Maatschappelijk verantwoord inkopen: Een term die in de praktijk wordt gebruikt voor bijvoorbeeld ‘ketenverantwoordelijkheid’ of ‘duurzaam inkopen’.
Maatschappelijke waarde: (Streven naar) Een zo goed mogelijke c.q. de beste prijs-kwaliteitverhouding binnen het beschikbare (en veelal beperkte overheids)budget. (Volgens bijvoorbeeld Rechtbank Overijssel 30 september 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:3761). Wet: Art. 1.4 lid 2 Aanbestedingswet 2012. Jur: Rechtbank Amsterdam 8 maart 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:1504, r.o. 4.8: “Dat de gemeente de inschrijving van Selecta niet passeert is niet in strijd met artikel 1.4 lid 2 Aw. Op grond van dit artikel dient de aanbestedende dienst zorg te dragen voor het leveren van zoveel mogelijk maatschappelijke waarde bij het aangaan van een overeenkomst. Gunnen aan een partij die wanprestatie gaat plegen, strookt hier niet mee omdat de daaruit voortvloeiende conflicten tot hoge kosten zullen leiden, aldus Maas. Los van de vraag of deze bepaling ook niet slechts in het belang van de aanbestedende dienst is opgesteld en een inschrijver zich hier niet op kan beroepen, is de voorzieningenrechter met de gemeente van oordeel dat het vergezocht is om deze bepaling in deze zaak aan te halen omdat de omstandigheid dat met een lage prijs is ingeschreven gelet op het hierboven overwogene niet per definitie betekent dat er problemen zullen ontstaan bij de uitvoering van de overeenkomst.”
Make or buy decision: De beslissing van de aanbestedende dienst om ofwel zelf te doen of om uit te besteden.
Manipulatieve inschrijving: Een inschrijving waarmee een inschrijver de gunnings- c.q. beoordelingssystematiek bewust en in strijd met de kenbare bedoelingen van de aanbestedende dienst om realistische en marktconforme prijzen aan te (moeten) bieden, op slinkse wijze beïnvloedt en waarbij de grenzen van een geoorloofde strategische inschrijving zijn/worden overschreden. En/of een inschrijving waarbij de beoordelingssystematiek zo wordt gemanipuleerd dat het daarmee door de aanbestedende dienst beoogde doel wordt verstoord. Jur: Hof Den Haag 1 november 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3172, r.o. 9: “[…] Bij het manipuleren van de beoordelingssystematiek gaat het erom dat een inschrijver de Opdracht naar zich toe weet te trekken door een inschrijving te doen die weliswaar aan de eisen voldoet, maar een resultaat bewerkstelligt dat niet door de beoordelingssystematiek wordt beoogd. Dat kan het geval zijn wanneer een inschrijving een vergelijking met andere inschrijvingen onmogelijk maakt en daardoor de mededinging belemmert. Onder omstandigheden kan een inschrijving ook manipulatief worden genoemd wanneer op voorhand vast staat dat een inschrijver het werk niet daadwerkelijk voor de aangeboden prijs zal kunnen uitvoeren en de kosten op een andere manier bij de aanbestedende dienst zal willen neerleggen.” Lit: Van Romburgh 2017: par. 7.2.5.
Mannesmann: Korte benaming van het arrest HvJ EG 15 januari 1998 in zaak C-44/96 (Mannesmann Anlagenbau Austria A-G en Strohal Rotationsdruck GsmbH). Een instelling die zowel publieke als commerciële taken verricht – en die is aangemerkt als aanbestedende dienst – valt in alle gevallen onder de volle reikwijdte van de aanbestedingsrichtlijnen. Lit: Van Romburgh 2017: blz. 48. Van der Horst en Schenk 2018: blz. 139.
Manova: Korte benaming voor het arrest HvJ EU 10 oktober 2013 in zaak C-336/12 (Ministeriet for Forskning, Innovation og Videregående Uddannelser/Manova A/S). Relevant in verband met het herstel van gebreken.
Mantelovereenkomst: Raamovereenkomst.
Marginale toetsing: Rechterlijke toetsing, of de aanbestedende dienst in/naar redelijkheid tot zijn beslissing(en) heeft kunnen komen. Willekeurtoetsing.
