzeker, zodat de beoogde sloop niet geboden is. De sloop is evenmin verstandig, nu een alternatieve bestemming van het complex daardoor onmogelijk wordt.
Beoordeling
4.1Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.
4.2De omgevingsvergunning is aangevraagd omdat de bomen zijn gelegen in de hoofdgroenstructuur als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b van de Bomenverordening van de gemeente Zwolle 2021 en daarmee kapvergunningplichtig.
4.3Bij de beoordeling van de vergunningaanvraag heeft verweerder middels het Beoordelingsformulier omgevingsvergunning kappen de waarde van de bomen vastgesteld op 170 en afgewogen tegen de waarde van het belang van herontwikkeling van het gebied, dat is vastgesteld op 280 punten. Op grond van het beoordelingsformulier weegt het verwijderingsbelang van 280 punten zwaarder dan het belang voor behoud van de bomen van 170 punten.
Een externe deskundige, Expedio Arbori, heeft in opdracht van de gemeente Zwolle een Bomen Effect Analyse opgesteld (BEA). De BEA heeft voornamelijk betrekking op de bomen die onder invloed staan van de sloop van het pand, omdat de planvorming met betrekking tot nieuwbouw nog niet rond is.
In de BEA wordt geconcludeerd dat de 11 elzen die langs de Stilohal staan niet behouden kunnen blijven vanwege de ingreep binnen de stabiliteitskluit en een beperkt oppervlakkig aanwezig wortelpakket.
Voor wat betreft de 5 esdoorns die voor de Stilohal staan wordt geconcludeerd dat het afschermen en inrichten van een grotere standplaats en verbetering van groeiplaatsomstandigheden niet leidt tot een verbeterd toekomstperspectief.
4.5Op de zitting heeft verweerder erop gewezen dat de Stilohal vanwege de slechte technische staat en beheersbaarheid, en daarmee samenhangende veiligheidsproblemen, op korte termijn gesloopt dient te worden. Bomenkap is noodzakelijk in verband met de concrete sloopplannen. Half december 2023 wordt gestart met de voorbereiding van de sloop, wordt het gebouw op herbruikbaar materiaal gestript en vindt asbestverwijdering plaats, waarna half januari 2024 de machinale sloop van start gaat. Na de sloop zal archeologisch onderzoek worden verricht. Verwacht wordt dat in het eerste kwartaal van 2024 het gemeentebestuur definitief een beslissing zal nemen over het te volgen woningbouwscenario. Vergunninghouder heeft toegezegd dat zodra het scenario bekend is, uitvoering zal worden gegeven aan de herplantplicht. Vergunninghouder heeft ook toegezegd om na de bomenkap en de sloop van de Stilohal het terrein te egaliseren en in te zaaien met een gras/bloemen mengsel zodat de omgeving rond het [bedrijf] niet verwilderd.
4.6Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bestaat er geen aanleiding voor twijfel dat de sloop van de Stilohal daadwerkelijk door zal gaan en dat het voor de uitvoering van het plan noodzakelijk is dat de bomen binnenkort zullen worden gekapt.
4.7Verder heeft verweerder voldoende gemotiveerd dat het belang bij het kappen van de bomen om de herontwikkeling van het plangebied mogelijk te maken, in dit geval zwaarder weegt dan het behoud van de bomen. Van belang daarbij is dat de gemeente heeft toegezegd dat zodra de woningbouwplannen zijn vastgesteld er voldaan zal worden aan de herplantplicht.
5.1Naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter zal de omgevingsvergunning in bezwaar in stand blijven.
Voor het treffen van een voorlopige voorziening bestaat dan ook geen grond. Het verzoek daartoe wordt dan ook afgewezen.
5.2Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H.M. Hesseling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Landstra, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier |
voorzieningenrechter |
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Artikel 2.2
1. Voor zover ingevolge een bepaling in een provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist om:
(…)
g. houtopstand te vellen of te doen vellen,
(…)
geldt een zodanige bepaling als een verbod om een project voor zover dat geheel of gedeeltelijk uit die activiteiten bestaat, uit te voeren zonder omgevingsvergunning.
Artikel 2.18
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2 kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend of geweigerd op de gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening.
Onder beschermde houtopstand wordt ingevolge de begripsbepalingen (artikel 1 onder c) verstaan: houtopstand vermeld op de Groene Kaart, die niet geveld mag worden zonder de vergunning als bedoeld in artikel 12.
Ingevolge artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, stelt het college van burgemeester en wethouders de Groene Kaart vast en ter voorbereiding daarvan ook de lijst met bijzondere bomen. …. De Groene Kaart bevat een samenhangend geheel van de volgende beschermde houtopstanden:
hoofdgroenstructuur: een op de Groene Kaart als vlak of lijn aangewezen structuur waarbinnen houtopstanden staan van een hoog beschermingsniveau. Hieronder vallen alle houtopstanden binnen deze structuur welke voldoen aan het begrip boom;
Ingevolge artikel 11 zijn de regels in deze paragraaf gesteld met het oog op:
a.het beschermen van de natuur;
b.het beschermen van de gezondheid en het tegengaan van klimaatverandering;
c.het beschermen van landschappelijke en stedenbouwkundige waarden;
d.de beeldbepalende waarde van houtopstand;
e.de cultuurhistorische waarde van houtopstand
f.een kwalitatief goed bomenbestand.
Ingevolge artikel 12, eerste lid, aanhef en onder a, is het verboden zonder omgevingsvergunning beschermde houtopstand te vellen.
Ingevolge artikel 14, eerste lid, wordt de omgevingsvergunning voor het vellen van beschermde houtopstand geweigerd indien de belangen van het vellen van de houtopstand niet opwegen tegen de belangen van behoud van de houtopstand.
Ingevolge het tweede lid worden bij de afweging als bedoeld in het eerste lid de oogmerken uit artikel 11 van deze verordening betrokken.
Ingevolge het derde lid wordt voor de afweging tussen behoud of vellen van de beschermde houtopstand gebruik gemaakt van een beoordelingsformulier, dat wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.
Ingevolge het vierde lid maakt het beoordelingsformulier onderscheid in de waardering tussen bijzondere houtopstand, hoofdgroenstructuur en nevengroenstructuur, waarbij bijzondere houtopstand de hoogste waardering heeft en in beginsel niet gekapt wordt, de hoofdgroenstructuur een hoge waardering en de nevengroenstructuur een basiswaardering heeft.
Ingevolge het vijfde lid wordt een omgevingsvergunning voor het vellen van een bijzondere houtopstand geweigerd, tenzij:
a. …, en/of;
b.een groot maatschappelijk belang zwaarder weegt dan de oogmerken van artikel 11.