Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBAMS:2023:2139

6 April 2023

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/731819 / KG ZA 23-283 EAM/MAH

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op 4 april 2023

in de zaak van

[eiser 1] ,

2. [eiser 2],

beiden wonende te [woonplaats] ,

eisers bij dagvaarding op verkorte termijn van 3 april 2023,

advocaat mr. L.C.L. Bults te Amsterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DYNAMIC CREDIT HYPOTHEKEN B.V.,

tevens handelend onder de naam bijBouwe,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

verschenen in de persoon van mr. M.P.J. Zandbergen (hoofd juridische zaken), bijgestaan door mr. A. Koens (bedrijfsjurist).

Partijen zullen hierna eisers en bijBouwe worden genoemd.

De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.

Tegenwoordig zijn mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, en mr. M.A.H. Verburgh, griffier.

Na uitroeping van de zaak verschijnen:

- mr. Bults,

- aan de zijde van bijBouwe: mr. Zandbergen met mr. A. Koens.

De procedure

Partijen hebben een pleitnota in het geding gebracht en eisers ook producties. Partijen hebben over en weer het woord gevoerd. De behandeling van de zaak is gesloten en vervolgens is mondeling uitspraak gedaan. Daarvan is ingevolge artikel 30p lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dit proces-verbaal opgemaakt, dat wordt afgegeven op 4 april 2023.

Waar gaat dit kort geding over?

2.1.eisers zijn sinds 2009 gezamenlijk eigenaar van de woning aan de [adres 1] (de Woning). In 2018 hebben eisers de Woning geherfinancierd met een hypothecaire lening van bijBouwe van € 315.000.

2.2.Eind 2020 heeft bijBouwe de lening opgeëist, onder meer omdat eisers de Woning zonder toestemming van bijBouwe verhuurden aan derden.

2.3.Nadat de opeising en ook het opstarten van een executieveiling van de Woning een aantal keer was gestaakt omdat partijen in gesprek waren over een oplossing, heeft bijBouwe uiteindelijk op 20 januari 2023 aan eisers bericht dat de veiling op 5 april 2023 was vastgesteld.

2.4.Op 27 maart 2023 hebben eisers een overeenkomst gesloten met Le Sage management Beheer B.V. tot oversluiting van de hypotheek (de herfinancieringsovereenkomst). Daarover hebben eisers op 29 maart 2023 bijBouwe geïnformeerd met het verzoek de veiling af te blazen.

2.5.In dit kort geding vorderen eisers, samengevat, bijBouwe te bevelen:

- de executie van de Woning te staken en gestaakt te houden,

- geen kosten verband houdende met de executie bij eisers in rekening te brengen en/of te incasseren, voor zover zulke kosten zijn gemaakt op of na 29 maart 2023,

- haar volle medewerking te verlenen aan de herfinanciering van de Woning en de aflossing van de door haar verstrekte Hypotheeklening tussen 8 en 10 juni 2023, en al hetgeen te doen dat daartoe nuttig of noodzakelijk is of kan zijn,

- de werkelijk gemaakte advocaatkosten van eisers ter zake van dit kort geding te voldoen, binnen 14 dagen na overlegging van de betreffende facturen van de advocaat en met een maximum van €15.000,=

met veroordeling van bijBouwe in de (overige) proces- en nakosten, met wettelijke rente.

2.6.Op 3 april 2023 (nadat dit kort geding aanhangig was gemaakt) heeft bijBouwe geantwoord bereid te zijn de veiling te staken onder de volgende voorwaarden:

- eisers hebben de betalingsachterstand voldaan,

- eisers hebben de veilingkosten voldaan,

- de woning aan de [adres 2] is onvoorwaardelijk verkocht,

- eisers voldoen de maandelijkse hypotheekbetalingen aan bijBouwe tijdig tot aan de aflossing op 8 juni 2023.

2.7.bijBouwe voert verweer tegen de vorderingen.

De mondelinge uitspraak

3.1.Tussen partijen staat niet ter discussie dat bijBouwe het recht van parate executie heeft, tenzij zij misbruik maakt van recht. Van dit laatste kan slechts in bijzondere omstandigheden sprake zijn, bijvoorbeeld als bijBouwe geen redelijk belang heeft bij de executie.

3.2.Vaststaat dat zich bij eisers een financier heeft gemeld en dat via deze financier hun hypotheek bij bijBouwe kan worden afgelost. Op zichzelf was en is bijBouwe bereid om mee te werken aan een nieuwe financiering. Daarvoor heeft zij ook al veel geduld moeten betrachten. In de ogen van bijBouwe heeft zij om twee redenen niettemin belang bij het doorzetten van de veiling op 5 april 2023.

De eerste is dat in de herfinancieringsovereenkomst van 27 maart 2023 de volgende passage is opgenomen:

“De akte passeert 8-6-2023 op voorwaarden dat de hypothecaire geldlening op het pand [adres 2] is afgelost. Wanneer dit niet het geval is, zal de passeerdatum worden uitgesteld tot twee werkdagen na aflossing.”

3.4.Hieruit lijkt inderdaad, zoals bijBouwe stelt, te volgen dat de aflossing van de [adres 2] een voorwaarde is voor verstrekking van de gelden voor de herfinanciering. Hierin zit dus een onzekerheid, terwijl eisers al veel kansen hebben gehad.

3.5.De tweede reden is dat als de aflossing van de [adres 2] niet doorgaat, de veiling opnieuw moet worden opgestart met alle kosten vandien. Daarbij komt dat de marktomstandigheden onzeker zijn en dat de verhaalspositie van bijBouwe de komende twee maanden in nadelige zin zou kunnen veranderen.

3.6.De hierboven door bijBouwe genoemde redenen moeten worden afgewogen tegen de belangen van eisers. Onbetwist is gebleven dat eisers een schade lijden van ongeveer €115.000,00 wanneer de woning op een openbare veiling tegen executiewaarde wordt verkocht. Dit is een aanmerkelijke schade. Het belang van bijBouwe om niet nog een keer veilingkosten te moeten voldoen valt hierbij weg, omdat zij deze kosten eenvoudig kunnen verhalen op eisers. Dat de markt de komende twee maanden zodanig kan verslechteren dat de hypotheek niet zou kunnen worden afgelost, is niet te verwachten omdat bijBouwe gelet op het uitstaande bedrag en de taxatiewaarde van de woning zich in ruime mate aan de veilige kant bevindt.

3.7.Dit alles voert tot de conclusie dat de vorderingen zullen worden toegewezen en dat bijBouwe in de proceskosten zal worden veroordeeld. Voor een veroordeling in de daadwerkelijk gemaakte advocaatkosten, zoals door eisers gevorderd, is geen aanleiding. Gelet op de langdurige geschiedenis die partijen hebben gedeeld, was het niet onredelijk dat bijBouwe nu haar poot stijf hield en het op een kort geding liet aankomen.

De beslissing

De voorzieningenrechter

4.1.gebiedt bijBouwe de executie van de Woning te staken en gestaakt te houden,

4.2.verbiedt bijBouwe kosten verband houdende met de executie bij eisers in rekening te brengen en/of te incasseren, voor zover zulke kosten zijn gemaakt op of na 29 maart 2023,

4.3.gebiedt bijBouwe haar volle medewerking te verlenen aan de herfinanciering van de Woning en de aflossing van de door haar verstrekte hypotheeklening tussen 8 en 10 juni 2023 en al hetgeen te doen dat daartoe nuttig of noodzakelijk is of kan zijn,

4.4.veroordeelt bijBouwe in de kosten van dit geding, tot op heden aan de zijde van eisers begroot op:

- dagvaarding 129,14

- griffierecht 676,00

- salaris advocaat 1.079,00

____________________________

Totaal €1.884,14,

te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na heden tot aan de dag van voldoening,

4.5.veroordeelt bijBouwe in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van voldoening,

4.6.verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

4.7.wijst het meer of anders gevorderde af.

Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.

type: MAH

Coll: MA

Artikel delen