Marktconform: In overeenstemming met de op een markt geldende prijzen en tarieven. Jur: Rechtbank Gelderland 3 februari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1370, r.o. 4.5: “Achterhoek Nieuws stelt dat de prijs die De Persgroep heeft aangeboden niet marktconform is. Voor zover die stelling erop is gebaseerd dat de prijs van De Persgroep bijna de helft lager is dan de door haar aangeboden prijs, is dat niet concludent. Uit dit feit volgt niet dat de prijs van De Persgroep niet marktconform is. […]”
Marktconsultatie: Vóór de aanvang van een aanbestedingsprocedure kunnen aanbestedende diensten, ter voorbereiding van de aanbesteding, marktconsultaties houden om de ondernemers op de hoogte te brengen van hun aanbestedingsplannen en voorwaarden. Met dit doel kunnen aanbestedende diensten bijvoorbeeld advies van onafhankelijke deskundigen of instanties of van marktdeelnemers inwinnen of ontvangen dat kan worden gebruikt bij de planning en uitvoering van de aanbestedingsprocedure, mits dit advies niet leidt tot vervalsing van de mededinging en geen aanleiding geeft tot schending van de beginselen van non-discriminatie en transparantie. Richtlijn: Art. 40 Richtlijn 2014/24/EU. Jur: Hof Den Bosch 1 december 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4943, r.o. 6.18: “[…] Voor zover Transvision bedoeld heeft aan te voeren dat de Gemeenten haar als potentiële inschrijver bij de aanbesteding ook voor de marktconsultatie had moeten uitnodigen, verwerpt het hof dat betoog. Er is geen regel in het aanbestedingsrecht waaruit een dergelijke plicht voortvloeit. Verder volgt, anders dan Transvision aanvoert, de conclusie dat Hala en Connexxion in een voordeliger positie hebben verkeerd en er dus vervalsing van de mededinging heeft plaatsgevonden, niet uit het enkele feit dat de Gemeenten met Hala en Connexxion informatie hebben uitgewisseld in het kader van de marktconsultatie, die niet als zodanig als bijlage bij de Offerteaanvraag is verstrekt. […]”
Marktpartij: (Zie) Ondernemer.
Matchingsrecht: (Contractueel opgenomen) mogelijkheid voor de zittende ondernemer om het aanbod van ‘de winnende’ inschrijver te evenaren. Wet: Mededingingswet, Staatsblad 242, 22 mei 1997. Jur: Rechtbank Midden-Nederland 29 april 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:2954, r.o. 35: “[…] Het toepassen van het matchingsrecht leidt er echter toe dat aan één van de inschrijvers, namelijk de zittende exploitant, Exterion Media, wordt bevoorrecht. Alleen aan Exterion Media wordt immers de kans geboden om, voor het geval dat zij niet het winnende bod heeft gedaan, het aanbod van “de winnende” inschrijver te evenaren. Zij krijgt dus als enige inschrijver de kans om haar bod ná inschrijving nog aan te passen en wel zodanig dat de concessie niet zoals gebruikelijk aan de winnende inschrijver, maar aan haar wordt gegund. Zij mag immers gelet op haar matchingsrecht een bod doen dat overeenkomt met het bod van de winnende inschrijver. Daarbij geldt dat aan haar ook kenbaar wordt gemaakt wat zij moet doen om het bod van de winnende inschrijver te evenaren. […]”
Materiële werkingssfeer: Inhoudelijk toepassingsgebied van de aanbestedingsrichtlijnen, te onderscheiden van de personele werkingssfeer. Jur: HvJ EU 19 december 2012 in zaak C-159/11 (Azienda Sanitaria Locale di Lecce, Università del Salento/Ordine degli Ingegneri della Provincia di Lecce e.a.), r.o. 23: “Vooraf zij erop gewezen dat de toepassing van richtlijn 2004/18 op een overheidsopdracht afhankelijk is van de voorwaarde dat de geraamde waarde ervan de in artikel 7, sub b, van deze richtlijn vastgestelde drempel bereikt, rekening houdend met de normale marktwaarde van de werken, de leveringen of de diensten waarop deze overheidsopdracht betrekking heeft. […]”
Maximale looptijd: De maximale duur van de overeenkomst. Wet: Artt. 2.82a en 2.140 Aanbestedingswet 2012.
