"In ruim 20 procent van de Nederlandse huishoudens is het stookseizoen volop aangewakkerd. En dat betekent gezelligheid voor de open haard, rond de houtkachel of zelfs boven een vuurtje in de tuin. Maar er is ook een keerzijde; het gebruik van houtkachels kan tot geur- en gezondheidsklachten leiden. Wat kunnen overheden en particulieren doen om overlast te voorkomen?"
In ruim 20 procent van de Nederlandse huishoudens is het stookseizoen volop aangewakkerd. En dat betekent gezelligheid voor de open haard, rond de houtkachel of zelfs boven een vuurtje in de tuin. Maar er is ook een keerzijde; het gebruik van houtkachels kan tot geur- en gezondheidsklachten leiden. Wat kunnen overheden en particulieren doen om overlast te voorkomen?
De recent ontwikkelde toolkit (zie kader) maakt reeds
bestaande informatie
toegankelijker voor stoker, gehinderde, gemeente en GGD. Toch blijft houtrookoverlast een niet te onderschatten en toenemend probleem, waarop het moeilijk handhaven is. Drie ervaringsdeskundigen vertellen hierover.
Nico Wubs, inspecteur bij de gemeente Utrecht
De problemen die wij in de stad met name tegenkomen, hebben te maken met allesbranders. Sommige mensen nemen dat heel letterlijk. De oplossing van het probleem zit m vooral in de preventie, een duidelijke uitleg over hoe te stoken. En over het algemeen staan mensen daar ook zeker open voor en daarom is die toolkit heel handig. Dat sluit ook aan op onze visie dat burgers er eerst samen moeten uitkomen en dat wij, als het echt nodig is, optreden als mediator. We leven toch in een tijd van minder regels en minder ambtenaren, een tijd waarin je sommige zaken aan de burger moet overlaten. Handhaving is bovendien heel moeilijk, je kunt nou eenmaal niet zomaar bij particulieren naar binnen. Mijn tip aan andere gemeenten zou dan ook zijn: leg de melding terug bij de klager. Het lastige daaraan is wel dat je afhankelijk bent van de goodwill van particulieren; mensen worden steeds individueler en spreken elkaar minder makkelijk aan. Als gemeente geven wij de mensen die overlast ondervinden, toch in eerste instantie mee: doe niet meteen anoniem een melding, maar zoek toenadering. Probeer het eerst zelf op te lossen. Natuurlijk gaan wij altijd op pad en doen we onderzoek, maar handhaving is gewoon niet makkelijk. Maar uiteraard moeten de excessen altijd worden aangepakt en doen we er als gemeente alles aan die op te lossen.
Henke Groenwold, adviseur milieu en gezondheid bij GGD Amsterdam
Houtrookoverlast betekent een gezondheidskundig probleem, dat eerder groter dan kleiner wordt. Als de gehinderde en de stoker er samen uitkomen, is dat mooi. Dat lukt helaas niet altijd, ook goed stookgedrag kan namelijk behoorlijke hinder opleveren. Er is dan vaak niets aan te doen. Mijn oproep aan de overheid is de problemen serieus te nemen. Houtrookoverlast kan een grote sociale impact hebben op mensen en serieuze gezondheidsklachten veroorzaken. Zo hoorde ik laatst het verhaal van een gezin met longproblemen, dat op aanraden van de arts verhuisde. Weg van houtkachels en andere bronnen van luchtverontreiniging. Bij hun nieuwe huis installeerden veel buren plotseling houtkachels als hoofdverwarming! Tijdens de aankoop was dat nog verboden, maar later werden de regels veranderd. De rook komt hun huis binnen en het gezin wordt daar hele dagen aan blootgesteld. Vaak zetten mensen dan hun ventilatiesysteem uit en houden ze de ramen dicht. Dit levert extra problemen op, want ventileren is belangrijk om gezond te kunnen wonen.
Uit onderzoek is bekend dat de concentraties schadelijke stoffen uit houtrook plaatselijk behoorlijk kunnen oplopen. Als de trend om meer hout te stoken doorzet, zullen meer mensen daar gezondheidsklachten van krijgen. Gezien alle (kostbare) inspanningen om luchtvervuiling terug te dringen, zou het vanuit gezondheidskundig oogpunt logisch zijn houtstook en de overlast daarvan actiever tegen te gaan.
Voor het septembernummer van Tijdschrift Lucht schreef Henke (samen met een collega) het artikel Stop de houtrookoverlast, waarin ze stelt dat de problemen om stevigere maatregelen vragen.
Sylvia Thijssen, jurist handhaving bij de gemeente Deurne
Omdat burgers klachten indienden over rook- en stankoverlast door houtkachels en/of open haarden, hebben we een
beleidslijn
opgesteld en gepubliceerd. Op deze manier kunnen we laten zien hoe we in de uitvoering omgaan met formele klachten. We moeten naar objectieve maatstaven kunnen vaststellen dat er sprake is van overlast. Wat de één niet eens opmerkt als overlast, is voor de ander mogelijk wel overlast. Dat verschilt per situatie en individu. Dit maakt handhaven erg moeilijk. In geval van een formeel handhavingsverzoek doen we 5 controles. (De grondslag voor de handhaving is de hinderbepaling in
artikel 7.22 Bouwbesluit 2012.
) We controleren zo veel mogelijk op de momenten dat mensen hinder ondervinden. We leggen zowel contact met de stoker als met de klager(s). We controleren of de betreffende houtkachel voldoet aan de regels. Van belang is ook om te achterhalen wat er gestookt wordt. Verder stellen we eventuele rookoverlast vast door buiten ter plaatse te controleren op geur/stank. Rekening houdend met onder meer weersomstandigheden en duur van het vermeende hinderlijke gedrag.
Wanneer op basis van objectieve waarnemingen niet aantoonbaar sprake is van overlast, wordt het handhavingsverzoek afgewezen. Voor klagers staat ook de weg naar de burgerlijke rechter open. Bij een conflict kunnen we Buurtbemiddeling inschakelen.
Toolkit en platform Aanpak overlast houtstook
Om gemeenten te helpen stookoverlast aan te pakken en te verminderen, is er in opdracht van het ministerie van IenM een
toolkit
gemaakt. Een handzaam document voor stoker, klager, gemeente en GGD dat zich richt op de gevolgen van houtstook door particulieren. De toolkit bevat naast 10 stooktips een stappenplan voor elke genoemde doelgroep. Daarin zijn wettelijke verplichtingen, (richting voor) handhavingsmogelijkheden en juridische aspecten vermeld. En voor gemeenten zelfs een aantal stappen om de mate van hinder vast te stellen. Bovendien wil het ministerie van IenM een structureel maatschappelijk platform in het leven roepen. Het RIVM zal dit platform gaan vormgeven met (ervarings) deskundigen van verschillende organisaties, zoals gemeenten, de houtkachelbranche, de GGD, burgernetwerken en maatschappelijke organisaties. Betrokkenen kunnen zo nieuwe kennis en ervaringen uitwisselen en met elkaar in gesprek blijven. Ook zorgt het platform ervoor dat de toolkit actueel blijft.
Gerelateerde info: