Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Voorstel van wet van het lid Ziengs tot wijziging van de Drank- en Horecawet

34 961 Voorstel van wet van het lid Ziengs tot wijziging van de Drank- en Horecawet en enkele andere wetten in verband met verruiming van de mogelijkheid tot het inzetten van mengformules (Wet regulering mengformules)

Tweede Kamer der Staten-Generaal 28 juni 2018

Kamerstuk: voorstel van wet

Kamerstuk: voorstel van wet

Nr. 6 VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING

VAN HET ADVIES VAN DE AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD

VAN STATE

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de

mogelijkheid tot het inzetten van mengformules te verruimen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State

gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Drank- en Horecawet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de definitie van «horecabedrijf» wordt voor de puntkomma aan het

slot ingevoegd «, niet zijnde het uitoefenen van een slijtersbedrijf, een

gemengd kleinhandelsbedrijf of een gemengd ambachtsbedrijf».

2. In de definitie van «slijtersbedrijf» wordt «de activiteit bestaande uit»

vervangen door «de activiteit in ieder geval bestaande uit», en wordt «al

dan niet gepaard gaande met» vervangen door «waaronder in

voorkomend geval mede wordt begrepen».

3. Na de definitie van «slijtersbedrijf» worden twee definities ingevoegd,

luidende:’s-Gravenhage 2020 Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 34 961, nr. 6 1

– gemengd kleinhandelsbedrijf: de activiteit, in hoofdzaak bestaande uit

het uitoefenen van kleinhandel in een voor het publiek toegankelijke

besloten ruimte, gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om

niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank;

– gemengd ambachtsbedrijf: de activiteit, in hoofdzaak bestaande uit

het vervaardigen of bewerken van zaken en het verkopen daarvan, het

herstellen en onderhouden van zaken of het verlenen van diensten in een

voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, gepaard gaande met het

bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank.

4. In de definitie van «slijtlokaliteit» vervalt «voor gebruik elders dan ter

plaatse».

5. Na de definitie van «inrichting» worden twee definities ingevoegd,

luidende:

– kleinhandelsruimte: een voor het publiek toegankelijke besloten

ruimte waar een gemengd kleinhandelsbedrijf wordt uitgeoefend, met de

daarbij behorende terrassen, voor zover die terrassen in de onmiddellijke

nabijheid van die ruimte zijn gelegen;.

– ambachtsruimte: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte

waar een gemengd ambachtsbedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij

behorende terrassen, voor zover die terrassen in de onmiddellijke

nabijheid van die ruimte zijn gelegen.

6. De definitie van «leidinggevende» wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel 1° wordt «het horecabedrijf of het slijtersbedrijf»

vervangen door «het horecabedrijf, het slijtersbedrijf, het gemengd

kleinhandelsbedrijf of het gemengd ambachtsbedrijf».

b. In onderdeel 2° wordt na «die algemene leiding geeft aan» ingevoegd

«een gemengd kleinhandelsbedrijf, gemengd ambachtsbedrijf of aan».

c. In onderdeel 3° wordt na «in een inrichting» ingevoegd «of kleinhandelsruimte».

7. In de definitie van «vergunninghouder» wordt na «bedoeld in artikel

3» ingevoegd «, 3a of 3b».

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «of slijtersbedrijf».

2. Onder vernummering van het tweede lid tot het vijfde lid, worden na

het eerste lid drie leden ingevoegd, luidende:

2. De vergunning kan tevens worden verleend voor het verrichten van

andere activiteiten.

3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de

voorwaarden waaronder de activiteiten bedoeld in het tweede lid worden

verricht, die in ieder geval betrekking hebben op de maximale vloeroppervlakte waarop de activiteiten worden verricht of de maximale omzet die

met de activiteiten wordt gegenereerd.

4. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen

algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier

weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is

overgelegd.

C

Na artikel 3 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

1. Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van de

burgemeester het slijtersbedrijf uit te oefenen.

2. De vergunning kan tevens worden verleend voor het verrichten van

andere activiteiten.

3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de

voorwaarden waaronder de activiteiten bedoeld in het tweede lid worden

verricht, die in ieder geval betrekking hebben op de maximale vloeroppervlakte waarop de activiteiten worden verricht of de maximale omzet die

met de activiteiten wordt gegenereerd.

4. De voordacht voor een krachtens het derde lid vast te stellen

algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier

weken nadat het ontwerp aan de beide Kamers der Staten-Generaal is

overgelegd.

5. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de

Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet

van toepassing op de aanvraag van een vergunning als bedoeld in het

eerste lid.

Artikel 3b

1. Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van de

burgemeester het gemengd kleinhandelsbedrijf of het gemengd

ambachtsbedrijf uit te oefenen.

2. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de

voorwaarden waaronder in een gemengd kleinhandelsbedrijf of het

gemengd ambachtsbedrijf bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, die in ieder geval betrekking hebben op

de maximale vloeroppervlakte waarop de activiteiten worden verricht of

de maximale omzet die met de activiteiten wordt gegenereerd.

3. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de

Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet

van toepassing op de aanvraag van een vergunning als bedoeld in het

eerste lid.

D

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «van het horecabedrijf en het slijtersbedrijf».

2. In het vierde lid wordt «het horecabedrijf of het slijtersbedrijf» telkens

vervangen door «het horecabedrijf, het slijtersbedrijf, het gemengd

kleinhandelsbedrijf of het gemengd ambachtsbedrijf».

3. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt na «artikel 3» ingevoegd «, 3a of

3b».

E

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

Het is verboden alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter

plaatse anders dan:

a. in een in de vergunning vermelde horecalokaliteit;

b. in een in de vergunning vermelde slijtlokaliteit, indien de vergunning,

bedoeld in artikel 3a, hierop ziet;

c. in een kleinhandelsruimte of ambachtsruimte, indien de vergunning,

bedoeld in artikel 3b, hierop ziet; of

d. op een in de vergunning, bedoeld in artikel 7, vermeld terras,

tenzij het betreft het vanuit zodanige lokaliteit afleveren van alcoholhoudende drank op bestelling in hotelkamers ingericht voor nachtverblijf of

het verstrekken van alcoholhoudende drank door het in dergelijke

hotelkamers beschikbaar te stellen.

F

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

1, Het is verboden sterke drank te verstrekken voor gebruik elders dan

ter plaatse anders dan in een in de vergunning vermelde slijtlokaliteit.

2. Het is verboden zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken voor

gebruik elders dan ter plaatse anders dan in een:

a. in de vergunning vermelde slijtlokaliteit;

b. in de vergunning vermelde horecalokaliteit, indien de vergunning,

bedoeld in artikel 3, hierop ziet;

c. kleinhandelsruimte of ambachtsruimte, indien de vergunning,

bedoeld in artikel 3b, hierop ziet.

G

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

1. Het is verboden een horecalokaliteit, slijtlokaliteit, kleinhandelsruimte,

ambachtsruimte of terras dat onderdeel is van een inrichting of kleinhandelsruimte tevens in gebruik te hebben voor het uitoefenen van:

a. het bedrijfsmatig aan particulieren verkopen van goederen in het

kader van een openbare verkoping, als bedoeld in artikel 1 van de Wet

ambtelijk toezicht bij openbare verkopingen;

b. het bedrijfsmatig aanbieden van diensten, uitgezonderd:

1°. diensten van recreatieve en culturele aard;

2°. indien het een kleinhandelsruimte betreft: persoonlijke

dienstverlening;

c. het bedrijfsmatig verhuren van goederen;

d. het in het openbaar bedrijfsmatig opkopen van goederen;

dan wel toe te laten dat daarin zodanige handel wordt of zodanige

activiteiten worden uitgeoefend.

2. Onder diensten van recreatieve aard als bedoeld in het eerste lid,

onder b, wordt niet verstaan het aanbieden van kansspelen, met uitzondering van het aanwezig hebben van speelautomaten als bedoeld in Titel

Va van de Wet op de kansspelen.

H

Artikel 15 vervalt.

I

In artikel 18, eerste lid, wordt «het slijtersbedrijf» vervangen door «het

horecabedrijf, het slijtersbedrijf, het gemengd kleinhandelsbedrijf of het

gemengd ambachtsbedrijf».

J

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt na «een slijtlokaliteit,» ingevoegd «een

kleinhandelsruimte of een ambachtsruimte,».

2. In het vijfde lid wordt «een slijtlokaliteit of horecalokaliteit»

vervangen door «een slijtlokaliteit, horecalokaliteit, kleinhandelsruimte of

ambachtsruimte».

3. In het zesde lid wordt «een slijtlokaliteit of horecalokaliteit»

vervangen door «een slijtlokaliteit, horecalokaliteit, kleinhandelsruimte of

ambachtsruimte».

K

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een horecalokaliteit of een slijtlokaliteit»

vervangen door «een horecalokaliteit, slijtlokaliteit, kleinhandelsruimte of

ambachtsruimte».

2. In het derde lid wordt «een slijtlokaliteit of een horecalokaliteit»

vervangen door «een horecalokaliteit, slijtlokaliteit, kleinhandelsruimte of

ambachtsruimte».

L

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt «slijtersbedrijf of horecabedrijf»

vervangen door «slijtersbedrijf, horecabedrijf, gemengd kleinhandelsbedrijf of gemengd ambachtsbedrijf».

2. In het eerste lid, onderdeel b, onder 1°, wordt «dan het slijtersbedrijf»

vervangen door «dan het horecabedrijf, slijtersbedrijf, het gemengd

kleinhandelsbedrijf of het gemengd ambachtsbedrijf».

3. In het tweede lid wordt na «horecabedrijf,» ingevoegd «slijtersbedrijf,

gemengd kleinhandelsbedrijf of gemengd ambachtsbedrijf,» en vervalt de

laatste zin.

M

Voor artikel 25a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 25a0

Bij gemeentelijke verordening kunnen, ter bescherming van de

volksgezondheid of in het belang van de openbare orde, regels worden

gesteld over de verlening van vergunningen als bedoeld in artikel 3,

tweede lid, 3a, tweede lid of 3b, eerste lid.

N

Artikel 25a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «in inrichtingen» ingevoegd «, kleinhandelsruimtes of ambachtsruimtes».

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt na «inrichtingen» ingevoegd

«, kleinhandelsruimtes of ambachtsruimtes».

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt na «artikel 3» ingevoegd «, 3a of

3b».

O

In artikel 25d, eerste lid, onderdeel a, wordt na «de betreffende

horecalokaliteit» ingevoegd «, slijtlokaliteit, kleinhandelsruimte of

ambachtsruimte».

P

In artikel 26, eerste lid, wordt na «artikel 3» ingevoegd «, 3a of 3b».

Q

In artikel 27, tweede lid, wordt na «een inrichting» ingevoegd «, kleinhandelsruimte of ambachtsruimte».

R

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na «de inrichting» ingevoegd

«, kleinhandelsruimte of ambachtsruimte».

2. In onderdeel d wordt «de horeca-of slijtlokaliteiten en terrassen»

vervangen door «de horecalokaliteit, slijtlokaliteit, kleinhandelsruimte of

ambachtsruimte».

S

In artikel 30 wordt «Indien een inrichting» vervangen door «Indien een

inrichting, kleinhandelsruimte of ambachtsruimte» en wordt «ten aanzien

van de inrichting» vervangen door «ten aanzien van de inrichting,

kleinhandelsruimte of ambachtsruimte».

T

In artikel 30a, eerste lid, onderdeel b, wordt «horecabedrijf of slijtersbedrijf» vervangen door «horecabedrijf, slijtersbedrijf, gemengd kleinhandelsbedrijf of gemengd ambachtsbedrijf».

U

In artikel 31, eerste lid, onderdeel c, wordt na «betrokken inrichting»

ingevoegd «, kleinhandelsruimte of ambachtsruimte».

V

In artikel 32, tweede lid, wordt na «artikel 3» ingevoegd «, 3a of 3b».

W

In artikel 44a, eerste lid, wordt na «de artikelen 3,» ingevoegd «3a, 3b,»

en wordt «22, eerste en tweede lid» vervangen door «22, eerste lid».

X

In artikel 45, eerste lid, wordt «in een inrichting waarin het horecabedrijf

wordt uitgeoefend» vervangen door «in een inrichting, kleinhandelsruimte

of ambachtsruimte».

Y

Artikel 47 vervalt.

ARTIKEL II

In artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 2°, van de Wet bevordering

integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, wordt na «artikelen

3» ingevoegd «, 3a, 3b».

ARTIKEL III

In de Wet op de economische delicten wordt in artikel 1, onder 4°, bij de

Drank- en horecawet na «3,» ingevoegd «3a, 3b,».

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te

bepalen tijdstip.

ARTIKEL V

Deze wet wordt aangehaald als: Wet regulering mengformules.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatste en

dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks

aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Bijlagen

Advies Afdeling advisering Raad van State en reactie van de initiatiefnemer

Memorie van toelichting

Geleidende brief

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.