Mededeling van de gunningsbeslissing: Een schriftelijke kennisgeving die voldoet aan de in art. 2.130 Aanbestedingswet 2012 gestelde eisen. Wet: Art. 1.1 Aanbestedingswet 2012.
Mededinging: Concurrentie. Jur: HvJ EU 8 mei 2014 in zaak C-15/13 (Datenlotsen Informationssysteme GmbH), r.o. 22: “Overeenkomstig de rechtspraak van het Hof is het hoofddoel van de Unierechtelijke regels inzake overheidsopdrachten de openstelling voor onvervalste mededinging in alle lidstaten op het gebied van de uitvoering van werken, de levering van producten en de verrichting van diensten, hetgeen impliceert dat elke aanbestedende dienst de relevante Unierechtelijke regels moet toepassen wanneer is voldaan aan de daarin gestelde voorwaarden (zie in die zin arrest Stadt Halle en RPL Lochau, C-26/03, EU:C:2005:5, punt 44).”
Mededingingsprocedure met onderhandelingen: Procedure waarbij alle ondernemers naar aanleiding van een aankondiging een verzoek mogen doen tot deelneming, maar uitsluitend de door de aanbestedende dienst geselecteerde ondernemers een eerste inschrijving mogen indienen en waarbij door middel van onderhandelingen met één of meer van hen naar definitieve inschrijvingen wordt toegewerkt. Wet: Artt. 2.30, 2.31, 2.126 en 2.126a Aanbestedingswet 2012. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 9.5.
Meervoudig onderhandse procedure: Een nationale aanbestedingsprocedure waarvoor een beperkt aantal (volgens het ARW 2016 en Gids P, ten minste drie) ondernemers tot inschrijving wordt uitgenodigd (volgens het ARW 2016 en Gids P, ten hoogste vijf). Wet: Afdeling 1.2.4 Aanbestedingswet 2012. Jur: Hoge Raad 25 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:503, r.o. 4.2.3: “Bij een meervoudige onderhandse aanbesteding is de aanbesteder vrij in de keuze van degenen die hij wenst uit te nodigen tot doen van een aanbieding. […].” Lit: Van der Horst en Schenk 2018, blz. 438.
Meerwaarde: Kwalitatief onderscheid (in relatie tot andere inschrijvers). Jur: Rechtbank Rotterdam 26 mei 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:3974, r.o. 4.5: “[…] Daar komt bij dat van een inschrijver mag worden verwacht dat hij in eigen bewoordingen aangeeft op welke wijze hij de verlangde kwaliteit gaat leveren. Daarmee wordt hij in de gelegenheid gesteld zich te onderscheiden van de andere inschrijvers en aldus zijn meerwaarde aan te tonen.”
Meerwerk (1): Extra, niet begroot, werk dat tijdens de realisatie van de opdracht wordt uitgevoerd.
Meerwerk (2): In de UAV gebruikte term om aan te geven, dat de omvang van het (overeengekomen) werk vermeerdert en aldus bijbetaling op de aannemingssom moet plaats vinden. In de praktijk ook als één woord (‘meerwerk’) geschreven. Wet: Art. 2.163b lid 1 Aanbestedingswet 2012.
Meestbegunstigingsclausule: Zie Voorschrift 3.9 E Gids Proportionaliteit: “Een aanbestedende dienst verlangt niet dat een inschrijver vooraf moet garanderen dat in geval een andere wederpartij dan de betreffende aanbestedende dienst een betere prijs krijgt voor hetzelfde product of dienst, de aanbestedende dienst deze dan met terugwerkende kracht ook moet krijgen.”
Memorie van toelichting: De algemene en artikelsgewijze uitleg bij een wetsvoorstel. Bij het behandelen van juridische vraagstukken kan het relevant zijn, wat de beweegredenen en bedoelingen waren van de wetgever voor de totstandkoming de betreffende regeling.
