Minister Ollongren ( BZK) informeert de Tweede Kamer over de Beleidsregel vergoeding kosten aardbevingsbestendige nieuwbouw Groningen. Ook biedt zij het rapport aan van Ecorys, Van Rossum en BOAG over een passende hoogte van de vergoeding voor aardbevingsbestendige bouw.
Geachte voorzitter,
In deze brief informeer ik u, mede namens de minister van Economische Zaken en Klimaat, over de Beleidsregel vergoeding kosten aardbevingsbestendige nieuwbouw Groningen (hierna: de nieuwbouwregeling).
In de zomer van vorig jaar is uw Kamer geïnformeerd dat per 1 juli 2020 de nieuwbouwregeling publiek is gemaakt (Kamerstukken II, 2019/20, 33529, nr. 790). De nieuwbouwregeling biedt een duidelijke procedure voor een vergoeding van de extra kosten die gemaakt moeten worden om de nieuwbouw in het aardbevingsgebied aan de veiligheidsnorm te laten voldoen. Gelijktijdig met de publicatie is opdracht gegeven aan een consortium van onafhankelijke onderzoekers, te weten Ecorys, Van Rossum en BOAG, (hierna: Ecorys) om een studie naar een passende hoogte van de vergoeding voor aardbevingsbestendige bouw uit te voeren. Uw Kamer is daar eerder over geïnformeerd. (Kamerstukken II, 2019/20, 33529, nr. 790).
Begin dit jaar is deze studie afgerond. Ik voeg het rapport bij deze brief. Uit het rapport volgt het advies om de vergoedingsstructuur van de regeling aan te passen. Op dit moment is de hoogte van de vergoeding afhankelijk van het aardbevingsrisico op de locatie van de nieuwbouw en de bouwsom. Ecorys stelt dat de werkelijke meerkosten beter benaderd kunnen worden door een vaste vergoeding te bieden voor maatregelen, en een vaste vergoeding voor de ontwerpkosten van grondgebonden woningen die per woning afneemt naarmate meerdere woningen van hetzelfde ontwerp gebouwd worden.
Ecorys heeft bekeken hoe de voorgestelde vergoedingsstructuur zich verhoudt tot huidige vergoedingsstructuur. Daaruit blijkt dat in de meeste gevallen de voorgestelde vergoeding voor grondgebonden woningen hoger uit valt. Voor duurdere woningen op een locatie met een hoger aardbevingsrisico valt de vergoeding lager uit, omdat voor die woningen volgens Ecorys de extra kosten om aan de veiligheidsnorm te voldoen niet per se duurder uitvallen. Andere kenmerken van de woningen, zoals het ontwerpkeuzes en type gebouw zijn betere indicaties voor de hoogte van de extra kosten. Daarnaast toont Ecorys aan dat de extra kosten afnemen wanneer meerdere woningen van hetzelfde basisontwerp gebouwd worden, de vergoeding voor het ontwerp op grond van de nieuwbouwregeling neemt dan ook evenredig met de aantallen af.
Door de aanpassing van de vergoedingsstructuur is er sneller duidelijkheid voor aanvragers over het bedrag dat ze kunnen ontvangen op grond van de nieuwbouwregeling (1). Daarnaast heeft de onderbouwing van de hoogte van de vergoeding nu onafhankelijk en navolgbaar plaats gevonden waardoor eventuele staatssteunrisico’s van de regeling afnemen. Ik ben voornemens om het advies van Ecorys te verwerken in een nieuwe beleidsregel. Deze zal ik op korte termijn openbaar consulteren. De huidige beleidsregel waarmee de nieuwbouwregeling is vormgegeven van de minister van EZK zal worden ingetrokken wanneer de nieuwe beleidsregel in werking treedt.
Er zijn tot dusver 30 toekenningen van een vergoeding op grond van de huidige nieuwbouwregeling gegeven. Hiermee is financiering beschikbaar gekomen om 235 woningen aardbevingsbestendig te bouwen. De toegekende vergoeding zal verschillen van de vergoeding die verkregen zou zijn op grond van de nieuwe door Ecorys geadviseerde vergoedingsstructuur. Ik vind het onwenselijk als aanvragers daardoor nadeel ondervinden. Ik zal daarom aanvragers compenseren als blijkt dat zij een lagere vergoeding hebben gekregen dan zij op grond van de nieuwe vergoedingssystematiek zouden hebben gekregen. De vergoeding van andere aanvragers blijft ongewijzigd, ook wanneer ze met de nieuwe vergoedingsstructuur een lagere vergoeding zouden hebben ontvangen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Met de door Ecorys voorgestelde aanpassingen weten potentiële aanvragers al op het moment dat ze de eerste keuzes van het ontwerp hebben gemaakt voor welke vergoeding ze in aanmerking komen. Met de huidige versie weten aanvragers het pas wanneer de leges op basis van de omgevingsvergunning zijn vastgesteld.
Eindrapport: Onderzoek naar passende vergoeding nieuwbouwregeling