Wordt eene vervolging niet voortgezet, dan kan het gerecht in feitelijken aanleg, voor hetwelk de zaak het laatst werd vervolgd, op het verzoek van den verdachte of op voordracht van de rechter-commissaris op de voet van artikel 180, verklaren dat de zaak geëindigd is.
Het gerecht is bevoegd, de beslissing op het verzoek telkens gedurende een bepaalden tijd aan te houden, indien het openbaar ministerie aannemelijk maakt dat alsnog verdere vervolging zal plaats vinden.
Alvorens het gerecht zijn beslissing neemt, roept het de rechtstreeks belanghebbende die hem bekend is op om te worden gehoord over het verzoek van de verdachte.
De beschikking wordt onverwijld aan den verdachte beteekend.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Uitvoeringswet Speciale Kamers Kosovo
artikel: 5
Wetboek van Strafvordering
artikel: 180, 464
(01-08-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
01-12-2011 |
13-09-2012 |
||||||
wijziging |
01-11-2001 |
05-03-2002 |
||||||
wijziging |
08-11-1993 |
Stb. 1993, 591 |
08-11-1993 |
Stb. 1993, 591 |
||||
nieuwe-regeling |
15-01-1921 |
Stb. 1921, 14 |
04-12-1925 |
Stb. 1925, 465 |
Opmerkingen
1) Door Stb. 2017/82 vernummerd tot art. 29f.