HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 23/00233
Datum 22 december 2023
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende in Italië,
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: J.P. Heering,
tegen
[verweerster],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [verweerster],
advocaat: C.G.A. van Stratum.
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/16/489825 / HA ZA 19-103 van de rechtbank Midden-Nederland van 5 februari 2020 en 28 oktober 2020;
b. de arresten in de zaak 200.289.506 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 26 april 2022 en 25 oktober 2022.
[eiser] heeft tegen het arrest van het hof van 25 oktober 2022 beroep in cassatie ingesteld.
[verweerster] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor [verweerster] toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 2.135,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 22 december 2023.