Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Antwoorden op Kamervragen over stijging bouw recreatieverblijven bij beschermde natuur

Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) geeft antwoord op vragen over een grote stijging van de bouw van recreatiewoningen en hotels vlakbij beschermde natuur. Het Tweede Kamerlid Beckerman (SP) heeft deze vragen gesteld.

21 december 2022

Kamerstuk: kamervraag

Kamerstuk: kamervraag

1

Kent u het bericht ‘bouw recreatiewoningen en hotels vlakbij beschermde natuur stijgt in 5 jaar met 90 procent’?

Antwoord

Ja.

2

Kunt u inzichtelijk maken, het liefst op een kaart, in welke Natura 2000-gebieden de afgelopen vijf jaar is gebouwd?

Antwoord

Nee, ik beschik nu niet over deze informatie en kan deze zodoende niet ter beschikking stellen. Pointer heeft voor haar informatie samengewerkt met de geodienst van de Rijksuniversiteit Groningen. Deze data is niet gepubliceerd. De nieuwbouwmonitor

https://geodienst.xyz/nieuwbouwmonitor/

van deze geodienst is alleen beschikbaar per gemeente, zonder specifieke informatie met betrekking tot natuur. In ons gedecentraliseerde bestel zijn Gedeputeerde Staten bevoegd gezag voor vergunningverlening en handhaving met betrekking tot Natura 2000-gebieden. Ik ben echter voornemens deze data in de nabije toekomst wel zelf beschikbaar te hebben. Het Kadaster is door het ministerie voor VRO gevraagd om deze data via een uitbreiding van de Monitor Landschap inzichtelijk te maken.

3

Kunt u ook toelichten hoeveel en wat er is gebouwd in deze gebieden?

Antwoord

Dit is informatie waarover ik niet beschik.

4

Kunt u toelichten welke regels er precies bestaan om het bouwen in Natura 2000-gebieden te reguleren? Vindt u deze regels toereikend? Hoe zouden deze kunnen worden aangescherpt?

Antwoord

Op grond van de artikelen 2.7 en 2.8 van de Wet natuurbescherming is een vergunning nodig wanneer een project significant negatieve effecten kan hebben op de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied. Wanneer in een passende beoordeling wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat significant negatieve gevolgen zijn uitgesloten, kan de vergunning worden verleend.


Daarnaast gelden ook in Natura 2000-gebieden de regels van de soortenbescherming van hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming en de planologische regels van de betreffende provincie en gemeente. Gemeenten bepalen – binnen de kaders van het Rijk en de provincie – via hun ruimtelijk beleid en regelgeving waar en onder welke voorwaarden mag worden gebouwd. Daarbij zijn zij verplicht om het effect van nieuwe ontwikkelingen op de natuur in beeld te brengen.

Ik acht deze regels toereikend, omdat zij stevige bescherming bieden, en er naast reactieve bescherming ook actief beleid is voor Natura 2000-gebieden. Naast de bevoegdheid om vergunningen te verstrekken staat de opdracht van artikel 2.2 Wnb dat het bevoegd gezag de noodzakelijke passende en instandhoudingsmaatregelen neemt.

5

Vindt u het wenselijk dat in, of direct rondom Natura 2000-gebieden, zo een grote stijging te zien is van de bouw en plaatsing van hotels, recreatiewoningen, stacaravans en chalets? Kunt u dit antwoord toelichten?

Antwoord

Deze vraag is niet eenduidig te beantwoorden. Het antwoord is afhankelijk van de specifieke situatie per geval. De beoordeling hiervan vindt plaats door provincies en gemeenten, die hiervoor bevoegd gezag zijn. Gedeputeerde staten dragen op grond van artikel 2.2 van de Wet natuurbescherming (Wnb) zorg dat de noodzakelijke passende en instandhoudingsmaatregelen worden genomen. Zij beoordelen ook de aanvragen om een vergunning op grond van de Wnb.

