Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 14h

  • 1

    In de gevallen in de artikelen 14f en 14g bedoeld brengt het openbaar ministerie de zaak aan door de indiening van een met redenen omklede vordering. In het geval dat enige gestelde voorwaarde niet is nageleefd, ziet het openbaar ministerie slechts af van een vordering als bedoeld in artikel 14g, eerste lid, indien naar het oordeel van het openbaar ministerie met een vordering als bedoeld in artikel 14f of met een waarschuwing kan worden volstaan. Is door de veroordeelde een verzoek tot toepassing van artikel 14f tot de rechter gericht, dan dient het openbaar ministerie ten spoedigste nadat het verzoekschrift in zijn handen is gesteld een met redenen omklede conclusie in.

  • 2

    Onmiddellijk na de indiening van de vordering of de conclusie bepaalt de rechter, tenzij de summiere kennisneming van de stukken hem aanleiding geeft om de vordering of het verzoek buiten behandeling te laten, een dag voor het onderzoek van de zaak. In het geval, bedoeld in artikel 14g, derde lid, tweede volzin, geschiedt de behandeling van de vordering gelijktijdig met de behandeling van het feit waarvoor de veroordeelde wordt vervolgd. In de overige gevallen geschiedt het onderzoek van de zaak binnen dertig dagen nadat de rechter-commissaris op grond van artikel 14fa de voorlopige tenuitvoerlegging heeft bevolen.

  • 3

    Het openbaar ministerie doet de veroordeelde en degene die met reclasseringstoezicht is belast tot bijwoning van het onderzoek oproepen, onder betekening van de vordering of de conclusie aan de veroordeelde.

  • 4

    Zowel het openbaar ministerie als de veroordeelde is bevoegd getuigen en deskundigen te doen dagvaarden of schriftelijk te doen oproepen om bij het onderzoek tegenwoordig te zijn. De artikelen 260 en 263 van het Wetboek van Strafvordering vinden overeenkomstige toepassing.

  • 5

    De veroordeelde en degene die met reclasseringstoezicht is belast kunnen vóór de aanvang van het onderzoek van de stukken kennis nemen. Hetzelfde geldt ten aanzien van de raadsman van de veroordeelde of, indien de zaak bij de kantonrechter wordt behandeld, ten aanzien van een bijzonder daartoe door de veroordeelde gemachtigde. Het bepaalde bij en krachtens artikel 32 van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing.

Informatie geldend op 02-11-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

  1. Aanwijzing voorwaardelijke vrijheidsstraffen en schorsing van voorlopige hechtenis onder voorwaarden

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Aanwijzing voorwaardelijke vrijheidsstraffen en schorsing van voorlopige hechtenis onder voorwaarden
    tekst: tekst

  2. Wetboek van Strafrecht
    artikel: 14k, 77u, 77ee, 77a, 22h

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(02-11-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

vervallen

22-02-2017

Stb. 2017, 82

34086

01-01-2013

wijziging

01-12-2011

Stb. 2011, 601

32468

13-09-2012

Stb. 2012, 408

01-04-2012

wijziging

17-11-2011

Stb. 2011, 545

32319

12-12-2011

Stb. 2011, 615

17-02-1999

wijziging

28-01-1999

Stb. 1999, 30

25836

04-02-1999

Stb. 1999, 40

01-01-1987

nieuw

26-11-1986

Stb. 1986, 593

18764

27-11-1986

Stb. 1986, 594

01-01-1987

vervallen

26-11-1986

Stb. 1986, 593

18764

27-11-1986

Stb. 1986, 594

01-05-1983

wijziging

31-03-1983

Stb. 1983, 153

15012

14-04-1983

Stb. 1983, 174

16-07-1951

wijziging

15-06-1951

Stb. 1951, 214

1546

15-06-1951

Stb. 1951, 214

01-09-1930

wijziging

25-06-1929

Stb. 1929, 360

12-06-1930

Stb. 1930, 227

30-12-1915

nieuw

16-12-1915

Stb. 1915, 247

16-12-1915

Stb. 1915, 511