Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De toepassing van de Wet Bibob onder de Omgevingswet

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 worden alle regels over ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water gebundeld. Onder deze regels valt ook de toepassing van de Wet Bibob in het omgevingsrecht. De Wet Bibob zal dus ook onder de Omgevingswet worden toegepast bij vergunningaanvragen. In dit artikel wordt uitgelegd wat de Wet Bibob inhoudt en hoe dit bestuursrechtelijke instrument onder het huidige Wabo-regime kan worden toegepast. Ook wordt uitgelegd hoe de Wet Bibob onder de Omgevingswet kan worden toegepast.

10 juli 2023

Achtergrond artikelen

Achtergrond artikelen
 

Wat is de Wet Bibob?

De Wet Bibob is een wet die bestuursorganen gebruiken om de eigen integriteit te beschermen door te voorkomen dat de overheid onbewust criminele activiteiten faciliteert of zal faciliteren. De Wet Bibob is preventief van aard.(1) Concreet brengt de Wet Bibob met zich dat bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak (“bestuursorganen”) een instrumentarium krijgen toegereikt om aanvragen voor beschikkingen te weigeren of al verleende beschikkingen in te trekken. Deze weigering of intrekking kan plaatsvinden indien ‘ernstig gevaar’ bestaat dat het bestuursorgaan criminele activiteiten zou faciliteren. Bestuursorganen kunnen de Wet Bibob bijvoorbeeld gebruiken om vergunning- en subsidieaanvragen te weigeren of vastgoedtransacties te weigeren al dan niet te ontbinden.

Toepassing van de Wet Bibob

Ingevolge de Wet Bibob wordt de ‘mate van gevaar’ door het bestuursorgaan beoordeeld aan de hand van een eigen onderzoek.(2) Het bestuursorgaan kan daarnaast advies inwinnen bij het Landelijk Bureau Bibob (hierna: “LBB”).(3) Het LBB is onderdeel van Screeningsautoriteit Justis (onderdeel van Ministerie van Justitie en Veiligheid) en voert op verzoek van bestuursorganen integriteitsscreeningen uit. Het LBB geeft een niet bindend advies af aan het bestuursorgaan over de mate van gevaar. Het bestuursorgaan zal moeten beoordelen of de weigering of intrekking van het besluit evenredig is met de mate van gevaar en, in geval van de b-grond, de ernst van de strafbare feiten.(4)

Samengevat kan in vier gevallen worden besloten tot intrekking c.q. weigering van de overheidsbeslissing:

  • indien sprake is van ernstig gevaar dat een overheidsbeslissing zal worden gebruikt om criminele voordelen te benutten (de a-grond)(5);

  • indien sprake is van ernstig gevaar dat een overheidsbeslissing zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen (de b-grond)(6);

  • indien (een redelijk vermoeden bestaat dat) een strafbaar feit is gepleegd ter verkrijging of ter behoud van een overheidsbeslissing (bijvoorbeeld ‘valsheid in geschrifte’ bij een onjuist ingevuld Bibob-formulier(7))(8);

  • indien de aanvrager of houder van de beschikking weigert het bestuursorgaan of het LBB desgevraagd aanvullende gegevens te verstrekken(9).(10)

Voorafgaand aan een intrekking- of weigeringsbesluit op grond van de Wet Bibob wordt een voornemen tot oplegging van zo een besluit aangekondigd. In dat voornemen wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld een zienswijze op het voornemen te geven.(11) Het is zinvol in dit stadium te onderzoeken, al dan niet in afstemming met het bestuursorgaan, of het Bibob-gevaar door middel van wijzigingen kan worden weggenomen. Een derde die in de motivering van een (voorgenomen) besluit wordt genoemd, wordt in de gelegenheid gesteld te reageren op de constateringen voor zover die hem betreffen.(12) Tegen een negatief Bibob-besluit kan bezwaar en (hoger) beroep worden ingesteld.

Wet Bibob onder de Wabo

Onder het huidige Wabo-regime vindt de Wet Bibob toepassing in het omgevingsrecht door de koppeling die de wetgever in artikel 2.20 Wabo heeft gemaakt. In dat artikel is bepaald dat een bestuursorgaan de Wet Bibob kan toepassen bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwen en een omgevingsvergunning oprichten, veranderen of het in werking hebben van een inrichting. De aanvrager wordt onderworpen aan de integriteitsscreening en de vergunning kan in het geval en onder de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 3 Wet Bibob worden geweigerd. Ook voorziet de Wabo in de bevoegdheid tot het verbinden van voorschriften aan een omgevingsvergunning(13) dan wel intrekking van een omgevingsvergunning op grond van de Wet Bibob.(14)

Van belang in dit kader is dat de Wet Bibob per 1 oktober 2022 is gewijzigd.(15) Belangrijke aspecten van de gewijzigde Wet Bibob zijn:

  • Bestuursorganen kunnen voor vervreemding van vastgoed een kettingbeding vestigen waarin wordt bepaald dat voor opvolgende vervreemding, vestiging of wijziging van (een zakelijk recht) steeds toestemming van het bestuursorgaan nodig is. De wetswijziging brengt met zich dat deze toestemming als ‘vastgoedtransactie’ kwalificeert, zoals gedefinieerd in de Wet Bibob.

  • Anticiperend op de Omgevingswet is ervoor gekozen aanlegvergunningen zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder b Wabo ook onder het bereik van de Wet Bibob te brengen.

Inwerkingtreding Omgevingswet

De Omgevingswet treedt op 1 januari 2024 in werking. De vraag luidt of met de komst van de Omgevingswet de toepassing van de Wet Bibob in het omgevingsrecht zal wijzigen.

