proces-verbaal
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/696894 / KG ZA 21-97 HH/EB
in het kort geding van
wonende te [woonplaats] ,
eiseres bij dagvaarding op verkorte termijn van 2 februari 2021,
advocaat mr. M. Amrani te Amsterdam,
tegen
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. A. el Aqde te Amsterdam.
Tegenwoordig zijn mr. H.C. Hoogeveen, voorzieningenrechter, en mr. E. van Bennekom, griffier.
Na uitroeping van de zaak zijn partijen en hun advocaten verschenen. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht. Gedaagde (hierna: de man) heeft verzocht een aantal van de door eiseres (hierna: de vrouw ) ingebrachte producties buiten beschouwing te laten omdat die niet zijn ingediend binnen de in het procesreglement gestelde termijn. Dat verzoek is verworpen, omdat (i) de producties waar het om gaat korte berichten zijn, die goed te overzien zijn en (ii) dit een spoed kort geding is waarvoor de dagvaardingstermijn is verkort. Partijen hebben vervolgens over en weer het woord gevoerd. De behandeling van de zaak is gesloten, waarna mondeling uitspraak is gedaan. Daarvan is ingevolge artikel 30p lid 3 Rv dit proces-verbaal opgemaakt.
De voorzieningenrechter heeft de volgende uitspraak gedaan:
Het gaat in dit kort geding om de vraag of aan de vrouw vervangende toestemming moet worden verleend om in de periode van 10 februari tot en met 3 maart 2021 met de kinderen van partijen van 13 en 12 jaar oud, familie in Egypte op te zoeken. De kinderen hoeven vanwege de coronamaatregelen tot zeker 2 maart 2021 niet naar school en kunnen vanuit Egypte online onderwijs volgen, aldus de vrouw. De man verweert zich tegen dit verzoek.
De vervangende toestemming zal niet worden verleend. Er is wereldwijd een pandemie gaande, ook in Nederland. Het advies volgens de website van de rijksoverheid is “Blijf in Nederland, ga niet op reis en boek geen reizen. Elke buitenlandse reis verhoogt de kans op verspreiding van het coronavirus. Moet u toch naar het buitenland, bijvoorbeeld vanwege een (aanstaand) sterfgeval, dan moet u daarna tien dagen in quarantaine.” Er moet dus een noodzaak zijn om te reizen, wil de gevraagde toestemming worden verleend. Die noodzaak is er niet. Begrijpelijk is dat oma in Egypte de kleinkinderen graag wil zien en dat de kleinkinderen oma willen zien, maar dat zal voorlopig online moeten gebeuren. Uit de overgelegde medische stukken blijkt niet dat oma op sterven ligt of dat de reis om een andere dringende reden niet kan worden uitgesteld. Begrijpelijk is ook dat de kinderen vakantie willen en dat ze de coronamaatregelen zat zijn. Dat geldt naar verwachting voor alle Nederlanders. Iedereen zou wel met vakantie willen, maar dat kan niet. De adviezen van de overheid moeten worden opgevolgd. Op die grond zal de vordering worden afgewezen.
Ten overvloede wordt overwogen dat (i) als er geen pandemie gaande zou zijn en er dus niet een overheidsadvies zoals hiervoor geciteerd zou gelden en (ii) vervangende toestemming zou worden gevraagd voor een verblijf van drie weken in Egypte tijdens een schoolvakantie (zomervakantie), voorstelbaar is dat die toestemming wel zou worden verleend. Maar die situatie doet zich nu niet voor. Afgewacht moet worden wanneer de maatregelen zullen worden versoepeld, wat er in de zomer mogelijk is en wat de adviezen van de overheid dan zullen zijn.
Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling. Zoals gebruikelijk in familiezaken, zullen de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd als na te melden.
De voorzieningenrechter
- weigert de gevraagde voorziening,
- compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.