Een beheersverordening heeft dezelfde status als een bestemmingsplan. De Wro bevat, in tegenstelling tot het bestemmingsplan, geen voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening. Ook staat de vaststelling van een beheersverordening geen (bestuursrechtelijke) rechtsgang open. De beheersverordening is vergelijkbaar met andere verordeningen die een gemeente op basis van de Gemeentewet vast mag stellen.
De beheersverordening is daarmee een eenvoudig alternatief voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Maar de voorwaarde is wel dat een beheersverordening alleen mag worden vastgesteld voor een gebied of gebieden waarin geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien.
De Wro geeft zelf niet aan wat onder een ruimtelijke ontwikkeling moet worden verstaan. Geen ruimtelijke ontwikkeling voorzien betekent dat de beheersverordening als een beheersregeling moet zijn gericht op het vastleggen van het bestaande gebruik. Aanvankelijk was het bij de toepassing van het instrument beheersverordening niet volledig duidelijk wat onder dit gebruik kon worden begrepen. Een beperkte uitleg van dit begrip gaat uit van het bestaande feitelijke gebruik van gronden en bouwwerken conform het (voor de inwerkingtreding van de beheersverordening) geldende bestemmingsplan. De bredere uitleg gaat uit van alle bouw- en gebruiksmogelijkheden van het (voorheen geldende) bestemmingsplan, zowel de gerealiseerde als de nog niet gerealiseerde.2 De praktijkervaring met de beheersverordening en de daarover ontstane jurisprudentie hebben duidelijk gemaakt dat bij het vaststellen van een beheersverordening mag worden uitgaan van de brede uitleg van het bestaande gebruik.3 Dat komt er in de praktijk op neer dat met een beheersverordening de bouw- en gebruiksmogelijkheden van het voorgaande bestemmingsplan onverminderd (geheel of gedeeltelijk) kunnen worden voortgezet. Zelfs gebruik dat afwijkt van het geldende bestemmingplan kan via een beheersverordening als bestaand feitelijk gebruik worden gelegaliseerd, mits hier een deugdelijke planologische afweging ten grondslag ligt.4De regels die in beheersverordening kunnen worden opgenomen zijn vergelijkbaar met die van het bestemmingsplan. Net als bij het bestemmingsplan kan in een beheersverordening een omgevingsvergunningsplicht voor het realiseren van werken of werkzaamheden of het slopen van bouwwerken worden opgenomen. Ook een variant van de binnenplanse afwijkregeling waarbij met een omgevingsvergunning een afwijking van de beheersverordening wordt toegestaan met inachtneming van de daarover in de verordening opgenomen regels is mogelijk.
Ook een beheersverordening moet digitaal beschikbaar worden gesteld op de website ruimtelijke plannen. Maar anders dan bij het bestemmingsplan gelden voor een beheersverordening geen SVBP-standaarden voor de verbeelding en de regels. Deze zijn vormvrij.
De afgelopen jaren laten zien dat gemeenten in toenemende mate gebruik zijn gaan maken van het instrument beheersverordening. Vaak met als doel de looptijd van oudere bestemmingsplannen te verlengen en/of het treffen van een tijdelijke planologische maatregel ter voorbereiding op de komst van de Omgevingswet. Zo zijn er beheersverordeningen vastgesteld voor woonwijken, recreatieterreinen, bedrijventerreinen en zelfs (delen van) agrarische buitengebieden.
1 De WRO kende de figuur van de beheersverordening nog niet. De beheersverordening is in de Wro als een instrument geïntroduceerd.
2 Zo adviseerde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in zijn ‘Handreiking beheersverordening’ van 2011 om uit te gaan van de beperkte uitleg van bestaand gebruik.
3 Zie RvS 6 augustus 2014, nr. 201401491/1/A1, 201401493/1/A1 en 201401498/1/A1.
4 Zie RvS 14-09-2016, CNLI:NL:RVS:2016:2467.