De wetgever heeft in de Omgevingswet een soortgelijke bepaling als artikel 2.20 Wabo opgenomen. De wetgever heeft aanvankelijk een beleidsneutrale voortzetting uit de Wabo beoogd.(16) Dit betekent dat de wetgever ook onder de Omgevingswet een bouwactiviteit en een milieubelastende activiteit onder de reikwijdte van de Wet Bibob heeft gebracht.(17) Met de voorgenoemde wetswijziging van 1 oktober 2022 is ook een omgevingsvergunningactiviteit krachtens een waterschapsverordening onder de reikwijdte van de Wet Bibob geschaard.

In artikel 5.31 lid 1 Omgevingswet zijn de activiteiten aangewezen waarbij het bevoegd gezag een omgevingsvergunningaanvraag kan weigeren indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 3 Wet Bibob.(18) Voor de toepassing van artikel 5.31 lid 1 Wet Bibob wordt onder ‘betrokkene’ als bedoeld in artikel 3 Wet Bibob door het openbaar bestuur ook verstaan degene die op grond van feiten en omstandigheden redelijkerwijs met de aanvrager van de omgevingsvergunning kan worden gelijkgesteldd.(19) Ook kan het bevoegd gezag op grond van de Wet Bibob de voorschriften van een omgevingsvergunning wijzigen(20) of een al verleende omgevingsvergunning intrekken(21) Ook onder de Omgevingswet kan het LBB door het bevoegd gezag om advies worden gevraagd.(22)

Van belang is op te merken dat een omgevingsplanactiviteit ook onder de reikwijdte van de Wet Bibob valt.(23) Ratio hierachter is dat in artikel 7 Wet Bibob wordt bepaald dat vergunningen voor inrichtingen of bedrijven, verplicht gesteld krachtens gemeentelijke verordeningen, ook kunnen worden geweigerd aan de hand van artikel 3 Wet Bibob. Onder de Omgevingswet is het omgevingsplan hét integraal instrument waarin alle regels met betrekking tot de fysieke leefomgeving zijn opgenomen. Gemeentelijke verordeningen zullen bij inwerkingtreding van de Omgevingswet in het omgevingsplan opgaan. Door de omgevingsplanactiviteit onder de reikwijdte van de Wet Bibob te laten vallen voorziet de wetgever in de mogelijkheid om de vergunning aan de hand van de Wet Bibob te weigeren.(24) Tot slot wordt in artikel 4.19b Omgevingswet voorzien in de mogelijkheid een aanvraag voor een wijziging van het omgevingsplan ook aan artikel 3 Wet Bibob te toetsen als deze wijziging het voor de aanvrager mogelijk maakt een activiteit te verrichten zonder omgevingsvergunning.

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt het toepassingsbereik van de Wet Bibob verruimd. De ervaring leert dat de Wet Bibob een complexe wet is en dat de toepassing van dit bestuursrechtelijke instrument op zichzelf al de nodige valkuilen met zich brengt.

Dit artikel is geschreven door Solange Drieshen en Jaafar Massali, beiden advocaat bij advocatenkantoor Holla legal & tax. Zij houden zich bezig met het omgevingsrecht (bestemmingsplannen, milieu en omgevingsvergunningen), het handhavingsrecht (bestuursrechtelijke sancties) en de Wet Bibob. Wil je helemaal op de hoogte worden gebracht over de Omgevingswet, nog voordat deze wordt ingevoerd? Op de Kennismarkt De Omgevingswet: van wet naar werkelijkheid praten experts op verschillende gebieden je bij.

Voetnoten

(1) Kamerstukken II 1999/2000, 26 883, nr. 3 (Regels inzake de bevordering van integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur met betrekking tot beschikkingen of overheidsopdrachten (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur), p. 3 e.v.

(2) Artikel 7a-artikel 7c Wet Bibob.

(3) De werkwijze van het LBB bij dit onderzoek en deze advisering is geregeld in de artikelen 12-20 Wet Bibob. Uit deze bepalingen volgt welke bronnen het LBB zijn informatie kan putten en tot wie het onderzoek zich kan uitstrekken.

(4) Artikel 3, lid 5, Wet Bibob.

(5) Artikel 3, lid 1 sub a, Wet Bibob.

(6) Artikel 3, lid 1 sub b, Wet Bibob.

(7) Artikel 225 Wetboek van Strafrecht.

(8) Artikel 3, lid 6, Wet Bibob.

(9) Artikel 4 Wet Bibob.

(10) Ingevolge artikel 4:2, lid 2, Awb verschaft de aanvrager de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Ingevolge artikel 4:5, lid 1, aanhef en onder c, Awb kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of de voorbereiding van de beschikking, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen.

(11) Artikel 4:7 en artikel 4:8 Awb.

(12) Artikel 28, lid 2 onder b, Wet Bibob.

(13) Artikel 2.22, lid 2, Wabo.

(14) Artikel 5.19, lid 4 onder b, Wabo.

(15) Kamerstukken II 2020/2021, 35 764, nr. 3.

(16) Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 502.

(17) Onder de Omgevingswet vervalt het begrip ‘inrichting’. Dit wordt vervangen door het begrip ‘milieubelastende activiteit’.

(18) Kamerstukken II 2017/2018, 34 986, nr. 3, p. 192-193.

(19) Artikel 5.31, lid 2, Wet Bibob.

(20) Artikel 5.40, lid 1 onder b, Omgevingswet.

(21) Artikel 5.40, lid 2 onder d, Omgevingswet.

(22) Artikel 5.31, lid 3, Omgevingswet.

(23) Artikel 5.31, lid 1, onder d, Omgevingswet.

(24) Kamerstukken II 2017/2018, 34 986, nr. 3, p. 192-193.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.