Ik deel de mening dat versnippering van natuurgebieden niet gewenst is. Tegelijkertijd is er grote verscheidenheid van Natura 2000-gebieden. Grote delen van het rivierengebied liggen binnen vijf kilometer van een Natura 2000-gebied. In de berekeningen zullen vermoedelijk alle bouwwerkzaamheden van Apeldoorn, Arnhem, Deventer, Nijmegen, Tiel, Wageningen, Zutphen en Zwolle zijn meegenomen, om maar enkele grotere plaatsen te noemen.

6

Bent u het eens met de bewering van universitair hoofddocent Raoul Beunen dat overheden te makkelijk toestemming geven om te bouwen in de buurt van Natura 2000-gebieden?

Antwoord

Ik herken dat bij vergunningen sprake kan zijn van grote maatschappelijke belangen, terwijl het onwaarschijnlijk is dat de natuur significante schade kan ondervinden van het specifieke project. Alle activiteiten in een gebied opgeteld zullen daarentegen wel effect hebben op de natuur. Daarom is er niet alleen sprake van een vergunningplicht voor projecten die significant negatieve gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden kunnen hebben, maar ook de opgave bij Gedeputeerde Staten om de noodzakelijke maatregelen te nemen om verslechtering te voorkomen en de instandhoudingsdoelen te bereiken.

7

Hoeveel bezwaren zijn er ingediend over de bouw van projecten in of nabij de directe omgeving (tot en met een straal van drie kilometer) van Natura 2000-gebieden in de afgelopen jaren? Hoeveel van deze bezwaren zijn gegrond verklaard?

Antwoord

Dit is informatie waarover ik niet beschik. In ons gedecentraliseerde bestel zijn Gedeputeerde Staten bevoegd gezag voor vergunningverlening en handhaving in Natura 2000-gebieden.

8

Kunt u aangeven of goed is onderzocht of er echt geen alternatieven beschikbaar waren voor het afgeven van een bouwvergunning in Natura 2000-gebieden? Kunt u dit toelichten met een voorbeeld?

Antwoord

Dit is informatie waarover ik niet beschik. In ons gedecentraliseerde bestel zijn Gedeputeerde Staten bevoegd gezag voor vergunningverlening en handhaving in Natura 2000-gebieden.

9

Waren er projecten die absoluut door moesten gaan vanwege groot openbaar belang? Welke projecten waren dit?

Antwoord

Voor zover bekend zijn er de laatste jaren vergunningen verleend met toepassing van artikel 2.8, vierde lid, van de Wnb (de adc-toets) voor een rioolwaterzuiveringsinstallatie, een rioolwaterput, een dijkversterking, een overnachtingshaven, een weg en een waterwinning.

10

Welke afspraken in Europees verband bestaan er met Nederland over het creëren van extra beschermd natuurgebied?

Antwoord

In de Europese biodiversiteitsstrategie voor 2030 staat dat in totaal 30% van het landoppervlak én 30% van het zeeoppervlak beschermd gebied moet worden. Een derde deel daarvan moet strikt beschermd worden. Dit doel geldt voor de gehele EU. Alle lidstaten dienen een billijke bijdrage aan dit doel te geven, maar dat wil dus niet zeggen dat elke lidstaat precies 30% van het grondgebied moet beschermen. Deze bescherming hoeft niet te bestaan uit een strenge Europese bescherming, zoals Natura 2000. De gebieden mogen ook beschermd worden via nationale beschermingsregimes, zoals het NNN, en zogenaamde OECM’s (gebieden waar duurzame positieve ontwikkelingen voor biodiversiteit worden gecombineerd met andere functies).

11

Kunt u nagaan hoeveel stikstof er is uitgestoten in de laatste vijf jaar in of rondom deze natuurgebieden door de bouw of plaatsing van hotels, recreatiewoningen, stacaravans en chalets?

Antwoord

Dit is informatie waarover ik niet beschik. In ons gedecentraliseerde bestel zijn Gedeputeerde Staten bevoegd gezag voor vergunningverlening en handhaving in Natura 2000-gebieden.

12

Kunt u aangeven of deze projecten tot extra druk op de natuur hebben geleid? Zo ja, in welke mate en is deze extra druk volgens u gerechtvaardigd? Op welke manier uit deze druk zich?

Antwoord

Ik kan niet aangeven of deze projecten tot extra druk op de natuur hebben geleid. Dit vereist informatie waarover ik niet beschik.

13

Deelt u de mening dat de overheid zou moeten streven naar het creëren van grotere, meer aaneengesloten stukken natuur in Nederland?

Antwoord

Ja. Ik streef naar robuuste natuur, dus natuur die minder kwetsbaar is voor drukfactoren als verdroging, verzuring en versnippering. Vergroting van gebieden kan de natuur robuuster maken omdat daardoor versnippering kan worden verminderd en verdroging en verzuring grootschaliger kan worden aangepakt. Maar ook kleinere gebieden kunnen in principe robuust zijn door bijzonder gunstige milieu- en wateromstandigheden die worden weerspiegeld in een opvallend hoge biodiversiteit. Met de provincies zijn daarom afspraken gemaakt over het realiseren van het Natuurnetwerk Nederland.

Rapportages van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) geven aan dat uitbreiding van leefgebied nodig is voor het uiteindelijk realiseren van een gunstige staat van instandhouding van de natuur in Nederland. In het coalitieakkoord is uitbreiding van het natuurareaal ook als ambitie opgenomen om de doelen van de Vogel- en Habitatrichtlijn dichterbij te brengen.

14

Hebben deze projecten daaraan bijgedragen? Of hebben ze, zoals in het artikel naar voren komt, juist bijgedragen aan een verdere versnippering van natuurgebieden?

Antwoord

Aangezien ik de projecten niet per geval ken, kan ik hier geen uitspraak over doen. Ik deel de mening dat versnippering van natuurgebieden niet gewenst is.

15

Deelt u de mening dat meer bouwen in of rondom Natura 2000-gebieden niet gaat bijdragen aan het creëren van deze extra natuurgebieden?

Antwoord

Ik deel deze mening niet. Afhankelijk van de situatie ter plaatse en de wijze waarop gebouwd wordt, hoeft bouwen geen effecten te hebben op de natuur. Als natuurinclusief gebouwd wordt, kan dat zelfs bijdragen aan de natuur. Gedeputeerde Staten wegen dit af bij hun ruimtelijk natuurbeleid en toetsen op effecten bij de vergunningverlening op grond van de Wet natuurbescherming.

16

Hoe gaat u voorkomen dat er in of rondom kwetsbare natuurgebieden nog meer onnodig zal worden gebouwd?

Antwoord

Gedeputeerde Staten van de provincies zijn verantwoordelijk voor het behalen van de instandhoudingsdoelen in de gebieden waar zij bevoegd gezag voor zijn. Ik treed niet in de belangenafweging die een provincie als bevoegd gezag maakt. Tegen deze afwegingen staat in de regel toetsing bij de rechter open. Samen met mijn collega van BZK gaan we in gesprek met provincies en gemeenten om te onderzoeken of het bestaande instrumentarium voldoet en of eventueel aanvullende actie nodig is. Daarnaast bekijken we of de bestaande monitor landschap kan worden uitgebreid met het monitoren van de bouw van vakantieparken.

17

Kunt u iedere vraag apart beantwoorden en niet clusteren alstublieft?

Antwoord

Ja.

Download 'Antwoorden op Kamervragen over stijging bouw recreatieverblijven bij beschermde natuur'

Download 'Beslisnota bij antwoorden op Kamervragen over stijging bouw recreatieverblijven bij beschermde natuur'

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.