Merendeel-criterium: ‘Merendeel van de werkzaamheden (> 80%)’-criterium, dat relevant is in verband met quasi inbesteden. Wet: Art. 2.24b lid 1 sub b Aanbestedingswet 2012. Jur: HvJ EU 8 december 2016 in zaak C-553/15 (Undis Servizi), r.o. 33: “Het vereiste dat de desbetreffende persoon het merendeel van zijn werkzaamheden verricht voor de overheidsinstantie(s) die zijn aandelen houdt(houden), heeft tot doel te waarborgen dat richtlijn 2004/18 van toepassing blijft ingeval een onderneming waarop door een of meer overheidsinstanties toezicht wordt gehouden, op de markt werkzaam is en dus met andere ondernemingen kan concurreren. […] Indien deze onderneming daarentegen het merendeel van haar werkzaamheden uitsluitend verricht voor deze overheidsinstantie(s), lijkt het gerechtvaardigd dat de dwingende bepalingen van richtlijn 2004/18, die bedoeld zijn ter bescherming van de mededinging, op deze onderneming niet van toepassing zijn omdat er in dat geval toch geen mededinging meer is […].”
Merknaam: De handelsnaam waaronder een bepaald product wordt verkocht. Jur: HvJ EU 16 april 2015 in zaak C-278/14 (SC Enterprise Focused Solutions SRL), r.o. 21: “In casu zou de in het hoofdgeding aan de orde zijnde opdracht, niettegenstaande de geringe waarde ervan en het ontbreken van een toelichting van de verwijzende rechter, een duidelijk grensoverschrijdend belang kunnen vertonen, gelet op de feiten van het hoofdgeding, in het bijzonder het feit dat deze zaak betrekking heeft op de levering van computersystemen en -apparatuur met een referentieprocessor van een internationaal merk.” Lit: Van der Horst en Schenk 2018: par. 8.3.
Methode van gemiddelde prijzen: Niet toegestane gunningsmethodiek. Jur: Rechtbank Den Haag 25 februari 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:2965, r.o. 4.10: “Vaststaat dat toepassing van de methode van gemiddelde prijzen kon leiden en heeft geleid tot een situatie waarin, bij een (min of meer) gelijke score op de overige voorwaarden, een aanbieding met een hogere prijs hoger kon scoren dan een goedkopere aanbieding. Hoewel de voorzieningenrechter met INHolland van oordeel is dat een aanbestedende dienst in beginsel kan kiezen welke gunningscriteria hij zal toepassen, wordt die vrijheid beperkt doordat hij enkel criteria kan kiezen die leiden tot gunning aan de economisch meest voordelige inschrijving, namelijk de inschrijving die, van de verschillende ingediende inschrijvingen, de beste verhouding tussen prijs en kwaliteit biedt. Hoewel de economisch meest voordelige inschrijving niet altijd de inschrijving is met de laagste prijs, moet worden vastgesteld dat, wanneer de inschrijvingen wat de overige relevante criteria betreft gelijk zijn, een goedkopere inschrijving noodzakelijkerwijs, vanuit economisch oogpunt, moet worden aangemerkt als voordeliger dan een duurdere aanbieding. De gehanteerde methode van een gemiddelde prijs als uitgangspunt is dan ook niet in overeenstemming met het criterium van de economisch meest voordelige inschrijving. Een en ander volgt ook uit het arrest van het Gerecht van Eerste aanleg van 16 september 2013 (T-402/06).”
Militair materiaal: Materiaal dat specifiek is ontworpen voor, of aangepast aan militaire doeleinden en dat bedoeld is voor gebruik als wapen, munitie of oorlogsmateriaal. Wet: Artt. 1.1 en 2.1 Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied. Lit: Van der Horst en Schenk 2018: blz. 213.
Minder werk: In de UAV gebruikte term om aan te geven, dat de omvang van het (overeengekomen) werk vermindert en aldus inhouding op de aannemingssom moet plaats vinden. In de praktijk ook als één woord (‘minderwerk’) geschreven. Wet: Art. 2.163b lid 1 Aanbestedingswet 2012.
Minicompetitie: Procedure waarbij de partijen bij een raamovereenkomst in concurrentie worden gesteld ter zake van (de) deelopdrachten. Wet: Art. 2.143 Aanbestedingswet 2012.
Minimumaantal: Het aantal inschrijvers dat bij een procedure met voorselectie ten minste moet worden uitgenodigd. Voor de niet-openbare procedure is dat vijf, en voor de concurrentiegerichte dialoog, de mededingingsprocedure met onderhandeling en de procedure van het innovatiepartnerschap ten minste drie. Het aantal uitgenodigde gegadigden waarborgt in ieder geval een daadwerkelijke mededinging. Wet: Art. 2.99 Aanbestedingswet 2012.
