Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:
zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen;
zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken.
Ten aanzien van de laatsten komen alleen die handelingen in aanmerking die zij opzettelijk hebben uitgelokt, benevens hun gevolgen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren
artikel: 7
Besluit geweldgebruik defensiepersoneel in de uitoefening van de bewakings- en beveiligingstaak
artikel: 9
Circulaire bekwaamheidseisen buitengewoon opsporingsambtenaar
bijlage: bijlage
Wet internationale misdrijven
artikel: 8
Wetboek van Strafrecht
artikel: 46a, 203, 204
(02-11-2019)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
28-06-1924 |
Stb. 1924, 370 |
28-06-1924 |
Stb. 1924, 370 |
||||
nieuwe-regeling |
03-03-1881 |
Stb. 1881, 35 |
15-04-1886 |
Stb. 1886, 64 |