Minimumeisen (1): Geschiktheidseisen, die in de aankondiging staan vermeld, waaraan de inschrijvers ten minste aan moet voldoen. Zie ook Selectiecriteria.
Minimumeisen (2): Eisen die bepalend zijn voor de aard van de opdracht. Het betreft de materiële, functionele en juridische voorwaarden en kenmerken waaraan elke offerte moet voldoen of die zij moet bezitten, opdat de aanbesteder de opdracht kan gunnen in overeenstemming met de gekozen gunningscriteria.
Misbruik van bevoegdheid: Volgens art. 3: 13 lid 1 BW: “Degene aan wie een bevoegdheid toekomt, kan haar niet inroepen, voor zover hij haar misbruikt.” Jur: Rechtbank Rotterdam 30 april 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:3342, r.o. 4.3: “Het is niet snel denkbaar dat het misbruik van een bevoegdheid (artikel 3:13 BW) kan opleveren als een aanbestedende dienst weigert een bevoegdheid uit te oefenen. […]”
Misbruik van procesrecht: Onrechtmatig handelen door het aanspannen van een gerechtelijke procedure. Wet: Art. 3: 13 BW. Jur: Hof Den Bosch 12 maart 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:974, r.o. 6.12: “Het hof stelt voorop dat van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure (ook in hoger beroep) pas sprake is, als het instellen van de vordering (ook in hoger beroep), gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als de eiser (appellant) zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure (ook in hoger beroep) past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door artikel 6 EVRM (HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828). […]”
Mislukte aanbesteding: Een aanbestedingsprocedure waaraan procedurele gebreken kleven. Jur: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 5 november 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:7113, r.o. 4.6: “Een wezenlijke wijziging is echter niet vereist als de aanbestedingsprocedure als ‘mislukt’ moet worden beschouwd. Daarvan is sprake als er procedurele gebreken kleven aan de aanbesteding. Ook is dat het geval als de inschrijvingen onaanvaardbaar zijn. Daarvan is sprake als de inschrijvingen hoger zijn dan de zorgvuldige raming van de aanbesteder. In die situaties kan geen winnaar worden aangewezen; de hoogst scorende inschrijver mag er in die situatie ook niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat de opdracht aan hem wordt gegund.”
MKB: Midden- en kleinbedrijf.
Model K-formulier: Vrijwillig door de aanbesteder toe te passen formulier uit het ARW 2016 (zie bijvoorbeeld art. 2.32.3) in verband met een verklaring van een (hoge) bestuurder van de inschrijver dat de inschrijving niet tot stand is gekomen onder invloed van een overeenkomst, besluit of gedraging in strijd met het Nederlandse of Europese mededingingsrecht. Jur: Rechtbank Den Haag 27 juni 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:7130, r.o. 4.6: “[…] Niet kan worden uitgesloten dat één of meer partijen hebben afgezien van deelname aan de aanbestedingsprocedure omdat zij op het sluitingsmoment van de inschrijvingen niet in staat waren een op de vereiste wijze ondertekende Model K-verklaring te overleggen. Voor de goede orde wordt in dit verband nog opgemerkt dat – zoals ook reeds op de zitting aangegeven – het beroep van Rijkswaterstaat op het bepaalde in artikel 2.22.3 ARW 2012 niet kan worden aangemerkt als een ontoelaatbare aanvulling op de gronden van de gunningsbeslissing in de zin van het arrest van de Hoge Raad van 7 december 2012 inzake Staat/KPN. Als motivering van de beslissing heeft Rijkswaterstaat aangegeven dat de ondertekening van de inschrijvingsdocumenten niet deugt en de Model K-verklaring daaronder moet worden begrepen, nu deze direct bij inschrijving moest worden overgelegd.”
Mondelinge communicatie: Communicatie anders dan met behulp van elektronische middelen. Mondelinge communicatie tussen een aanbestedende dienst en een ondernemer kan worden gebruikt voor andere mededelingen dan die betreffende de essentiële elementen van een aanbestedingsprocedure, mits de inhoud van de mondelinge communicatie voldoende gedocumenteerd wordt. Wet: Art. 2.52b Aanbestedingswet 2012.
Monopolie: Een marktvorm waarbij slechts één onderneming het product aanbiedt. Concurrenten zijn er niet. De monopolist heeft uitsluitend met zijn kopers te maken.
Monopolist: Bezitter van een monopolie.
Motiveringsbeginsel: Algemeen beginsel van behoorlijk bestuur, dat voorschrijft dat een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering. Wet: Art. 3: 46 Awb. Jur: Gerecht 5 november 2014 in zaak T-422/11 (Computer Resources International (Luxembourg) SA/Europese Commissie), r.o. 24: “Er zij aan herinnerd dat het in gevallen zoals het onderhavige, waarin een instelling van de Unie over een ruime beoordelingsmarge beschikt, van des te groter fundamenteel belang is dat de door de rechtsorde van de Unie in administratieve procedures geboden waarborgen worden nageleefd. Tot die waarborgen behoort met name de verplichting voor de bevoegde instelling om haar besluiten toereikend te motiveren. Enkel dan kan de rechter van de Unie nagaan of voldaan is aan alle feitelijke en juridische vereisten waarvan de uitoefening van de beoordelingsvrijheid afhangt […].” Lit: Van Wijk/Konijnenbelt & Van Male 2014: hoofdstuk 7, § 4, nr. 29.
Motiveringsgebrek: Gebrek dat kleeft aan de motivering (van de aanbestedende dienst). Jur: Rechtbank Noord-Holland 17 december 2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:11091, r.o. 4.14: “[…] De Gemeente Alkmaar c.s. hebben voldaan aan hun wettelijke verplichting mee te delen om welke redenen Connexxion heeft gewonnen en om welke redenen ZCN niet. Aan ZCN kan worden toegegeven dat de motivering van de Gemeente Alkmaar c.s., dat Connexxion op het gebied van milieu net iets vooruitstrevender was dan ZCN, aan de magere kant is, want niet duidelijk maakt op welke aspecten van de inhoud de winnende inschrijving op de blijkens de Leidraad relevante punten beter heeft gescoord. Gelet echter op het geringe verschil in scores van ZCN en Connexxion kan aan dit motiveringsgebrek niet een zodanige betekenis worden toegekend, dat dit meebrengt dat gunningsbeslissing onrechtmatig is te achten. […]”
Motiveringsplicht: Op de aanbestedende dienst als gevolg van het motiveringsbeginsel rustende plicht om (besluiten en beslissingen) te motiveren. Jur: Rechtbank Noord-Nederland 2 februari 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:376, r.o. 4.25: “[…] In artikel 1.15 lid 2 Aw 2012 is de wettelijke (uit het transparantiebeginsel voortvloeiende) motiveringsverplichting opgenomen. In dat artikellid is bepaald dat de aanbestedende dienst aan alle inschrijvers de gunningsbeslissing met de relevante redenen voor deze beslissing mee dient te delen. Uit de wetsgeschiedenis van de Aw 2012 blijkt niet dat de wetgever een andere toepassing voor ogen heeft gehad bij het transparantiebeginsel zoals verwoord in artikel 1.15 lid 2 Aw 2012 dan bij het transparantiebeginsel zoals dat geldt in Europese openbare aanbestedingsprocedures, zoals verwoord in artikel 2.130 Aw 2012. Aangenomen moet daarom worden dat de motivering van de gunningsbeslissing in een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure aan dezelfde vereisten dient te voldoen als de motivering van een gunningsbeslissing in een Europese aanbestedingsprocedure, met uitzondering van de in artikel 2.130 Aw 2012 opgenomen verplichting om de opschortende termijn te omschrijven.”
MVO: Afkorting voor ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Het betekent dat bedrijven verantwoordelijkheid (willen) dragen voor maatschappelijke problemen zoals luchtvervuiling, klimaatverandering, arbeidsomstandigheden of vergrijzing. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om een integrale visie op een duurzame bedrijfsvoering, duurzaam of groen ondernemen of ethisch of sociaal ondernemen.
MVI: Afkorting van Maatschappelijk verantwoord inkopen.
MvT: Afkorting van Memorie van toelichting.